Na het ontbijt vertrokken we naar Vilnius. Onze laatste dag in Polen was heel ontspannend, ondanks het feit dat we niet het onderste uit de kan konden halen. We zegden nog een laatste keer dziękuję (bedankt) en dzień dobry (goeiendag) en vertrokken.
Onderweg zagen we weer talrijke ooievaarsnesten. Deze elegante vogels voelen zich duidelijk thuis in Polen. De grensovergang Polen-Litouwen werd aangekondigd door enkele wisselkantoortjes. Daarna volgde een lege strook niemandsland met verlaten gebouwen en verroeste verlichtingspalen. Gebouwen die herinnerden aan een tijd dat er ongetwijfeld nog streng gecontroleerd werd aan de grens. Niet te geloven dat Litouwen zich pas in 1991 heeft losgescheurd van de toenmalige Sovjetunie. Aangezien Litouwen in een andere tijdszone ligt, waren we door de grens over te steken eensklaps een uur verder.
In Litouwen geldt er een snelheidsbeperking van 90 km per uur op de autosnelweg. Aan dit gezapige tempo hadden we tijd zat om te genieten van het prachtige weidse landschap. Opvallend: de borden langs de kant van de weg die een stopplaats aangeven, geven ook aan of er daar al dan niet internet beschikbaar is. Daar kunnen ze bij ons nog iets van leren! Langs de kant van de weg zagen we mensen op een stoeltje zitten die zelfgemaakte of zelfgekweekte producten verkochten. Meestal hadden ze niet meer bij dan één of twee potten. Ik vroeg me af of en hoe het mogelijk was daarvan te leven.
Vilnius, de hoofdstad van Litouwen telt zo’n half miljoen inwoners en heeft duidelijk een serieus graffiti-probleem. Overal zagen we gebouwen die volgeklad waren. Op het eerste gezicht leek het alsof de armoede groter (of misschien enkel zichtbaarder) was dan in Polen. Er waren alleszins meer bedelaars. In de stad reden elektrische of hybride bussen die net zoals een tram verbonden waren aan een bovenleiding.
Toen we eindelijk bij ons hotel dat in het hart van de oude stad lag, aankwamen, vonden we niet direct een parkeerplaats. Mijn vriend parkeerde zich even dubbel en ik liep de receptie binnen om te vragen waar we konden parkeren. De vriendelijke meneer aan de receptie, die trouwens uitstekend Engels sprak, bood aan mijn vriend naar de parkeerplaats te leiden, aangezien het niet makkelijk was om uit te leggen hoe hij moest rijden. En zo stond ik in hartje Vilnius met enkel mijn kleren aan en voor de rest niks. Ik kon alleen maar hopen dat mijn vriend er nu niet vanonder zou muizen. 😉
Onze hotel bleek trouwens een enorme meevaller. Het gebouw dateerde uit 1581 en was het oudste hotel van Vilnius. Narutis hotel lag aan de Pilies Gatvė, een gezellig wandelstraatje dat bruiste van het leven. Iedereen (behalve het meisje dat ons bediende op het terras en dat we geen fooi konden geven omdat we nog geen Litouws geld hadden en we op dat moment enkel grote eurobriefjes hadden) was er supervriendelijk en we hadden een ruime en mooie kamer.
Eer we goed en wel ingecheckt en geïnstalleerd waren, was het al half vijf en we hadden nog geen middagmaal gegeten. We installeerden ons op het terras van ons hotel en bestelden twee typisch Litouwse gerechten: mijn vriend nam aardappelpannenkoekjes met zure room en veenbessen en ik bestelde de Litouwse versie van pierogi. Persoonlijk vind ik de Poolse pierogi lekkerder. Op mijn bord kreeg ik pasta gevuld met te flets gekruid gehakt en daarover een beetje zure room, maar het vulde de maag. Als dessert kocht ik een Italiaans ijsje bij Soprano, wat verderop in de straat.
Daarna trokken we de stad in voor een eerste verkenning. We besloten de wandeling te doen die in ons boekje stond en die ons de overblijfselen van het Joodse Vilnius zou tonen. Er was een tijd dat Vilnius het ‘Jeruzalem van het noorden’ werd genoemd. De stad telde toen maar liefst 105 synagogen. In 1939 was 40 procent van de stadsbevolking Joods. In 1941 marcheerden de Duitsers Vilnius binnen en werden in september van dat jaar de Joden in twee getto’s in de oude binnenstad opgesloten.
Nog voordat de getto’s gecreëerd werden, had de Sauuma, de Litouwse geheime dienst samen met de Duitsers tien tot twintigduizend Vilnius-joden in de bossen doodgeschoten. Het Grote Getto werd op 23 en 24 september 1943 door de nazi’s met granaten en explosieven verwoest. Een deel van de joodse bevolking die daar toen nog woonde, werd afgevoerd naar concentratiekampen. De rest werd meteen vermoord.
Tijdens de tweede wereldoorlog werden ongeveer 220.000 Litouwse joden vermoord. Slechts 6000 joden uit Vilnius overleefden de holocaust. Op dit moment wonen er nog 4000 joden in de stad en is er nog één synagoge. Gruwelijke cijfers die de onvoorstelbare werkelijkheid slechts gedeeltelijk kunnen weergeven.
De wandeling zelf viel wat tegen, aangezien de meeste sporen van de joodse aanwezigheid grondig zijn uitgewist. Slechts enkele gedenkplaten aan de muren van huizen waar vroeger het Grote en het Kleine Getto waren, herinneren aan dit stuk geschiedenis. Huizen die wel bewaard bleven, kregen een volledig andere functie. Hoewel ik al veel gelezen heb over de holocaust en op een koude februaridag zelf in Auschwitz-Birkenau stond, kan ik de omvang van dit drama nog steeds niet volledig bevatten.
Bij het beëindigen van de wandeling keerden we terug langs de Aušros Vartai, de poort van het Ochtendrood, de laatst overgebleven poort van de stadsfortificatie. Boven de poort bevindt zich een kleine bedevaartkapel met een afbeelding van de Barmhartige Moeder Gods uit de 16de eeuw. Er wordt gezegd dat deze afbeelding wonderen kan verrichten. We glipten even binnen in de kapel waar devote katholieken baden om de gunsten van Maria. In het midden van de straat zagen we mensen op hun knieën vallen en omhoog kijken naar de afbeelding in de kapel die vanuit de straat zichtbaar is. Bizar.
We liepen terug richting centrum en liepen even de Drievuldigheidskerk binnen die echt in erbarmelijke staat was. In het kleine Vilnius struikel je bijna in elke straat wel over eek kerkgebouw. Wat verder kwamen we voorbij de Orthodoxe Heilige Geestkerk waar de dienst net gedaan was. De kerk stroomde leeg en het viel op dat in Litouwen veel meer mensen gelovig zijn (of althans naar de mis gaan) dan in België. De dames droegen allemaal een doek op het hoofd, want een vrouw moet het hoofd bedekken als zij een Orthodoxe kerk binnen gaat.
Hoewel het tijd was voor het avondeten, ontbrak de honger. We vonden een plekje op een gezellig binnenkoertje en bestelden een flesje cava. Jaja, de Spaanse bubbels hebben ook de Baltische staten veroverd.
Op ons gemak wandelden we terug naar ons hotel. We genoten van de mooie zomeravond, de mooie huizen en kerken. Op nog geen halve dag in Vilnius hadden we het historische stadscentrum bijna volledig doorkruist. Groot is Vilnius niet, gezellig des te meer, met veel terrasjes, bars, restaurants, leuke binnenkoertjes, flaneerstraatjes, een groot plein voor de kathedraal waar de plaatselijke jeugd ‘s avonds bijeenkomt en kerken, veel kerken. En oja, je struikelt er om de paar meter over een winkeltje waar je barnsteen en andere souvenirs kan kopen. 😉
Voor het avondmaal (alweer op het terras van ons hotel) hield ik het bij борщ (bietensoep) en mijn vriend nam een chocoladegebakje. Als dessertje at ik twee huisgemaakte pralines die je per stuk kon bestellen en mijn vriend dronk een Litouwse brandewijn.
Op onze hotelkamer vonden we nog twee pralines. Een snoepje voor het slapen gaan. 😉