Wakker om 6u! Uitslapen zit er hier duidelijk niet in. We zijn weer bij de eersten aan het ontbijt en terwijl mijn vriend zijn valies pakte, ging ik stiekem wat fotootjes van de baden maken. Eigenlijk verboden, maar ik kan me niet voorstellen dat iemand er wakker van ligt als ik wat fotootjes maak als aandenken.
We checken uit en laten dit toch ietwat teleurstellende resort (op de baden na, die waren geweldig) achter ons. We vertrekken met nog een paar druppels, maar daarna stopt het met regenen. De lucht is wel nog zwaar bewolkt, dus het is moeilijk in te schatten hoe lang het droog zal blijven.
Vandaag rijden we naar Lac Le Jeune. Onderweg houden we halt in het piepkleine dorpje Yale. Momenteel slechts 200 inwoners, maar ten tijde van de Fraser Canyon gold rush groeide dit dorp aan tot maar liefst 30.000 inwoners. Allemaal goudzoekers die hun geluk wilden beproeven bij het zoeken naar goud in de Fraser rivier. Het boeiende museum bood een blik op het leven van de goudzoekers met oude foto’s, werktuigen en reconstructies van tentenkampen. Nadat de goudzoekers hun biezen gepakt hadden, was het de beurt aan de (Chinese) spoorwegbouwers van de Canadian Pacific Railroad. Echt leuk museum voor zo’n klein stadje.
Volgende halte op onze route: Hell’s Gate Overpass. Hell’s Gate is een smalle canyon van slechts 34 meter breed waardoor de Fraser rivier zich met bulderend geweld een weg baant. Je kan de kolkende rivier oversteken met een gondola die je naar de andere oever brengt. In de Connections brochure die ik samen met mijn gids als inspiratie gebruikte voor het plannen van deze reis had ik gelezen dat er ook een zipline zou zijn boven Hell’s Gate. Wellicht bedoelden ze daarmee de gondola, want van een zipline viel geen spoor te verkennen. Jammer, want ik zag me al met een rotvaart over de diepe kloof sjezen.
De gondola was iets minder avontuurlijk, maar toch ook plezant. En zeker niet geschikt voor mensen met hoogtevrees. Bij aankomst aan de overkant liepen we over de metalen hangbrug om foto’s te maken van het kolkende water. Behoorlijk indrukwekkend. Er stond ook een stevige wind, die de brug flink deed bewegen.
Het was ondertussen alweer etenstijd (langer in Yale blijven hangen dan gepland). We begaven ons naar de enige eetgelegenheid in de verre omtrek. de cafetaria van Hell’s Gate. Ik bestelde een salmon chowder en mijn vriend een zalmburger. Ik vond de chowder veel te zout. Geen succes. Tijdens het eten zaten we ons af te vragen wat die betonnen constructies beneden in de bedding van de rivier waren. Opwekking van elektriciteit werd al bijna meteen uitgeschakeld.
Gelukkig vonden we het antwoord in het kleine vismuseum. Ten tijde van de aanleg van de Canadian Pacific Railroad kwam op 23 februari 1914 door een ontploffing een hele hoop steengruis in de rivierbedding terecht. De zo al smalle doorgang bij Hell’s Gate werd hierdoor nog lastiger te nemen door de zalmen die elk jaar stroomopwaarts naar hun geboorteplek terugkeren om daar kuit te schieten. Door dit desastreuze ongeval konden veel zalmen de nieuwe hindernis niet overwinnen en stierven ze ter plekke, ondanks pogingen om de zalmen te vangen en ze over de barrière te dragen. De zalmpopulatie is anno 2015 nog steeds niet op hetzelfde peil als voor de ramp.
In de loop der jaren ondernam men verschillende pogingen om de doorgang opnieuw makkelijker te maken voor de zalmen. Er werden ingenieuze systemen bedacht om de zalmen te vangen in grote opvangbakken, ze over te zetten en vervolgens weer vrij te laten aan de andere kant van de barrière. Omdat zalmen echter genetisch geprogrammeerd zijn om tegen de stroom in te zwemmen, zwommen ze terug de bak in waaruit ze net losgelaten waren. Uiteindelijk bood de bouw van fish ways (vistrappen) een oplossing. In de fish ways stroomt het water minder snel en kunnen de zalmen makkelijker stroomopwaarts geraken. In de loop der jaren werden er steeds meer fish ways bijgebouwd.
Als afsluiter van ons bezoek aan Hell’s Gate at ik een bananenfudge-ijsje. Terwijl ik van mijn ijsje genoot, schoot er pijlsnel een chipmunk voorbij. Alweer wildlife om van ons lijstje te schrappen.
Vanaf Hell’s Gate is het drie uur rijden naar Lac Le Jeune. Onderweg krijgen we het ene na het ander fabuleuze landschap voorgeschoteld. We zien tegelijkertijd de temperatuur op de buitenthermometer van de wagen langzaamaan opklimmen. We stoppen verschillende keren onderweg om al de natuurpracht in ons op te nemen. Het valt ons op hoe op vele velden de sproeiers op volle toeren werken om de gewassen van het broodnodige water te voorzien.
Ook opmerkelijk zijn de schijnbaar oneindig lange vrachttreinen, vaak met wagons van twee containers boven mekaar. De treinen zijn zo lang dat de wagons door meerdere locomotieven voortgestuwd moeten worden.
Tijdens onze rit zien we regelmatig in de verte regenbuien hangen, maar wij blijven wonderwel rijden in de zon. Fantastisch.
Zo rond 18.40u komen we eindelijk aan Lac Le Jeune Resort. Een resort gelegen op een landtong tussen met elkaar verbonden meren. We worden ongelooflijk hartelijk welkom geheten en krijgen meteen het aanbod om de dag nadien gratis te upgraden naar een kamer met een mooier uitzicht. Daar zeggen wij natuurlijk geen neen tegen.
Voor het avondmaal schuiven we aan bij het buffet van het hotel. Er is toevallig die avond een grote groep uit Malta in het hotel en wij belanden aan dezelfde tafel als de gids en de chauffeur van de groep. De Maltese gids is duidelijk niet al te opgezet met zijn groep en zit wat te grommelen tegen de chauffeur. We vernemen dat de gids jaarlijks met een groep Lac Le Jeune bezoekt. De chauffeur is een erg aimabele man die in Banff National Park woont. Hij is met pensioen, maar in de zomer rijdt hij groepen rond met de bus. Ik begrijp het niet helemaal, maar dit zou volgens hem een voorwaarde zijn om in het park te mogen wonen.
Het buffet is echt copieus. Zoveel keuze uit warme en koude gerechten. De rosbief is om duimen en vingers af te likken, maar het allerbeste is het dessert. een ongelooflijk heerlijke blueberrie pie.
Niet lang na het avondmaal kruipen we in bed (weer twee aparte queen size bedden op de kamer, mijn vriend deed een klein vreugdedansje bij aankomst), vast van plan om de volgende dag vroeg op te staan om zoveel mogelijk wildlife te spotten.