Dat dacht ik vandaag toen ik bijna doodgedrukt werd tussen een meute persfotografen. Je zou denken, toch leuk, zo wat lintjes doorknippen en gratis een bezoek aan een nieuw museum mogen brengen. Dat dacht ik ook, totdat ik zag hoe de prinsessen zowat omsingeld werden door de fotografenhorde en ondertussen lief moesten blijven glimlachen en doen alsof ze aandachtig luisterden naar de uitleg in een taal die niet de hunne is. Hun route door het museum was op voorhand mooi uitgestippeld en er was weinig tot geen ruimte voor spontaneïteit. En altijd blijven glimlachen, zelfs als er zich een opstootje voordoet waarbij wat “België barst” roepende flaminganten hardhandig afgevoerd werden.
Ik ben overigens ook blij dat ik geen persfotograaf ben en niet mijn brood moet verdienen met zulke events te fotograferen. Geef mij maar een gezellige feest of een prachtig landschap om op de gevoelige plaat vast te leggen. Eerst en vooral ben ik te klein. Ik had natuurlijk mijn hakken kunnen aandoen, maar als je een halve dag moet rechtstaan, is dat meestal geen goed idee. Door mijn platte schoenen geraakte ik echter met mijn amateurfototoestel niet boven die beren van venten uit. Verder hield ik me veel te braaf aan de regeltjes. Als iemand van de organisatie tegen mij zei: “Ga daar staan”, dan deed ik dan ook om enkele minuten later brutaal opzij geduwd te worden door een fotograaf-maniak die zelf het beste beeld wilde maken. Voor de Nederlandse fotografen waren ergerlijk. Zegt de begeleiding: “Hier mag niet geflitst worden, dit zijn kwetsbare kunstwerken”, denkt zo’n fotograaf: “Hah, ik doe toch gewoon mijn zin” en flitsen maar. En tegelijkertijd maar klagen en zagen dat ze de prinsessen niet goed in beeld konden krijgen.
Ik vind niet van mezelf dat ik me laat doen, maar op een gegeven moment werd het me te veel en heb ik de meute verlaten. Foto’s van een bende persfotografen, het is eens wat anders.