Vandaag lieten we het mooie Tallinn achter ons. We namen de ferry van Tallinn naar Helsinki. Een tocht die in totaal twee uur zou duren. Het was de eerste keer dat we een veerboot namen met onze auto, dus zorgden we dat we goed op tijd bij de incheckgate waren. Gelukkig verliep alles vlekkeloos. Eenmaal aan boord zochten we een plaatsje op het zonnedek. We zagen Tallinn langzaam kleiner worden en een tweetal uur later verschenen de eerste eilandjes van Helsinki.
We parkeerden onze auto in een peperdure parkeergarage vlakbij het Sokos Hotel Vaakuna en dropten onze bagage af in de kamer. Het was ondertussen al twee uur voorbij, dus we hadden flink veel honger. We vonden een eetgelegenheid niet ver van ons hotel waar mijn vriend een opengeplooide sandwich met vis at en ik gevulde koolbladeren met paddenstoelen op een bedje van rode kool (vermoedelijk een Russisch gerecht). Het was lekker en genoeg om ons energieniveau weer op peil te brengen.
Onze eerste kennismaking met Helsinki viel wat tegen. We werden na het pittoreske Tallinn overdonderd door het drukke verkeer en de brede lanen vol met mensen en auto’s. De brede straten, het vierkante patroon van de huizenblokken, de strakheid, het stak me allemaal een beetje tegen. Waarschijnlijk was het extra druk omdat het een zaterdag was en moesten we gewoon nog wat wennen aan de volledig andere atmosfeer in deze stad.
We besloten meteen al een paar “highlights” van ons lijstje te schrappen en begaven ons naar de Pohjoisesplanadi (kortweg Esplanadi), de grootste en chicste (en waarschijnlijk ook duurste) winkelstraat van Helsinki en bij uitbreiding Finland. Je vindt er prachtig design en mooie kledij aan belachelijk dure prijzen. Tussen de Pohjoisesplanadi (Noord-Esplanade) en de Eteläesplanadi (Zuid-Esplanade) ligt er een langgerekte strook groen met mooie bomen, kunstwerken en terrasjes, waar duidelijk heel Helsinki afspreekt als het zomer is. Een beetje zoals de Rambla van Barcelona. De banken, terrasjes en grasperken zaten vol met mensen die van het zonnetje genoten. Er waren indianen die live optraden en hun cd’s aan de man probeerden te brengen en de kinderen konden er zelfs ritjes op een pony maken.
We wandelden langs de Kauppatori-markt aan de haven. Hier vindt elke dag de landbouwmarkt plaats. Jammer genoeg was men de kraampjes al aan het opbreken toen wij er langs kwamen. Dan maar verder naar de volgende “highlight”: de Dom en het Senaatsplein. De Dom werd ontworpen door Carl-Ludwig Engel en is de belangrijkste bezienswaardigheid van de stad. Mijn reisgids meende dat het plein waaraan de Dom lag één van de mooiste ter wereld was. De schrijver was duidelijk nog nooit in Poznań of Talinn geweest. 😉 Enfin, de Dom was inderdaad zeer mooi en prachtig gelegen waardoor de koepels van ver zichtbaar waren. Het plein met het standbeeld van de Russische tsaar Alexander II deed me persoonlijk niet zoveel.
We wandelden terug langs de Esplanadi tot we ergens een gezellig terrasje vonden om wat bij te tanken. We hadden pas door dat het zelfbediening was toen we klanten met ijsemmers en glazen zagen sleuren. Blijkt dat in Helsinki op de meeste terrassen van de gasten verwacht wordt dat ze binnen aan de toog hun bestelling plaatsen en die zelf mee naar buiten nemen. Je kan je dus zonder problemen op een terras nestelen en helemaal niks drinken. Geen haan die er naar kraait. Beetje vreemd, vonden wij.
De flessen met rosé die we de klanten rondom ons naar buiten zagen sleuren, zagen er interessant uit. Binnen bleek dat die rosé ook de goedkoopste drank op de kaart was. We bestelden twee glazen, omdat een volledige fles soldaat maken in de namiddag ons wat overdreven leek. Al snel werd duidelijk waarom het zo goedkoop was. De rosé smaakte waterig en ik vermoed dat het alcoholpercentage niet al te hoog was. Geen goeie keuze, dus.
Op naar de volgende highlight: de beroemde rotskerk van Helsinki. Na een dik kwartier stappen vanuit het centrum, bleek dat de kerk slechts op bepaalde tijdstippen in de dag te bezoeken was. De kerk was dagelijks te bezichtigen van 11.30 tot 13.45, 15.30 tot 15.45, 16.30 tot 16.45 en 17.30 tot 17.45. Als je deze kerk wil bezoeken, moet je hiermee dus rekening houden in je planning.
We beslisten dan maar verder te wandelen naar het Sibelius-monument in het Sibelius-park. Dat park bleek een flink eind wandelen te zijn en op een gegeven moment leek het erop dat de hemelsluizen zich zouden openen en we doorweekt onze tocht zouden moeten verder zetten. Er waren niet echt cafés of restaurants in de omgeving waar we konden gaan schuilen en we hadden niets bij tegen de regen. Gelukkig hielden we het droog. Toen we eindelijk bij het monument aankwamen, zagen we alweer strepen blauwe lucht en leken de donkere wolken overgewaaid.
Het monument voor de Finse componist Jean Sibelius werd bij de onthulling in 1967 op protest onthaald. Men vond het monument van de kunstenares Eila Hiltunen dat bestond uit zilverkleurige buizen niet geslaagd. Als compromis maakte ze nog een kleine stalen buste van de componist dat naast het eigenlijke kunstwerk geplaatst werd. Persoonlijk vond ik het wel een zeer mooi kunstwerk, vooral toen de zon erop viel, maar misschien niet de moeite om er zo’n grote omweg voor te maken.
Onder een stralend blauwe hemel keerden we terug naar het centrum. We kwamen langs een kleine jachthaven en mooie groene parken. Toen we terug in ons hotel waren, was het al half acht. Tijd voor het avondmaal. Een leuk (en betaalbaar) restaurant vinden, bleek echter moeilijker dan verwacht. Ofwel was het verschrikkelijk duur ofwel was de kaart erg beperkt. Na een half uur rondgelopen te hebben met rammelende magen en niets naar onze (of eerder mijn) goesting gevonden te hebben, besloten we terug te keren naar het hotel en te dineren op de hoogste verdieping waar zich een restaurant bevond.
We bestelden allebei de redelijk geprijsde driegangenmenu (rundscarpaccio als voorgerecht, zalm met asperges, paprika en een dillesausje als hoofdgerecht en pannacotta met een bolletje mangosorbet als dessert). Vreemd: de totaalprijs van de menu verschilde slechts enkele eurocenten van de prijs die je voor het totaal van de afzonderlijke gerechten zou betalen. We bestelden allebei een peperduur glas rode wijn, die eigenlijk heel erg tegenviel van smaak. Wel een pluspunt: restaurants in Helsinki serveren bijna allemaal gratis kraantjeswater als je daar om vraagt. Zo spaar je 3,5 euro uit voor een flesje plat water.
De menu was lekker, al vond ik de dressing bij de carpaccio te sterk van smaak. De verfijnde smaak van het rundsvlees zelf werd er helemaal door overweldigd. De bediening, hoewel vriendelijk, was ook niet wat het moest zijn. Ik heb de indruk dat men in Finland probeert te besparen op personeelskosten door zo weinig mogelijk personeel in te zetten. Vandaar ook het concept van self-service dat op bijna alle terrassen gehanteerd werd. Bestek wordt in een mand of houten bakje op tafel gezet en neem je gewoon zelf.
Na het eten was de avond al ver gevorderd en gingen we naar de kamer om fit aan de volgende dag te kunnen beginnen.