Deze ochtend bracht ik net iets meer dan twee uur door in de tandartsstoel, met dank aan dat ongeval dat ik lang, lang geleden had. Op zich ben ik wel het één en ander gewoon. Die keer dat de tandarts door mijn metalen kroon moest heen boren was ook niet prettig en per slot van rekening heb ik bijna twee jaar een beugel gedragen. De uren die ik voor die beugel met mijn mond opengesperd in een tandartsstoel gelegen heb, kan ik niet op twee handen tellen. Maar het is echt lang geleden dat ik meegemaakt heb dat twee uren zo traag voorbij gingen.
De tandarts moest een tijdelijke kroon installeren op mijn kies. Dus moest ze rond de voorlopig opgebouwde tand (bestaande uit dat materiaal waarvan vullingen gemaakt zijn en waarvan ik ondertussen al een paar stukjes was kwijtgeraakt) rondom rond afslijpen om plaats te maken voor de kroon. De kies in kwestie bevindt zich helaas helemaal achteraan linksboven in mijn kaak. Eén van de moeilijkst bereikbare plekken dus. Zowel de tandarts als ikzelf hebben afgezien en ik ben een paar keer bijna gestikt doordat het water van dat slijpding in mijn keelgat liep. En hoezeer de tandarts ook haar best deed, het was een geduw en getrek om bij de juiste plaats te geraken, waardoor ik nu een gescheurde mondhoek heb.
Nu, gelukkig was dit de vervelendste (en langste) behandeling van allemaal. Nog twee keer en ik kan er hopelijk weer voor een jaar of vijftien tegen. 😉
[…] Verdrinken in de tandartstoel – 23 augustus 2019 […]