En ik die dacht…

Dat alleen vrouwen een schoenenfetisjisme hadden.

Deze middag zijn we iets gaan eten in de Improvisio met een Healthy lunch-bongobon. Of tonijn met lintpasta echt zó healthy is, weet ik niet, maar ik vond alleszins dat we veel te lang op ons eten moesten wachten. Nu geef ik toe dat we in Amerika op dat vlak verwend zijn, maar drie kwartier voor een simpele lunch is toch echt te veel. Vooral als je zag dat mensen die na ons aangekomen waren, eerder bediend werden.

Na het eten sprongen we nog even binnen bij onze favoriete kledingzaak in Leuven (Ritss boetiek in de Mechelsestraat). Solden zijn altijd een goeie aanleiding om de kleerkast van mijn vriend wat aan te vullen. Twintig minuten later, was hij met vijf hemden (drie met lange, twee met korte mouwen) rijker. En nog eens tien minuten later hadden we een nieuw paar schoenen voor hem gekocht. Efficiënt winkelen, ik blijf een fan.

Nieuwe kleren betekent natuurlijk dat er plaats gemaakt moet worden in de kleerkast, dus haalde ik er alles uit wat hij al meer dan een jaar niet meer had aangedaan. De mensen van ‘t Spit zullen ons dankbaar zijn. Nu ik toch bezig was, onderworp ik ook de schoenen aan een opruimactie. Schoenen die niet meer gedragen werden en te versleten waren, gooide ik weg, andere gingen in de zak voor ‘t Spit. Toen ik het echter waagde om voor te stellen dat heel oude en versleten paar bergschoenen met de opzichtige gele veters weg te gooien, brak de hel los. Hij had al wat geprutteld bij sommige schoenen en kledingstukken, maar de bergschoenen stootten op een resoluut njet. Na een kleine fysieke worsteling heb ik het dan maar opgegeven. De bergschoenen blijven.

Volgend jaar nog eens proberen.