De kriebel in de keel heeft zich ontwikkeld tot een ferme keelpijn, gecombineerd met hoofdpijn. Wellicht was de stress van de vorige week er toch wat teveel aan en krijg ik daarvan nu de weerbots. Typisch. Enfin, dafalgan en keelpastilles zitten in onze bagage dat moet voldoende zijn om de symptomen te onderdrukken.
Zaterdagochtend pakken we onze laatste spullen bijeen en ruimen we ons appartement op. Ik doe zelfs de moeite om onze terrasstoelen af te wassen, zodat de persoon die op ons appartement past onbezorgd van een eventueel zonnetje kan genieten. En ik neem afscheid van mijn prachtig bloeiende orchideeën die over drie weken wellicht al hun bloemen kwijt zullen zijn. Voor die ene keer dat ik er eens in slaag een orchidee opnieuw bloemen te laten krijgen…
We vertrekken rond een uur of twee, ruimschoots op tijd om onze boot in Zeebrugge te halen. Onderweg passeren we echter enkele wegenwerken die onze GPS plots een uur bij onze reistijd doen optellen, waardoor we akelig dicht bij het laatste inschepingsmoment komen. Gelukkig blijkt onze GPS een pessimist en valt de opgelopen vertraging nog mee. We zijn mooi op tijd voor de check-in.
De boot ziet er helemaal uit zoals in mijn herinneringen aan de Schotlandreis toen ik in het vierde middelbaar zat. ’t Zou zelfs gewoon dezelfde boot kunnen zijn, want ze is in gebruik genomen in 1985. En het lijkt inderdaad of de tijd hier is stil blijven staan, met ouderwetse gokmachines, een casinotafel en de disco, die er identiek uitziet als degene waarin ik jaren geleden overmand door vermoeidheid in slaap ben gevallen, de luide muziek negerend.
We dineren op de boot: typisch vettige Engelse kost. Ik beperk mij tot een beetje kalkoen en veel groenten en een ijsje van Häagen-Dazs om mijn keel wat te verdoven. Na het eten gaan we nog iets drinken in de bar (een watertje voor mij, snif) en besluiten we al om negen uur onder zeil te gaan. Ik probeer van de gelegenheid gebruik te maken om zoveel mogelijk te slapen, kwestie van zo snel mogelijk te genezen.