2 juni: Aankomst in Hull en St. Abb’s Head

Niet zo goed geslapen. Een aantal keer badend in het zweet wakker geworden. Jammer, want meestal heeft het wiegen van zo’n boot een positief effect op mijn nachtrust. Gelukkig hebben we vandaag een redelijk rustige dag voor de boeg. Maar eerst: ontbijten! Ons eerste typisch English breakfast! Met roerei en champignons en gestoofde tomaat! Het smaakt.

Na het ontbijt gaan we even aan dek kijken en worden we begroet door een stralend zonnetje. Zalig. We kijken toe hoe onze reusachtige boot zich in een minisluis manoeuvreert terwijl we de haven van Hull invaren. We pakken onze spullen bijeen en beginnen aan de vier uur durende rit naar onze bed and breakfast in Eyemouth.

De rit verloopt vlotjes. Mijn vriend blijkt zich zonder al te veel moeite aan te passen aan het links rijden. We stoppen onderweg bij één van de vele wegrestaurants voor een geroosterd broodje met kip en paprika (ik) en twee hamburgers van de McDonalds (mijn vriend). Om al dat gezond wat te compenseren verorber ik als dessert een gigantische negerzoen, a Belgian specialty!

Rond een uur of half drie zijn we in AllanBank Bed and Breakfast alwaar ons een zeer gastvrij onthaal wacht. We droppen snel onze bagage af en vertrekken naar St. Abb’s Head, want de zon staat stralend aan de hemel en daar moet een mens die naar Schotland trekt van profiteren!

St. Abb’s Head is meteen al goed voor een eerste hoogtepunt van deze reis en we zijn nog maar pas begonnen! We kopen een plannetje van de omgeving en besluiten ons aan de lange wandeling te wagen. De eerste keer dat mijn splinternieuwe wandelschoenen van stal mogen!

De ruige rotsen van St. Abb’s Head rijzen tot 91 meter boven de Noordzee uit. Dat op zich is al behoorlijk spectaculair, tel daar dan nog eens het lawaai van meer dan 50.000 broedende vogels bij en je kan je wel voorstellen dat deze plek echt een overdonderende indruk maakt. Een greep uit de vogelsoorten die hier hun jongen grootbrengen: stormvogels, zeekoeten, drieteenmeeuwen en papegaaiduikers. De rotsen zien dan ook wit van de vogeluitwerpselen.

Tijdens onze wandeling zien we niet alleen gevleugelde beestjes: op de groene hellingen grazen ontelbare ooien en hun lammeren. En overal staat de gele gaspeldoorn in bloei, een zalig zoetige geur verspreidend. Magnifiek. Alleen spijtig dat ergens in de helft van de wandeling mijn stem het begon te begeven. Waarschijnlijk de combinatie van keelpijn en een strakke wind. De rest van de tocht dus maar spaarzaam omgesprongen met woorden, wat voor mijn vriend een echte verademing moet geweest zijn. 😉

Na een tweetal uurtjes stappen hebben we de lus rondgemaakt en trekken we terug richting onze B&B. We besluiten de tip van onze gastheer te volgen en in een nabijgelegen seafood restaurant te gaan eten. Tot onze grote teleurstelling blijkt dit echter gesloten te zijn.

We vinden wat verderop een ander restaurant dat vis- en aanverwanten op het menu heeft staan: de Contented Sole. De honger is groot, dus ik neem een soepje vooraf en mijn vriend gaat voor de mushrooms with bread and garlic. Uiteraard laten we ons verleiden door de seafood platter. Bij het eten bestelt mijn vriend een lokaal biertje (dat niet echt lokaal blijkt te zijn, want van hetzelfde merk als op de boot). Ik waag me, ondanks mijn zere keer aan een kleine cider. Zowel het bier als de cider komen van de tap en het is duidelijk dat er verhoudingsgewijs te veel water in onze drankjes zit. Zo is het natuurlijk makkelijk om extra winst uit een vat te persen.

Ook het voorgerecht is een tegenvaller: mijn soep is wel dik, maar heeft verder weinig smaak. Mijn vriend ziet tot zijn verbazing een bord met gefrituurde champignons arriveren. Ok, dat hadden we natuurlijk kunnen weten en al bij al vallen de champignons nog mee. Spijtig genoeg blijken ook de verse, lokaal gevangen vis en zeevruchten van een krokant jasje voorzien. Wellicht weten jullie dit niet, maar ik ben niet zo een fan van gefrituurde zaken. Ik snap gewoon niet waarom je lekkere ingrediënten moet verdoezelen met zo’n smakeloos deeg. Alleen tempura kan ik wel smaken en dan nog met mate.

Enfin ja, het was eetbaar, het vulde onze magen en meer heb ik daar niet aan toe te voegen.

We kruipen er andermaal vroeg in: om 21.30u is het licht bij mij volledig uit en de volgende dag moeten we om 6.45u uit de veren (iets wat mij tijdens een gewone werkweek nooit lukt, doe ik op vakantie voor mijn plezier, een mens zit toch raar in mekaar).