Om 6.45u opstaan, het blijft lastig. Het leven van een vrijwilliger gaat niet altijd over rozen. Na een half uur wandelen kwam ik iets voor 8u aan bij de Bains des Pâquis. Mijn voorgevoel over mijn collega-vrijwilliger bleek terecht, want op weg naar de Bains had ik een sms’je van haar gekregen dat ze rechtstreeks naar de locatie van de Challenge ‘Réel ou Fictif’ zou gaan. Dat maakte dat ik er alleen voorstond om al de spullen van de Bains naar Art Classe te brengen. En dat viel dik tegen. Ik kreeg een loodzware zak met potloden en tekenblokken van Zwitserse trots Caran d’Ache in mijn handen gedrukt. Dat in combinatie met het onhandige formaat van de banner (die ook niet licht was) en een zak vol met broodjes voor de lunch, maakte dat ik veel te zwaar geladen was. Binnensmonds vloekte ik even, maar niets aan te doen.
Op zich was het te voet naar Art Classe maar een dikke twintig minuten wandelen, maar met mijn vracht zou ik daar zeker langer over doen. Gelukkig was er een shortcut die ik kon nemen: de Mouettes Genevoises konden mijn verplaatsing een flink stuk inkorten. Helaas, blijkt dat de mouettes in het weekend pas vanaf 10u varen. Dikke, dikke pech. Ik moet zeggen dat ik heel even erover dacht om mijn lading gewoon te laten liggen en naar huis terug te keren, maar goed, ik wilde mij niet laten kennen, hees de vracht op mijn schouders en begon aan de wandeling.
Gelukkig kwam ik onderweg een andere vrijwilligster tegen die dezelfde richting uit moest en die zag hoe zeer ik aan het sukkelen was. De lieve dame bood aan me te verlossen van de zak met het meest vervelende formaat: de banner. Ik had de dame in kwestie wel kunnen omhelzen. Onderweg kreeg ik nog wat berichtjes van Ruth, maar het was lastig om die te beantwoorden met mijn handen vol. Uiteindelijk vonden Ruth en ik elkaar op nummer 17bis in de rue François-Versonnex. Ik moet zeggen dat ik me even moeite kostte om vriendelijk te zijn tegen Ruth. Ik kon wel begrip opbrengen voor het feit dat ze uit een afgelegen dorp moest komen en dat er daar niet veel bussen waren zo vroeg op de ochtend. Als ze mij echter een dag op voorhand had laten weten dat ze niet naar de Bains zou komen in plaats van mij ‘s ochtends vroeg voor een voldongen feit te plaatsen, dan had ik mijn vriend kunnen vragen om mij een handje te helpen met de verplaatsing van de spullen. (Side note: absurd dat de vrijwilligers zelf met die spullen moeten sleuren, kan de organisatie van Pop In geen vervoer daarvoor regelen?)
Enfin ja, ik denk dat Ruth wel doorhad dat ik niet zo goed gezind was. Ik besloot het daarbij te laten en me over mijn ochtendlijk ongenoegen heen te zetten. Uiteindelijk moesten we nog de rest van de dag in elkaars gezelschap doorbrengen. In het atelier maakte ik kennis met kunstenaars Stéphane Ducret en Crystel Ceresa. We werden al meteen aan het werk gezet. Elke pagina uit de loodzware tekenblokken van Caran d’Ache moest voorzien worden van een stempel met het merk Art Classe. Best wel een plezierig werkje en ideaal om de tijd te doden tot de stormloop van deelnemende teams op gang zou komen. Stéphane was een erg aangename een vriendelijke Zwitser uit Lausanne die vol passie over zijn werk vertelde. Hij vertelde ook dat hij een tijd voor de UN gewerkt had, maar dat dit allerminst een positieve ervaring geweest was.
Toen de eerste deelnemers zich, vroeger dan verwacht, rond kwart na negen aandienden, nam ik plaats aan een tafeltje op de binnenkoer voor de deur van het atelier. Ik controleerde de feuilles de pointages, heette de deelnemende teams welkom en voorzag hun blaadje van een sticker na het voltooien van de activiteit. Gelukkig was het Stéphane die vol vuur de rest van de uiteenzetting voor zijn rekening nam. In het kort kwam het erop neer dat elk team twintig minuten kreeg om zelf een kunstwerk te maken. Ze konden kiezen om een werk te maken geïnspireerd op de geometrische ‘Butterfly Paintings & Drawings’ van Mark Grotjahn of de eerder organische werken van Daniel Orson Ybarra. Voor de geometrische werken mochten de deelnemers aan de slag met een lineaal en kleurpotloden, voor het werk van Daniel Orson Ybarra mochten ze stempelen met aardappelen. De deelnemers kweten zich allemaal bijzonder enthousiast van hun taak moet ik zeggen en de resultaten mochten gezien worden.
Het was wel opvallend dat een overrompeling zoals bij de vorige editie uitbleef. Het werd nooit superdruk in het atelier en er waren zelfs momenten dat het te rustig naar mijn goesting was. Soms waren er zelfs geen teams aan het werk en dat terwijl deze challenge toch betrekkelijk meer tijd vergde dan een foto nemen met een paar slangen. ‘k Moet zeggen dat ik die beestjes toch wel miste. 😉 Ik begon het, ondanks mijn fleece met daarover een dikke winterjas, erg koud te krijgen op de binnenkoer die, volledig omringd door hoge gebouwen, van elk streepje zonlicht verstoken bleef. Nochtans kon ik aan de stralend blauwe lucht zien dat het een prachtige dag was en als ik buiten op straat ging staan, voelde ik de weldoende warmte van de zon. Ruth kwam me in de namiddag wat buiten gezelschap houden en zo hadden we toch nog wat fijne babbels.
De rest van de namiddag verliep bijzonder rustig. Mijn vriend kwam even langs tijdens zijn testrit met mijn nieuwe fiets om gedag te zeggen en zo rond vijf voor vijf begonnen we aan de opruim. Ruth, die alleen een dun leren vestje als jas had, was helemaal verkleumd en wilde duidelijk liefst zo snel mogelijk weg. Stéphane stelde nog voor om samen een fles wijn open te trekken om te klinken op de geslaagde dag en hoewel ik graag had willen blijven, besloot ik solidair te zijn met Ruth en de rest van de spullen samen met haar terug te brengen naar de Bains des Pâquis. Gelukkig moesten we nu niet meer met die zware zak met tekengerief sleuren (het gerief bleef achter in het atelier en de tekenblaren waren opgebruikt) en konden we nu wel gebruik maken van de Mouettes.
Het slotevenement liet ik ditmaal aan mij voorbij gaan. Het was een pak kouder dan de vorige keer en na een ganse dag kou geleden te hebben, zag ik het niet echt zitten om ook de avond in open lucht door te brengen. Enerzijds wel jammer, want ik had wel zin in een bord met lekkere mezze, maar anderzijds bespaarde ik mezelf twee lange busritten en kon ik op mijn gemak weer op een normale lichaamstemperatuur komen.