Volgende stop: National Daintree Park Boardwalk. Onze eerste officiële kennismaking met het regenwoud. Het oerbos ten noorden van Cairns dateert uit de tijd van de dinosauriërs. Je vindt er vegetatie die sindsdien niet meer geëvolueerd is. Onze gids met de bakkebaarden toonde allerlei vruchten (giftige en niet-giftige) en wees ons op varens, palmbomen en de voorvaderen van onze huidige naaldbomen. Planten uit een ver verleden. Het is tragisch dat de eeuwenoude majestueuze naaldbomen die dit woud vroeger bevolkten, in de vorige eeuw gekapt werden voor hun hout. Zeer tragisch, want de bomen en palmen in het woud groeien erg traag. Het zal eeuwen duren voordat het regenwoud hiervan hersteld is.
Het regenwoud loopt ook gevaar door uitheemse planten en dieren die de oorspronkelijke fauna en flora bedreigen: varkens en giftige padden zijn een echte pest. Er worden vallen opgezet om varkens te vangen. En de regering vraagt dat iedereen die een giftige pad op zijn weg tegenkomt deze naar een andere wereld zou helpen. Al vrees ik dat het, zeker wat de padden betreft, een quasi onmogelijke opgave zal zijn ze uit te roeien.
Hét hoogtepunt op onze uitstap beleefden we al in de voormiddag: we zagen de zeldzame Southern Cassowary, een loopvogel verwant aan de struisvogel en de emoe met een prachtige blauw met rode kop. We zagen hem langs de boardwalk lopen en hij liep gewoon een tijdje met ons mee. Heel bijzonder voor een vogel die als schuw omschreven wordt en die wanneer hij in nood komt erg gevaarlijk is. Een cassowary kan een mens zelfs doden met zijn vlijmscherpe klauwen. Jammer genoeg is het niet gelukt om een duidelijke foto van de cassowary te maken. Het blijft bij een onscherp en bewogen aandenken.
De prachtige cassowary staat helaas op de lijst met beschermde diersoorten. Vandaar dat het zo’n ongelooflijk geluk was er eentje tegen te komen in het regenwoud. Cassowary’s voeden zich met vruchten. Het gebeurt dat jonge cassowary’s te veel vruchten eten waardoor deze beginnen gisten in hun maag. Gevolg: ze worden dronken en blijkbaar vinden dronken cassowary’s het leuk om in het midden van de weg te gaan zitten. Waardoor er zich natuurlijk jammerlijke ongevallen voordoen. Overal langs de (controversiële) weg door het regenwoud vind je inderdaad borden die waarschuwen voor overstekende cassowary’s. Het is eens wat anders dan de eeuwige borden met kangoeroes. Als afsluiter van onze tocht door het regenwoud kregen we een minidraakje (hagedis) te zien. Een bijzondere diersoort meer of minder, we draaien er onze hand niet meer voor om.
Tijd voor de barbecuelunch bij restaurant Lync-Haven. Voordat we aan tafel gingen, mochten we eerst de kangoeroes en walabi’s voeren. Het ging hier om dieren men gevonden had toen ze nog heel klein waren en zonder menselijke tussenkomst niet zouden overleefd hebben. Deze dieren zijn te zeer gewend aan mensen en konden daardoor niet meer in de vrije natuur overleven. Ik vond het contract met Featherdale Park erg groot. Deze dieren in gevangenschap hadden wel voldoende ruimte. Het blijft natuurlijk de ideale foto-opportunity zo’n pluizige kangoeroe die uit je hand komt eten. 😉
De barbecuelunch was eenvoudig maar het smaakte. We kregen een enorm groot stuk vlees en lekkere groentjes. Na het eten las ik hoe natuurbeschermers de heraanleg van regenwoud aanpakken. Ze planten inheemse boompjes samen met andere snel groeiende en snel afstervende soorten. Zodat deze na hun afsterven als voedsel voor de inheemse regenwoudvegetatie kunnen dienen. Heel interessant.