Ik was vandaag een beetje aan de late kant voor de squash, ditmaal niet door toedoen van de NMBS, maar wel omdat ik simpelweg te lang op het werk was blijven zitten (één dag afwezigheid en mijn mailbox liep alweer over). Dus sprong ik in zeven haasten op mijn fiets om er een mooi sprintje richting squashclub uit te persen, toen ik merkte dat er parkeerwachters in onze straat rondliepen. Normaal hebben we een bewonerskaart, maar die is al een tijdje vervallen en omdat het leasingcontract van de wagen nog moet overgezet worden naar onze nieuwe bvba, besloten we nog even te wachten met de aanvraag van een nieuwe bewonerskaart tot alles in orde was. En natuurlijk, net die ene keer dat we de wagen niet op het Engels plein geparkeerd hadden, komen ze opschrijven. Ik maakte rechtsomkeer en drukte op de bel van ons appartement om snel aan mijn vriend te melden dat er parkeerboetes werden uitgedeeld. Zegt mijn vriend mij via de parlofoon dat hij op dat moment mijn collega aan de lijn had “waarvan het geluid niet werkte”. Ik in de war, hij nog meer.
Nu moeten jullie weten dat ik mijn trouwe iphone één keer in de week achterlaat om te gaan squashen. Ik zie er het nut niet van in dat ding mee te nemen en het risico te lopen dat hij gestolen wordt terwijl ik op een balletje sta te meppen. Omdat de iphone bleef rinkelen had mijn vriend toch maar opgenomen, denkend dat het dringend was. En net op dat moment belde ik aan. Ik kan me zijn verwarring levendig voorstellen. Enfin, de problemen raakten opgelost en de auto werd verzet (helaas te laat, want de parkeerretributie was een feit).
Door dat alles was ik uiteraard hopeloos te laat op de squash. Maar toch nog eerder dan mijn squashpartner. Ik begon al lont te ruiken en na een dik kwartier alleen tegen een balletje gemept te hebben, realiseerde ik me dat hij waarschijnlijk onze afspraak weer vergeten was en dat ik mezelf als tegenstander zou hebben voor de rest van het uur. Ik heb alleszins flink doorgemept, want ik slaagde erin mijn twee balletjes in het plafond te kloppen. Gelukkig kreeg ik er eentje uit de grote voorraad “in het plafond geklopte” balletjes van de squashclub. Nog een kwartier later komt de uitbater mij melden dat mijn squashpartner er niet meer zou geraken. Dat had ik tegen dan ook wel door, maar kom, ik was nu toch goed bezig.
Op de terugweg van de squash hielp ik nog een verdwaalde buitenlandse studente uit de nood die dacht dat het busstation aan de Vaartkom lag. Had ik tenminste het gevoel dat mijn eenzaam squashuurtje toch nog ergens nuttig voor was geweest.
Volgende week beter?