70 jaar geleden stond Dresden in brand

Vandaag herdenken we niet alleen de geboorte van yab, 70 jaar geleden herleidden de brandbommen van de geallieerden Dresden in de nacht van 13 op 14 februari tot puin. 25.000 mensen stierven. Een oorlogsmisdaad die verder zonder gevolg bleef. De overwinnaars hebben altijd gelijk.

Een terugblik op de paar dagen die ik in Dresden doorbracht:

En een paar fotootjes, omdat het kan:

IMG_4776

IMG_4856

IMG_4897

IMG_4932

IMG_4943

IMG_4964

IMG_4965

IMG_4984

IMG_5038

IMG_5077

IMG_5097

IMG_5110

IMG_5111

IMG_5137

IMG_5154

Zondag 11 juli – Laatste dag in Dresden

Vandaag stond onze wekker om negen uur. Onze tweede dag en laatste dag in Dresden begonnen we met onze valiezen te maken. Het voordeel van met de wagen reizen, is dat je zoveel meeneemt als je wil. Het nadeel is dat je veel te veel meeneemt en dat je dus steeds met al die bagage moet zeulen als er van hotel gewisseld wordt.

Eer we goed en wel uitgecheckt waren was het alweer half elf en besloten we dezelfde truc als gisteren toe te passen: een vroeg middagmaal. Op het terras van restaurant Sophienkeller aten we een spaghetti met groenten. Koolhydraten om vandaag goed te kunnen stappen. Heel toevallig waren we op het terras terecht gekomen van één van de twee restaurants uit Dresden die door mijn reisgids aanbevolen werden. Na een bezoek aan het toilet werd duidelijk waarom. In de gang naar het toilet werd je verwelkomd door een betoverde spiegel die je uitriep tot de mooiste van het land. Daarna zwaaide de deur naar het toilet volautomatisch open. Geweldig. :) Onder het gebouw bleek zowaar een gigantische kelder verstopt met houten tafels en zitbanken en alkoven en twee varkens die rondjes draaiden aan het spit. We wisten meteen waar we ons avondmaal zouden nuttigen.

Na het ontbijt/middagmaal trokken we naar de magistrale Frauenkirche. De Frauenkirche werd volledig verwoest tijdens de tweede wereldoorlog. Tot in de jaren negentig lag op dezelfde plaats waar nu de prachtige kerk verrijst een met rozen overgroeide ruïne. In 1993 begon men met de wederopbouw en vandaag kan Dresden weer trots zijn op dit prachtig staaltje bouwkunde. Een ritje met de lift en enkele trappen later lag Dresden aan onze voeten. En ja, gisteren hadden we ook al van een schitterend uitzicht kunnen genieten, maar geef mij een toren en ik wil naar boven. 😉

Jammer genoeg mochten we in de Frauenkirche “uit eerbied voor god” geen foto’s nemen. Als er al een almachtig wezen dat zichzelf god noemt, zou bestaan, zou dat er dan werkelijk wakker van liggen dat ik wat fotootjes van het gebouw neem waar het aanbeden wordt? Ik denk het niet. Dus heb ik er stiekem toch enkele gemaakt.

Na de beklimming van de Frauenkirche wandelden we wat rond in het centrum van Dresden waar een fietshappening plaatsvond. Honderden dappere fietsers (in temperaturen van meer dan dertig graden kruip ik liever niet op de fiets) deden zich te goed aan braadworsten, bier en ander fastfood. Zelf liet ik me verleiden tot de aankoop van een bekertje kwark (platte kaas met heel veel suiker) met drie smaakjes: vanille, kirsch en mojito (dat laatste smaakje was geen succes).

Het werd ons toch een beetje te heet, daarom besloten we de koelte van een museum op te zoeken. De Zwinger was vlakbij en bood een collectie schilderijen van oude meesters, wapentuig en bijzonder porselein. We begonnen met de Gemäldegalerie Alte Meister. Schitterende werken van Rembrandt, Canaletto, Vermeer, Rubens, van Eyck, Velázquez en Titiaan zorgden voor een overbelasting van mijn zintuigen. Hoe schitterend ik deze schilderijen ook vind, op den duur ben je zo overdonderd door het overaanbod dat je er niet meer in slaagt alles op te nemen. Ik zal nog eens moeten terugkomen.

Na de schilderijen volgden de wapenuitrustigen van de Rüstkammer aan een iets hoger tempo. Verontrustend toch dat iets zo dodelijk zo mooi kan zijn. Prachtige pistolen, schitterende lansen en dolken, de een al dodelijker dan de ander. Gelukkig waren er ook praalharnassen voor ridder én paard die van boven tot onder met de fijnste afbeeldingen versierd waren en beslist nooit een slagveld of riddertoernooi gezien hadden. Er restte ons nog een klein beetje tijd tot het museum sloot. Net genoeg om nog een snelle blik op het porselein te werpen. Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik dol ben op “pottekes”, wel de Porzellansammlung bezorgde me bijna een indigestie. Vooral de levensgrote dierenbeelden in porselein waren magnifiek. Of heeft u ooit al een Cassowary in porselein gezien?

Tijd voor het avondeten waarvoor we terugkeerden naar de Sophienkeller. We lieten ons bedienen door de in middeleeuwse kledij gestoken meisjes en kozen voor twee traditionele gerechten met varkensvlees: Sächsischer Sauerbraten mit Apfelrotkraut und Königskloss en Ferkel im Brotteig mit Sauerkraut, Sef und Röstzwiebeln eingebacken, dazu hausgemachter Weisskrautsalat (zeg nu zelf, klinkt dat niet geweldig?). En daarmee zat ons bezoek aan Dresden erop. We keerden terug naar het hotel en begonnen aan de twee uur durende autorit naar Berlijn.

In het hotel aangekomen dronken we om onze goede aankomst te vieren nog een veel te dure en veel te waterige cocktail (alcohol in Duitsland is pokkeduur) terwijl we met een half oog de wereldbekerfinale tussen Spanje en Nederland volgden. Ik keek net op van mijn computer waarop ik mijn verslag zat te typen toen Spanje in de verlengingen het winnende doelpunt scoorde. ‘t Is niet dat ik het de Nederlanders niet gunde, maar ik gunde de Spanjaarden deze overwinning toch net iets meer. Spanje werd wereldkampioen en wij gingen slapen. Op naar de volgende dag!

Zaterdag 10 juli – Eerste dag in Dresden

Omdat we de vakantie niet wilden beginnen met een torenhoog slaapgebrek, was de afspraak: geen wekkers deze ochtend. Het lukte ons zowaar om tot half elf uit te slapen. Jammer genoeg schrok ik wakker met de wetenschap dat ik op het werk één los eindje was vergeten vast te knopen. Achja, de wereld zal er niet door vergaan, maar het is wel een beetje vervelend. Het lijkt erop dat ik dus weer even nodig zal hebben om de omschakeling werk-vakantie te maken.

Na in het hotel wat folders met info over Dresden bekeken te hebben, was het al bijna middag. We sloegen het ontbijt over en stapten een sushizaak binnen met de originele naam Sushi&Wein, gelegen op een paar meter van ons hotel. 9,5 euro per persoon voor all you can eat sushi. Er bestaan slechtere deals op de wereld. En voor zo’n lage prijs viel de sushi best goed mee.

Na het middagmaal stapten we in de drukkende hitte naar de Zwinger, een prachtig barok gebouw daterend uit 1732. We wandelden onder de Kronentor naar de grote binnenplaats en bewonderden de grote verscheidenheid aan beelden die de balustrades sierden. Na een kijkje genomen te hebben bij het Nymphenbad (een barokke fontein), werd de hitte mij even te veel. Misschien was het een combinatie van slaapgebrek en de hitte of had ik wat te veel sushi gegeten. Feit is dat ik het gevoel had dat alle energie uit me weggestroomd was en ik me niet in staat achtte nog een vin te verroeren. Twee flesjes van een halve liter water later, voelde ik me weer beter.

We zochten de verkoeling op van de Hofkirche. Een kerk die net als het overgrote deel van Dresden de verwoestende nacht van 13 op 14 februari 1945, toen Britse en Amerikaanse vliegtuigen met brandbommen de stad in as legden, niet overleefde. De barokke kerk werd echter heropgebouwd en doet nu dienst als katholieke kathedraal in het protestantse Dresden.

Tijd voor een bezoekje aan de andere oever van de Elbe. We liepen over de Augustusbrücke richting Neustadt waar de Goldenen Reiter, blinkend op z’n paard ons verwelkomde. Net als de rest van Dresden, ontkwam de Neustadt niet aan de verwoestingen van de tweede wereldoorlog en daardoor heeft dit stadsdeel, volgens mijn reisgids, zijn vroegere glans verloren. Toch was ik gecharmeerd door de mooie schaduwrijke laan met platanen waarlangs winkels en restaurants gelegen waren. We kochten in een plaatselijke supermarkt nog enkele liters water (door de airco op het werk ben ik die hitte niet meer gewoon) en keerden op onze stappen terug.

Een reis is niet volledig zonder boottochtje. Stipt om vijf uur vertrok onze stoomboot voor een Stadtrundfahrt op de Elbe. Het werd een zalig ontspannend tochtje en ik voelde me weer helemaal de oude. De gids gaf uitleg in het Duits en in het Engels. Al vergat ze soms de Engelse vertaling, toch kon ik de uitleg goed volgen. Ik denk dat de mensen hier heel duidelijk spreken, want ik versta ze beter dan verwacht. Om te vieren dat ik de kleine inzinking van vlak na de middag overwonnen had, dronk ik een glaasje sekt. Mijn vriend zocht verkoeling bij een Eiscaffé.

De gids op de boot legde uit dat Dresden qua oppervlakte de derde grootste stad van Duitsland is, al heeft de stad slechts een half miljoen inwoners. Dit heeft tot gevolg dat Dresden een heel groene stad is met veel open ruimte. Het water van de Elbe wordt tegenwoordig steeds schoner. Dat konden we met eigen ogen zien, want overal langs de oevers zaten mensen pootje te baden en werd er gezwommen. De oevers zijn zeer groen en op de meeste plaatsen niet ingedijkt.

We voeren langs enkele prachtige kastelen, gelegen op heuvels die over de Elbe uitkeken. Op die heuvels worden druiven voor witte wijn geteeld. Ongetwijfeld zal het mooie weer dit jaar voor een goede oogst zorgen. Aan het Blaues Wunder, een blauw geschilderde hangbrug van 141,5 meter lang, gebouwd in 1891-1893 keerde onze boot om. Op het einde van de rit genoten we ter afsluiting van het Canaletto-zicht op de torens van de stad. Boottochtjes en ik, dat klikt altijd. 😉

Na de boottocht trokken we richting het oude stadsgedeelte. Aan de balie van het hotel had men ons gezegd dat het zaterdag Museumnacht was. We besloten te profiteren van het feit dat de belangrijke musea tot 1 uur ‘s nachts open bleven en kochten een ticketje voor het Grünes Gewölbe in het Residenzschloss. Een collega had me op het hart gedrukt dat ik dit zeker niet mocht missen, maar ik had niet verwacht zo’n pracht en praal te zien.

Het lijkt wel of alle wonderen in de wereld verzameld zijn in het Grünes Gewölbe: de grootste groene diamant, prachtig gedraaid ivoor (uit een tijd dat het nog niet illegaal was in ivoor te handelen), kunstig bewerkte kersenpitten (jawel!) met meer dan honderd gezichtjes op, slechts goed waarneembaar met een vergrootglas, fabelachtige juwelen, drinkbekers met wondere wezens, bewerkte kokosnoten en struisvogeleieren, zeeschelpen verwerkt tot fabeldieren, een magnifieke maquette waar je gerust een dag naar kon kijken om steeds nieuwe details te ontdekken, goud, zilver, edelstenen, halfedelstenen, bergkristal,… Het is te veel om op te noemen en jammer genoeg was het strikt verboden te fotograferen, waardoor de herinneringen aan al dit moois langzaam zullen vervagen.

Het grappige is dat er ter gelegenheid van de museumnacht een quiz was. Mijn vriend en ik kregen allebei een blaadje in de hand gedrukt met daarop vragen in het Duits. Hierdoor lieten we ons echter niet ontmoedigen en met wat hulp van medebezoekers slaagden we erin alle vragen op te lossen. En nu weet ik meteen wat het Duitse woord voor hagedis is Eidechse. Alle deelnemers kregen een prijs. Die van ons bestond uit een button met een gouden drankenkop. Fier als een pauw spelden we dit ereteken op.

Terwijl de zon haar laatste stralen over Dresden uitstrooide, beklommen wij de Hausmannsturm van het Residenzschloss. Op het terras bovenaan hadden we een magnifiek uitzicht over de stad en haar rivier. In de verte hoorden we gejuich. Een doelpunt voor Duitsland tijdens de kleine finale tegen Uruguay. De hemel kleurde rood en er werd druk gefotografeerd om dit schouwspel digitaal te vereeuwigen.

Na het bezoek aan het Residenzschloss stelden we vast dat het al half tien was en we, op de sushi ‘s middags na, niets meer gegeten hadden. We zochten een plaats op het dichtsbijzijnde terras van een restaurant met de weinig Duitse naam Palais Bistro. Gelukkig was de keuken nog open en werd er niet veel later een lekkere canard à l’orange voor onze neus gezet. Terwijl we zaten te eten liep de match tegen Uruguay ten einde en barstte er een luid gejuich los in de stad. Overal hoorden we vuurwerk knallen en auto’s reden toeterend door de straten. Duitsland eindigt derde in de wereldbeker voetbal 2010.

Na het eten was onze pijp uit en keerden we terug naar het hotel.

Vrijdag 9 juli – De rit naar Dresden

Veel valt er niet over te zeggen, eigenlijk. De rit was lang en saai. We zijn langs kilometers en kilometers wegenwerken gereden. Het is zalig om op de plaatsen waar dit toegelaten is het gaspedaal eens goed diep in te drukken en de kilometers op de GPS naar beneden te zien gaan.

Duitse wegrestaurants zijn superproper, zelfs de toiletten zijn onberispelijk schoon. Echt een plezier om een pitstop te maken. De mensen schijnen mijn pogingen tot Duits redelijk goed te begrijpen en ik versta de taal van Goethe beter dan ik had verwacht, want het is niet zo dat ik tegenwoordig nog veel met Duits in contact kom.

Het laatste uur van de rit kon ik mijn ogen echter niet meer open houden, zelfs al had ik me vast voorgenomen om wakker te blijven. Gelukkig had mijn vriend genoeg koffie gedronken om de rit tot een goed einde te brengen.

In het hotel aangekomen zag ik sterretjes van vermoeidheid. Het nachtleven van Dresden zouden we wel op een ander moment opzoeken. Niets is heerlijker dan de verlossing van de slaap na een vermoeiende dag.