Donderdag 29 juli – Van Riga naar Tallinn

Onze laatste voormiddag in Riga. De weersvoorspellingen gaven weer heavy rainshowers, maar ‘s ochtends scheen de zon. We brachten een bezoek aan het Mentzendorffhuis waar in de 17de en 18de eeuw rijke Duitse kooplieden woonden. Tijdens de renovatie van het huis enkele jaren geleden vond men mooie muur- en plafondschilderingen terug. Het leek me de moeite om deze met eigen ogen te aanschouwen. En dat was ook zo. De drie verdiepingen van het huis waren ingericht met meubilair uit de juiste periode en de nog bewaard gebleven muurschilderingen waren zeer verfijnd. Voor de twee bovenste verdiepingen moesten we stoffen schoenbeschermers aandoen om het parket niet te beschadigen. Op zolder troffen we vreemd genoeg een collectie hedendaagse bedspreien aan (of ik denk toch dat het bedspreien waren). In Riga maakt men wel vaker van de gelegenheid gebruik om in een historische context werk van hedendaagse kunstenaars tentoon te stellen (en te verkopen). Al is het getoonde werk vaak van niet al te hoge kwaliteit.

Na het bezoek aan het Mentzendorffhuis wilden we nog een boottochtje maken op de kanalen van Riga, maar de in de verte zich bijeen pakkende regenwolken deden ons van dit plan afzien. We aten snel wat overheerlijk gebak van een plaatselijke bakker en gingen terug naar ons hotel om natuurlijk onderweg overvallen te worden door een hevige regenbui. Goed dat we dat boottochtje niet meer gedaan hadden. We schuilden even in een hypermoderne winkelgalerij tot de regen wat geminderd was.

Min of meer droog bereikten we ons hotel. We zaten echter nog geen seconde in de veilige cocon van onze wagen toen de stortregens losbarstten. De mensen die op straat liepen waren in een paar seconden doorweekt en de straten veranderden in rivieren die, wanneer we erdoor reden, het water metershoog deden opspatten. Jaja, de heavy rainshowers hadden ons eindelijk ingehaald.

We reden door de regen en zagen onderweg meren en dennenbossen en veel leegte. We zagen ook dappere fietsers en zelfs wandelaars die kromgebogen de weergoden trotseerden. We waren niet meer zo ver verwijderd van de grens met Estland toen we een eenzame lifster langs de kant van de weg zagen staan, met wat leek op twee schilderdoeken. We stopten om te vragen waarheen ze een lift zocht.

Het meisje met de schilderdoeken moest naar de laatste stad voor de grens met Estland en was dolblij dat we haar een lift aanboden. Het vergde wat puzzelwerk om zowel haar rugzak als de schilderdoeken op de achterbank te krijgen, samen met onze rugzakken, maar het paste net. En zo reden we verder in het gezelschap van een schilderes in spé die ons leerde dat het Lets twee woorden heeft voor ooievaar. Twee woorden die ik natuurlijk al lang weer vergeten ben. We zetten haar af aan een klein museum waar er blijkbaar een vernissage was en wensten haar nog veel succes.

Verder valt er niet veel te vertellen over de rit. Het hondenweer bleef aanhouden tot we in Tallinn waren, waardoor we minder snel konden rijden en we pas rond zeven uur aankwamen. Bij het hotel aangekomen, bleek dat er geen plaats was op de parking van het hotel. We konden onze auto wel gewoon in de straat parkeren, maar enkel tot zeven uur ‘s ochtends kon hij daar gratis blijven staan. We sakkerden een beetje en besloten hem dan toch maar gewoon in de straat te parkeren. We zouden de wekker ‘s ochtends wat vroeger zetten en dan hopen dat er een plek vrijkwam in de parking van het hotel.

De regen was ondertussen geminderd, maar de donkere regenwolken deden ons vrezen dat dit slechts een korte regenpauze zou zijn. We zochten in onze reisgids een restaurant niet te ver van ons hotel. Toevallig viel mijn oog op een restaurant dat, net als het restaurant waar we in Vilnius zo lekker gegeten hadden, Pegasus heette. Het was een straat verder dan ons hotel dus makkelijker kon niet. Of dat dachten we toch, want de huisnummers in de Baltische staten, daar valt geen lijn in te trekken. Uiteindelijk vonden we het toch, maar bleek het Fish&Wine te heten of was het misschien op een andere verdieping in hetzelfde gebouw. Enfin, het maakte niet uit.

We vonden een gezellig tafeltje op het overdekte terras zodat we toch nog buiten konden eten, maar zeker droog zouden blijven. We werden heel vriendelijk onthaald en omdat we wisten dat de alcohol in de Scandinavische landen veel duurder zou zijn, bestelden we een flesje witte wijn, nu dit nog kon voor een schappelijke prijs. Mijn vriend nam een voorgerechtje met allerlei soorten vis en ik nam de tartaar van zalm. Als hoofdgerecht bestelden we beiden de пельмени (pelmeni) van het huis mét kaviaar. Pelmeni is de Russische pierogi of ravioli. Het is maar hoe je het bekijkt. 😉

Het eten was geweldig. De pelmeni was echt om duimen en vingers bij af te likken. We genoten. Omdat het zo lekker was, bleven we plakken en liet mijn vriend zich een plaatselijk digestief aanraden door de ober. Hij kreeg een Vana Tallinn voorgeschoteld. Zelf had ik nog net ruimte voor een dessertje: zelfgemaakte passievruchtentruffels. Al kon ik het natuurlijk niet laten om even van het glaasje van mijn vriend te proeven. Ik was meteen verkocht en kon niet anders dan zelf ook zo’n glaasje bestellen. Vana Tallinn is een zoete likeur die vlot binnengaat en daardoor waarschijnlijk ook een beetje verraderlijk kan zijn. Dit drankje vormde de perfecte afsluiter van onze eerste avond in Tallinn.

Toen we de rekening kregen, moesten we wel even slikken. Het gebeurt niet vaak dat we een rekening voorgeschoteld krijgen van meer dan 1000. Gelukkig waren het geen euro’s, maar Estse kronen. Ons bezoekje aan Tallinn is alleszins een zegen voor ons hoofdrekenen, want delen door 15,5 is niet echt zo voor de hand liggend. Gelukkig wordt binnenkort de euro ingevoerd in Estland.

Voordat we ons bed opzochten, maakten we nog een kleine wandeling door de straten van Tallinn. Op het plein bij het raadhuis zaten de terrasjes goed vol en in de bars werd alles klaargemaakt voor een nachtje feest vieren. Mensen die graag uitgaan, zullen zich zeker niet vervelen in Tallinn. In het stadscentrum vind je de ene nachtclub na de andere. Zelf hielden we het bij een gezellige avondwandeling en zochten we nog voor middernacht ons bed op.

Woensdag 28 juli – Riga

BBC weather voorspelde voor vandaag heavy rainshowers. Gelukkig bleken de voorspellingen van BBC weather deze reis wel vaker verkeerd. De plassen die ‘s nachts door de regen gevormd waren, droogden al op toen wij na het ontbijt aan ons dagje Riga begonnen. De zon scheen en het was al aardig warm.

We startten de dag met een bezoek aan de centraltirgus (de centrale markt). In oude zeppelinhangars bevinden zich kraampjes met allerlei etenswaren: vis, vlees, groenten, fruit, melkproducten, kazen, alcoholische dranken, paddenstoelen, broden, gebak,… Teveel om op te noemen. De veelheid van het aanbod was echt overdonderend en het zag er allemaal even lekker uit. Wij lieten ons verleiden tot de aankoop van twee streekproducten: een flesje Riga champagne en een fles Black Balzām (een soort kruidenlikeur). Ik bestelde in mijn beste Russisch en tot mijn grote vreugde begreep de dame aan de kraam mij prima en ik haar ook.

We zetten onze aankopen af in het hotel en wandelden naar de St.-Petrikerk, één van de oudste bouwwerken in Riga en tevens het symbool van de stad. En ja, ook deze kerk werk verwoest tijdens de tweede wereldoorlog en daarna herbouwd. Het begint een beetje afgezaagd te geraken. De voornaamste reden om deze kerk te bezoeken is niet het interieur, dat niet zoveel voorstelde, maar wel het schitterende uitzicht op de stad. Magnifiek!

Daarna volgende we de wandeling die in onze reisgids stond uitgestippeld. De wandeling bracht ons langs mooie straten met veel terrasjes, kraampjes met prullaria en veel toeristen. Zeker een bezoek waard: het gebouw van de Kleine Gilde. Mijn vriend en ik waren er tijdens ons bezoek de enige toeristen. Onbegrijpelijk, want het interieur is fenomenaal en voor de inkom van drie euro voor twee personen moet je het zeker niet laten. Helemaal alleen dwaalden we door de prachtige zalen met schitterende glasramen en houtsnijwerk, zonder dat er iemand was om ons in het oog te houden. Leuk, maar ook een beetje onverantwoord.

Het oude centrum van Riga zit tjokvol mooie en interessante gebouwen. Je kan er blijven naar kijken. Zo mooi. Zo zagen we een huis met katten op de torentjes waaraan een kleine stadsgeschiedenis verboden was. Het rijke heerschap dat dit huis liet bouwen, wilde zijn minachtige voor de Grote Gilde uitdrukken en zorgde ervoor dat de katten met hun gat naar het gebouw van de gilde geplaatst werden. ‘s Middags aten we iets kleins op het Domplein dat ‘s zomers in een groot terras wordt omgetoverd en waar ‘s avonds live muziek wordt opgevoerd.

We bezochten de Domkerk die vooral bekend is voor het grote orgel met de prachtige klank. We waren echter te laat om het middagconcert mee te pikken. De kerk zelf draagt de sporen van verschillende branden. Op mij maakten vooral de prachtige glasramen indruk en de (in verval zijnde) kloostergang van het aangrenzende klooster. We wandelden verder tot aan de rivier en de burcht waarin momenteel de president van Letland zetelt, waarna we op onze stappen terugkeerden en naar het architectuurmuseum gingen.

Het architectuurmuseum is gevestigd in drie panden die samen de Drie Broers worden genoemd. Het oudste pand stamt uit de 15de eeuw, de twee andere uit de 17de en 18de eeuw. Ingang voor het architectuurmuseum is gratis en dat is volkomen terecht, want buiten een paar architectuurtekeningen is er niet veel te zien. Maar het is wel leuk om in de oude vertrekken rond te dwalen en het binnenkoertje te inspecteren. Vreemd was dat we verschillende keren bijna in de kantoren van de medewerkers terecht kwamen.

Ook erg de moeite: Melngalvju nams, het huis van de Zwarthoofden. Dit huis werd voor de eerste keer in 1334 in documenten vermeld. De leden van de Compagnie van de Zwarthoofden, waaraan het huis zijn naam ontleend, waren jonge, ongetrouwde kooplieden van Duitse afkomst. Het huis is gebouwd in de stijl van de Hollandse renaissance. Het huis dat nu te bezoeken valt, is een reconstructie. Na WOII bleven er slechts ruïnes over die later door de Sovjets volledig met de grond gelijk gemaakt werden om er een ander gebouw neer te zetten. Enkel de kelders zijn nog origineel. Als je naar Riga gaat, moet je dit huis bezocht hebben. Het interieur doet je mond echt open vallen. Bovendien is het een historisch belangrijke plek: in 1921 werd in dit huis het vredesverdrag tussen Polen, Rusland en Oekraïne gesloten. En je zal zien dat de naam zwarthoofden ook erg letterlijk geïnterpreteerd werd door de ontwerpers van het interieur.

Tijdens onze verkenning van Melngalvju nams kwamen we plots op een verdieping terecht waar alles in gereedheid werd gebracht voor de vernissage van een fotografietentoonstelling van een bekende fotograaf. Ik denk niet dat het de bedoeling was dat we daar rondliepen, maar niemand sprak ons daarop aan en zo kregen we een mooie collectie naaktfoto’s in avant-première te zien. We overwogen nog even om daar te blijven rondhangen tot de eerste glazen champagne werden uitgedeeld, maar aangezien we nog veel wilden zien die dag, zagen we daar toch maar vanaf.

We vervolgden onze wandeling langs het vrijheidsbeeld en genoten van het mooi onderhouden groen in de prachtige parken van Riga. In het park zagen we weer bruggetjes met sloten van pasgehuwde koppeltjes. Zou zo’n koppel de moeite doen om dat slot te gaan losmaken als hun huwelijk in een echtscheiding eindigt? Waarschijnlijk niet.

We lasten een kleine drankpauze in. In de plaatselijke versie van Starbucks (met een opvallend gelijkaardig logo), Double Coffee, dronken we een Riga coffee (met Balzām) en een šokolādes cepumu (een soort milkshake). Daarna wandelden we verder naar de Alberta Iela die in het begin van de 20ste eeuw vorm kreeg. Op dat moment was Riga de op vier na grootste stad van het Russisch imperium en een snel uitdijend economisch centrum. De ganse straat werd in die periode volgebouwd met schitterende jugendstilhuizen. Het ene al mooier en geraffineerder dan het andere. Ik geraakte er niet op uitgekeken.

De Belgische ambassade deelde trouwens één van de mooiste panden met de Ierse ambassade. De hele buurt zat tjokvol ambassades en je merkte aan de eet- en drinkgelegenheden dat dit een chiquere buurt was. In elke straat waren er minstens twee koffiebars. Zeker om het diplomatieke personeel van de dagelijkse portie caffeïne te voorzien. 😉
Ondertussen waren we in de buurt gekomen van het startpunt van een andere wandeling die in mijn reisgids beschreven stond. Dus deden we die ook maar. We kwamen langs de orthodoxe Christus geboortekathedraal, een bloemenmarkt, gebouwen van de universiteit, alweer een mooi park en het operagebouw.

We kwamen langs talrijke restaurants waar het eten er overheerlijk uitzag. Wij hadden helaas nog vouchers voor het avondmaal in ons eigen restaurant. Uiteraard waren we niet verplicht daarvan gebruik te maken, maar we hoopt dat het eten vandaag beter zou meevallen. Misschien had de kok een slechte dag. Het eten van deze avond was echter nog slechter dan de avond voordien. De vis die we voorgeschoteld kregen was volledig uitgedroogd en hetzelfde gold voor de rijst die zo taai was dat ik hem amper doorgeslikt kreeg. Groenten waren de vertrouwde twee schijfjes tomaat en komkommer. Het was verschrikkelijk. Als je ooit logeert in Hotel Avalon, ga dan elders eten of hou het bij cocktails, want die zijn wel behoorlijk. Het hotel op zich was voor de rest redelijk, buiten het feit dat er schimmel in de douche stond, wat eigenlijk een schande is.

Na het avondmaal trokken we het stadscentrum in. We vonden een plekje op een terrasje van een bar met de poëtische naam “I love you”, waar we enkele cocktails dronken en zonder problemen gebruik konden maken van hun free wireless. Echt, in de Baltisch staten heeft bijna elke café en restaurant free wireless ter beschikking voor hun klanten. Je vraagt gewoon naar het paswoord en hup, je bent vertrokken.