Een weekdag in september. Ik had net een examen achter de rug en de rest van de namiddag vrij. Ik liep over het Hooverplein dat ter ere van Leuven kermis helemaal vol stond met kermisattracties. Het was rustig. De meeste mensen waren aan het werk, de kinderen nog op school. De lunaparken en grote attrakties waren dicht, alleen de frietkramen deden goeie zaken.
Bij de kraam met de zielige pony’s die de ganse dag in rondjes achter mekaar moeten sukkelen, merkte ik een bijzondere bedrijvigheid op. Een cameraman en geluidsman trokken eerst mijn aandacht. Daarna zag ik het kleine jongetje, niet ouder dan een jaar of twee, dat de ziel uit zijn lijf schreeuwde, zittend bovenop een zielige pony. Dikke tranen biggelden over zijn wangen. Het verdriet van het kleine jongetje werd uitgebreid gefilmd en op geluidsband opgenomen. Ik bleef staan om te zien hoe lang dit kind nog lijden moest omwille van de zevende kunst. Net op dat moment stopte de cameraman met filmen en tilde zijn moeder hem van het paard. Het was duidelijk dat het pony-avontuur niet naar de zin van het jongetje was, want hij sloeg zijn moeder met zijn kleine vuistje. Ik glimlachte en stapte door.
Gisteren heb ik het kleine jongetje teruggezien. In de cinema. In een promotiefilmpje voor Artsen zonder Grenzen. Hopelijk heeft hij het zijn moeder ondertussen vergeven en zal hij later beseffen dat zijn tranen een hoger doel gediend hebben. 😉