Onze tweede dag in Gdańsk. Ik denk dat ik zowaar al een beetje Pools begin te begrijpen. Dat wil zeggen, de standaardzinnetjes waar we als toerist veel mee in aanraking komen. En de cijfers lijken een beetje op het Russisch, dus dat valt ook te verstaan.
Vandaag namen we de auto naar Westerplatte, een historische plaats. Op het schiereiland Westerplatte werden op 1 september 1939 de eerste schoten van de Tweede Wereldoorlog gelost. Het Duitse oorlogsschip Schleswig Holstein opende het vuur op het Poolse munitiedepot in de vrijstad Gdańsk. De Duitsers hadden verwacht Westerplatte in een paar uur te zullen innemen, maar het 182 man sterke garnizoen bood zeven dagen lang weerstand. Hun heldenmoed werd een symbool voor het Poolse verzet tegen de Duitse overheersing.
Op het schiereiland werd met de hulp van borden met foto’s en tekst het verhaal van het uitbreken van WOII verteld. Heel interessant. Duitsland aasde al een tijdje op de vrijstad Gdańsk en bij de laatste verkiezingen had de nazi-partij er een klinkende overwinning behaald. Polen had de toestemming om op Westerplatte een munitiedepot te houden en om een eigen postsysteem in Gdanks op te zetten. De stemming in Gdańsk was echter anti-Pools en de dreiging van Duitsland nam steeds meer toe.
Ook in het Poolse postkantoor van de vrijstad Gdańsk speelden zich dramatische gebeurtenissen af. Op diezelfde eerste september overvielen Duitse troepen in alle vroegte het hoofdkantoor van de Poolse posterijen. De postbeambten boden 15 uur weerstand, maar werden uiteindelijk overweldigd. Dertig van hen werden op 5 oktober geëxecuteerd door de Duitsers, een schandalig met de voeten treden van alle internationale en zelfs de eigen Duitse wetten.
Op Westerplatte kan je nu de overblijfselen van de bunkers en de kazernes bekijken. Er is ook een monument opgericht dat de verdedigers van Westerplatte herdenkt.
Stiekem hadden mijn vriend en ik gehoopt op Westerplatte onze voetjes in de Oostzee te kunnen steken, maar het bleek zelfs niet mogelijk om tot aan de zee te komen: een dichte begroeiing met wilde rozen versperde ons de weg. We besloten dan maar met de wagen verder te rijden naar Sopot, een badplaats op zo’n 15 kilometer van Gdańsk.
Sopot is bekend voor zijn 512 meter lange pier. En oja, je kan er ook heel veel barnsteen kopen. Maar voordat we de pier op liepen, moesten we eerst onze rammelende magen sussen. We kwamen toevallig op het terras van het restaurant van het Sheraton hotel terecht. Poepsjiek bleek, toen ik even later naar het toilet ging, al vielen de prijzen van het eten goed mee. Ik had in limoen gemarineerde vis en mijn vriend had varkenshaasje. Het was lekker, maar de porties mochten toch net iets groter zijn.
Op naar de pier! Bleek dat we eerst een paar złoty moesten betalen voordat we erop mochten. Vanuit commercieel oogpunt natuurlijk zeer interessant, want welke toerist wil nu niet die pier op? We betaalden dan ook zonder morren en toonden ons kaartje aan de oma’s die aan de ingang zaten. Beetje vreemd wel, maar kom.
Op de pier was het gezellig kuieren tussen massa’s toeristen. Opvallend: Polen vinden het blijkbaar normaal om gewoon in hun bh op straat rond te lopen. Verschillende jonge en zelfs wat oudere dames gezien die in hun bh rondliepen alsof het het bovenstukje van een bikini was. En ja, ik kan heus wel het onderscheid maken tussen een bh en een bikini. Voor mij niet gelaten, natuurlijk. De bh’s van tegenwoordig mogen gezien worden.
Na ons wandelingetje op de pier konden we ons niet langer bedwingen en staken we onze voeten in de Oostzee. Zalig! De zeebries, de zon, het zilte water aan onze voeten, we genoten. We wandelden langs de waterkant tot we wat dorstig werden en we een strandterras opzochten om die dorst te lessen met twee milkshakes. Zo’n namiddagje aan zee kan verschrikkelijk deugd doen.
Tijd om terug te keren naar Gdańsk voor het avondeten. Mijn reisgids raadde ons restaurant.Pod Łososiem aan dat al sinds de 17de eeuw bestond. Een restaurant met zo’n traditie moest ik natuurlijk geprobeerd hebben. Het restaurant is gelegen in een prachtig pand met een mooie gevel en een overdadig interieur. Het interieur met hout en schilderijen en allerlei antiquiteiten is op zich al de moeite van het bezoek waard.
Het eten viel echter een beetje tegen. Niet dat het slecht was of zo, maar vergeleken met de dag ervoor was het maar heel gewoontjes. Te zoute soep, vis in een te zoute saus met wat gekookte groenten en aardappelen. De bediening deed zijn best om chic en voornaam over te komen, maar liet op cruciale momenten steken vallen. Zo kwam er een koppel Duitsers na ons binnen die door de portier naar hun tafel begeleid werden. De portier wilde de kaarsen aan tafel aansteken, maar zijn aansteker weigerde dienst. In plaats van gewoon een nieuwe aansteker te gaan halen, bleef hij maar prutsen. Op een zeker moment probeerde hij zelfs de aansteker aan onze kaarsen te doen branden. En de wijnen op de wijnkaart waren echt schandalig duur. Zelfs naar Belgische normen waren ze zwaar overprijsd. Neen, voordat ze hier een ster zullen krijgen, is er nog heel veel werk aan de winkel.
We sloten de avond af met (alweer) een wandeling over de Długi Targ en de Długa. Ok, de twee straten van de voormalige Koninklijke Route zijn supertoeristisch, maar het is er aangenaam kuieren. Ik liet me verleiden om een ijsje te kopen aan één van de kraampjes die om de zoveel meter opgesteld stonden. Het ijsje was vooral speciaal door de vorm. Het werd in het hoorntje gespoten zoals een softijsje, maar het was van structuur steviger dan softijs. Daardoor kon het ijs mooi opgedraaid worden tot meer dan tien windingen boven op het hoorntje. Zo kreeg het ijsje het uitzicht van een soort gigantische drol. Het was verder een simpel ijsje, maar wel een grappig gezicht.
Meest romantische moment van de avond: mijn vriendje die een roosje voor mij kocht. Niet dat dat voor mij hoefde, maar ik was er toch heel blij mee. Als afsluiter dronken we nog een smoothie (ik) en een glaasje wijn (hij) op een terrasje. Tegen het eind van deze vakantie zijn we experts terrasjes doen. 😉