Omdat het ontbijt van gisteren zo heerlijk was, besluit ik ditmaal voor het traditionele Schotse ontbijt te gaan met alles erop en eraan: roereieren, gebakken champignons, bonen in tomatensaus, spek en black pudding (bloedworst). En ja, de fruitsla is nog altijd even lekker. Fruit is gezond, dus ik neem nog een portie.
We zitten aan tafel met een ouder Nederlands koppel en hun Amerikaanse reisgenoot die met de rugzak langs de West Highland Way aan het trekken zijn. De man van het koppel blijkt een spraakwaterval te zijn. Hij vertelt dat hij zijn tijd verdeelt tussen Nederland en New York (waar hij een huis heeft). In Nederland is hij bezig met de opstart van een fonds met risicokapitaal voor bedrijven die willen groeien. Hij vindt dat er momenteel in Nederland te weinig gedaan wordt om ‘enterpreneurship’ te stimuleren. Men had hem dan ook gevraagd het fonds in kwestie te gaan leiden, maar daar heeft hij toch voor bedankt, want ja, hij wordt binnenkort al zeventig (!) en dat is toch een beetje oud om met zoiets te starten.
Hij vraagt waar we vandaan komen en wat we doen. Als hij hoort dat we van Leuven komen, dan vertrouwt hij ons toe dat hij jaloers is op wat er daar allemaal gebeurt op het vlak van ondernemerschap: al die spinoffs van de KU Leuven, jonge frisse bedrijven die durven groeien en Imec natuurlijk, internationaal gerenommeerd. Ergens volg ik hem niet helemaal, want ik moet toch vaststellen dat jonge ondernemers met ambitie zoals Dries Buytaert met hun bedrijven naar de USA trekken, waar volgens mij veel meer risicokapitaal voorhanden is.
Mensen die op zo’n leeftijd nog blaken van de energie en overlopen van frisse ideeën, ik heb daar een mateloze bewondering voor. Ik hoop dat ik op die leeftijd ook nog zo zal zijn. Bezig met de nieuwste ontwikkelingen en met een mateloze drive om vooruit te gaan.
We nemen afscheid van de supervriendelijke uitbaatster van onze B&B en vertrekken naar Mallaig om van daaruit de ferry naar Skye te nemen. De weergoden lijken ons vandaag minder goed gezind, want de lucht hangt vol met dikke grijze wolken die niet veel goeds voorspellen. Normaalgezien zouden we in Fort William de gondola nemen naar de top van de Ben Nevis, maar door de laaghangende wolken is die top niet eens zichtbaar. We besluiten deze stop over te slaan, per slot van rekening komen we over een paar dagen terug in Fort William en hopelijk hebben we dan meer geluk op meteorologisch vlak.
Aangezien vandaag een roadtrip langs de Road to the Isles op het programma staat, is het minder erg dat er zo nu en dan een bui valt. Onze eerste stop onderweg is Neptune’s Staircase. De acht sluizen ontworpen door Thomas Telford vormen het spectaculairste onderdeel van het Caledonische kanaal. Het Caledonische kanaal is ongeveer 96,5 km lang, waarvan 35,4 km door mensenhanden gemaakt. Het kanaal heeft in totaal 29 sluizen en 20 draaibruggen.
Volgende stop: Corpach vanwaar we een prachtig uitzicht hebben op de Ben Nevis met Loch Linnhe op de voorgrond. Spijtig dat de Ben Nevis moeilijk zichtbaar is door de bewolking. We rijden verder naar het Glenfinnan monument. Dit 20m hoge monument herdenkt degenen die de jacobitische opstand van Bonnie Prince Charlie in 1745 steunden. De katholiek troonpretendent plantte voor het eerst zijn vlag in Glenfinnan. Het is mogelijk om mits betaling het monument te beklimmen, maar dat lijkt ons geldklopperij. Het uitzicht vanaf de grond op Loch Shiel is ook al de moeite.
We maken ter plekke wel een wandeling van een half uurtje op Ardgour Island om de bijzondere flora te bekijken. Op dit voormalige eiland groeien dennenbomen die genetisch verschillen van de andere dennenbomen in Schotland. Dit betekent dat deze dennenbomen een heel eigen stamboom hebben. Deze bomen worden dan ook met de grootste zorg behandeld. Jammer genoeg begint het tijdens onze wandeling te regenen. De lang verwachte regen heeft ons dan toch ingehaald.
We stappen opnieuw de auto in en zetten onze route verder. We rijden voorbij de plek waar Bonnie Prince Charlie in 1746 Schotland definitief verliet en terugkeerde naar Frankrijk. Veel valt er daar echter niet te zien, buiten wat water. In het algemeen vind ik de Road to the Isles teleurstellend. Wellicht zijn de historische plekken interessanter voor de Schotten dan voor buitenlandse toeristen.
De witte zandstranden van Morar zijn waarschijnlijk heel mooi bij zon en een blauwe hemel, maar doordat de regen nu echt goed is doorgebroken, ziet alles er grauw en troosteloos uit. We stoppen even op een parking om te luisteren naar het getik van de regen en wat te knuffelen om het warmer te krijgen. Ondanks deze niet geplande tussenstop zijn we veel te vroeg in Mallaig. We rijden meteen naar onze B&B maar daar krijgen we geen gehoor. We sturen snel een mailtje via het rotslechte 3G-netwerk om te laten weten dat we langsgeweest zijn en rijden verder naar het centrum van Mallaig om onze ferry naar Skye te boeken en voor een snel middagmaal.
We vinden een plek in het An Cala Coffee House dat adverteert met free wifi. Bij nader inzien blijkt daar niet veel free aan te zijn: je moet je registreren om gratis te kunnen surfen voor een half uurtje en daarna moet je betalen. Niet mijn interpretatie van gratis internet. Nu goed, onze advocaat kan nog wel een paar uurtjes op zijn antwoord wachten. Ik eet een stuk chocoladetaart en drink een warme chocomelk. Het is er het weer voor!
In Mallaig zelf valt er niet veel te beleven. Je vindt er veel restaurants en souvenirshops en een vrij grote haven en dat is het zowat. Ook het stadje zelf is niet uitzonderlijk mooi of fotogeniek. Al valt het op dat de straten vol met toeristen lopen. Waarschijnlijk net als wij aan het wachten op de ferry naar Skye. Misschien had ik deze overnachting beter weggelaten van de planning, dan hadden we deze avond zelf nog naar Skye kunnen oversteken. Oh well.
We keren terug naar Heatherlea Bed & Breakfast. De gastheer is erg vriendelijk en de kamer is netjes met een gloednieuwe badkamer, maar ik vind dat het er een beetje naar natte hond ruikt (wellicht door de vaste tapijten waar ze in Schotland echt grote fan van zijn). We zetten wat vensters open en maken op aanraden van onze gastheer een miniwandeling naar het loch achter onze B&B. We slalommen tussen de regendruppels door en ik maak onderweg wat ruzie met enkele schapen.
De regen is verminderd, dus we besluiten terug te rijden naar de stranden van Morar om te kijken of we daar ergens een wandeling kunnen maken. We vinden een mooie wandeling die ons tot aan de duinen leidt. Op het mulle zandstrand zelf komen we niet, daar zijn onze wandelschoenen helaas niet geschikt voor. Tijdens deze wandeling hebben we ook voor de allereerste keer last van midgets. Al valt het nog allemaal heel goed mee, na al die horrorverhalen die ik hierover gehoord heb.
Ons avondmaal nuttigen we in The tea garden. Na al die zware ontbijten van de laatste dagen kiezen we allebei voor iets licht: ik ga voor de zure haring met havermoutkoekjes, mijn vriend voor een broodje met garnaalcocktail. Onze bestelling werd opgenomen door een charmant meisje dat bij alles wat we bestelden “excellent choice” zei.
Om deze grauwe dag achter ons te laten, kruipen we op tijd in bed. Duimen voor beter weer morgen!