Stommiteiten

Gelukkig ben ik niet de enige die af en toe stommiteiten uithaalt. Gisteren, zo rond een uur of kwart voor twaalf, kreeg mijn vriend telefoon van K. Ik ving enkele flarden op van het gesprek waaruit ik kon opmaken dat K op zoek was naar een zeskantige sleutel. Nogal een vreemd verzoek, vond ik,  zo om kwart voor twaalf  ‘s nachts. Maar ja, K is een knutselaar die niet zoveel slaap nodig heeft.

Vraagt mijn vriend: “Is het goed dat K effe langskomt, zijn auto zit opgesloten in een parking.” Ik: “huh?”, want we gingen gisteren een poging doen om vóór middernacht in bed te liggen en er scheidden ons nog slechts vijftien minuten van het middernachtelijke uur. Maar een vriend in nood, moet men natuurlijk helpen. Daar offeren we gaarne een beetje slaap voor op.

Zo’n vijf minuten later stond K voor de deur, samen met T en een onbekende jongeman die net zoals K per ongeluk in dezelfde situatie beland waren. Wel grappig, want het was al lang geleden dat ik T nog eens gezien had en hij was duidelijk een beetje gegeneerd. Blijkbaar werd die parking vroeger nooit afgesloten, maar nu dus blijkbaar wel. Om de drie opgesloten wagens te bevrijden, namen ze onze hele gereedschapskist mee. Better safe than sorry.

Gisterenavond hebben we niks meer van hen gehoord, dus ik neem aan dat ze het hek dat de parking afsloot losgekregen hebben. Benieuwd hoe lang ze daar over gedaan hebben…

En toen zat ik opgesloten…

Om iets voor zeven besloot ik het totaal uitgestorven gebouw waar ik mijn dagen al werkend doorbreng, te verlaten. Nu weet ik wel dat de voordeuren gesloten worden om zeven uur, maar ik dacht nog net op tijd te zijn om door de voordeur te kunnen glippen. Dat vermoeden werd bevestigd toen ik zonder problemen de eerste deur passeerde door op zo’n knop te drukken om het slot te openen. Vervolgens stond ik in het voorportaal met de grote glazen deuren die uitgeven op de straat. Ik spoed mij naar de glazen deur en ja, gesloten. Na alle deuren geprobeerd te hebben, zat er niets anders op dan terug te keren naar de ontvangsthal en via één of andere achteruitgang het gebouw te verlaten.

Om in de ontvangsthal te geraken, moest ik echter terug door de tussendeur die ik zonet met de knop geopend had. Klein probleempje. Die tussendeur was van buitenaf niet te openen. Ook niet met mijn badge, want die werkt niet meer na zeven uur. Dus daar stond ik. Even voelde ik een golf van paniek opkomen toen ik besefte dat ik geen belwaarde meer op mijn gsm had en ik dus niemand van mijn penibele situatie (opgesloten tussen twee deuren) op de hoogte kon brengen. Ik zag me in gedachten al de nacht doorbrengen in het voorportaal van ons gebouw, wachtend op de eerste noeste werknemers van de volgende dag om mij te bevrijden.

Gelukkig wist ik de initiële paniek te onderdrukken en besloot ik een beetje logisch na te denken. Normaal is er een nachtwacht in het gebouw. Die moest ik toch op één of andere manier kunnen bereiken. En ja, aan de tussendeur stond een knop om het onthaal te bellen. Dus besloot ik daar maar eens op te drukken. Groot was mijn opluchting toen aan de andere kant van de lijn bijna meteen werd opgenomen. De redding was nabij! De vriendelijke nachtwaker heeft mij zonder morren buiten gelaten. Ik hoef jullie niet te vertellen hoe geweldig opgelucht ik was. Al bij al heb ik maar een aar minuten opgesloten gezeten. Ik heb zelfs nog de trein gehaald die ik oorspronkelijk wilde nemen.

Moraal van het verhaal: overwerken is nergens goed voor.