Donderdag 22 juli – Gdańsk

Het gebeurt zelden dat ik op reis ga shoppen, maar ditmaal liet ik me toch verleiden door het shopping center Madison vlakbij ons hotel. Het was waarschijnlijk het standje met de honderd verschillende kleuren nagellak dat deze vrouwelijke shopreflex bij mij wakker maakte. In België hebben ze zoveel verschillende kleurtjes niet en hoewel ik een hekel heb aan schmink, kan nagellak mij wel bekoren. In een moment van zwakte kocht ik vier flesjes nagellak (rood, felroze, paars en donkerblauw) en nog een laagje doorschijnend om de kleurtjes langer te behouden.

En toen was er daar die winkel waar ze bh’s verkochten die maar liefst vijf keer goedkoper waren dan de bh’s die ik normaal in België koop en die nog pasten ook. Een twintig minuten later was ik twee bh’s en het gevoel een koopje gedaan te hebben rijker. Om mijn vriendje niet het gevoel te geven dat hij over het hoofd werd gezien, kochten we voor hem flipflops. Met dit tropische weertje zouden die zeker van pas komen. Al bleken de flipflops achteraf bezien een miskoop. De tekening op de voetzool was al na een dag afgesleten en de gaatjes van de riempjes zaten niet op exact dezelfde plaats. Er gaat op flipflopvlak volgens mij niets boven Havaianas (waarop ik al bijna de ganse reis rondloop).

Om niet te veel tijd te verliezen met het middagmaal aten we in het winkelcentrum Pools gebak. En ik kan jullie verzekeren, een stuk sernik (Poolse cheesecake), dat is genoeg brandstof voor een ganse namiddag.

We trokken naar het maritiem museum dat veel groter bleek dan we gedacht hadden. We startten met een bezoek aan het beroemdste gebouw van Gdańsk: de Kraanpoort. De oude volledig houten havenkraan die ook dienst deed als stadspoort, is een constructie die dateert uit de middeleeuwen, maar helaas WOII niet overleefde. Gelukkig zijn Polen goed in het heropbouwen en werkt de constructie nu weer als voorheen. Met behulp van enorme tredmolens konden er vrachten tot twee ton mee worden gehesen tot een hoogte van 27 meter.

Daarna staken we de Wisła over voor een bezoek aan de Sołdek, de eerste Poolse oceaanstomer van na de Tweede Wereldoorlog. Ik denk dat ik de laatste jaren een beetje te veel schepen aan de binnenkant gezien heb, het zei me niet zoveel. Op den duur beginnen die dingen allemaal op elkaar te lijken. Het grootste gedeelte van het museum moest toen nog komen. Een ongelooflijk uitgebreide en zeer verzorgde (zij het in eentalig Pools, al was er op aparte geplastificeerde bladeren uitleg in Duits en Engels beschikbaar) collectie volgde met de nadruk op de geschiedenis van Gdańsk als haven. We zagen gigantisch veel maquettes van schepen (waarvan je bij sommige de motor kon laten draaien en lichtjes laten aangaan, cool!), materiaal dat door duikers naar boven gehaald was uit gezonken schepen, navigatie-instrumenten, oud wapentuig, borden en bestek met afbeeldingen uit de scheepvaart, schilderijen, munten,… Mooi, maar een beetje veel allemaal.

Heel grappig: in Polen is het absoluut verboden om de collectie in een andere volgorde te bekijken dan bedoeld door de curator. In elke zaal staan dames (sinds we in Polen zijn, nog geen enkele mannelijke zaalopzichter gezien) die je de juiste weg wijzen en je ondertussen nauwlettend in het oog houden zodat je niets kan mispeuteren. En owee als je per ongeluk een verkeerde zaal in wandelt. Je wordt in vriendelijk doch beslist Pools terechtgewezen en de juiste richting opgestuurd. De meeste opzichters spreken echt geen woord Engels wat de communicatie dra bemoeilijkt. Wij beperkten ons meestal tot vriendelijk en verontschuldigend glimlachen.

Ondertussen was het al veel later dan verwacht en had ik stiekem een beetje spijt van die winkeluitspatting. We moesten keuzes maken, want we konden niet meer alles zien wat oorspronkelijk op ons programma stond.

We gaven er de voorkeur aan het Uphagen-huis aan de Ulica Długa te bezoeken. De gevel is in vergelijking met andere gebouwen aan dezelfde straat nogal sober, maar het interieur is een bezoek meer dan waard. In de eerste vertrekken zagen we een mooie collectie zilverwerk om vervolgens in een overdadig interieur in rococo- en neo-classicistische stijl terecht te komen: behangpapier met uitbundige motieven, accurate muurschilderingen van allerlei soort dieren en planten, de inwoners.hadden geen encyclopedie meer nodig. We stonden nét voor sluitingstijd weer op de stoep.

Een klein hongertje dwong mij ertoe mijn toevlucht te nemen tot een ijsje. Het was er alleszins warm genoeg voor. De dertig graden werd ook vandaag weer vlotjes overschreden.

Omdat het ons daar de eerste avond zo goed was bevallen, trokken we opnieuw naar hotel Królewski. Ditmaal bespaarden we ons de omweg en namen we de laatste veerboot naar de overkant. We bestelden allebei het gerecht dat mijn vriend de vorige keer had: de praline van kip met geitenkaas. Jammer genoeg stond er nu blijkbaar een andere kok in de keuken of was de geitenkaas die hij/zij de vorige keer gebruikte op. Feit is dat het gerecht nog wel lekker was, maar we werden er niet door van onze sokken geblazen zoals onze eerste avond. Een beetje spijtig, maar het bleef een mooi en romantisch plekje om te dineren.

Bij het terugkeren naar het centrum, veranderde deze mooie dag ei zo na in een nachtmerrie. Gelukkig liep alles min of meer goed af. Mijn vriend en ik waren geblutst en gebuild en ook mijn fototoestel had wat schrammen opgelopen maar we functioneerden alledrie nog.

Na het afleggen van onze verklaring op het politiekantoor, keerden we terug naar het hotel. Laat me jullie zeggen dat we onze laatste avond in Gdańsk wel een beetje anders hadden voorgesteld. De bediende aan de receptie van het hotel gaf ons ontsmettingsmiddel om onze wonden schoon te maken. Na een douche om het vuil van ons af te spoelen en het ontsmetten van de wonden (mijn vriend bleek een grote lap vlees te missen net rond de nagel van zijn dikke teen) gingen we toch nog iets drinken in de bar van het hotel. Het was per slot van rekening onze laatste avond en als er ooit een goeie reden was om wodka te drinken, dan was het deze wel.

Spijtig dat dit incident als een zwarte vlek aan mijn zonnige herinnering van Gdańsk zal blijven kleven. Ironisch ook dat we net vanuit Gdańsk kaartjes naar het thuisfront verstuurden met niets dan lovende woorden over de stad.

Woensdag 21 juli – Gdańsk en Sopot

Onze tweede dag in Gdańsk. Ik denk dat ik zowaar al een beetje Pools begin te begrijpen. Dat wil zeggen, de standaardzinnetjes waar we als toerist veel mee in aanraking komen. En de cijfers lijken een beetje op het Russisch, dus dat valt ook te verstaan.

Vandaag namen we de auto naar Westerplatte, een historische plaats. Op het schiereiland Westerplatte werden op 1 september 1939 de eerste schoten van de Tweede Wereldoorlog gelost. Het Duitse oorlogsschip Schleswig Holstein opende het vuur op het Poolse munitiedepot in de vrijstad Gdańsk. De Duitsers hadden verwacht Westerplatte in een paar uur te zullen innemen, maar het 182 man sterke garnizoen bood zeven dagen lang weerstand. Hun heldenmoed werd een symbool voor het Poolse verzet tegen de Duitse overheersing.

Op het schiereiland werd met de hulp van borden met foto’s en tekst het verhaal van het uitbreken van WOII verteld. Heel interessant. Duitsland aasde al een tijdje op de vrijstad Gdańsk en bij de laatste verkiezingen had de nazi-partij er een klinkende overwinning behaald. Polen had de toestemming om op Westerplatte een munitiedepot te houden en om een eigen postsysteem in Gdanks op te zetten. De stemming in Gdańsk was echter anti-Pools en de dreiging van Duitsland nam steeds meer toe.

Ook in het Poolse postkantoor van de vrijstad Gdańsk speelden zich dramatische gebeurtenissen af. Op diezelfde eerste september overvielen Duitse troepen in alle vroegte het hoofdkantoor van de Poolse posterijen. De postbeambten boden 15 uur weerstand, maar werden uiteindelijk overweldigd. Dertig van hen werden op 5 oktober geëxecuteerd door de Duitsers, een schandalig met de voeten treden van alle internationale en zelfs de eigen Duitse wetten.

Op Westerplatte kan je nu de overblijfselen van de bunkers en de kazernes bekijken. Er is ook een monument opgericht dat de verdedigers van Westerplatte herdenkt.

Stiekem hadden mijn vriend en ik gehoopt op Westerplatte onze voetjes in de Oostzee te kunnen steken, maar het bleek zelfs niet mogelijk om tot aan de zee te komen: een dichte begroeiing met wilde rozen versperde ons de weg. We besloten dan maar met de wagen verder te rijden naar Sopot, een badplaats op zo’n 15 kilometer van Gdańsk.

Sopot is bekend voor zijn 512 meter lange pier. En oja, je kan er ook heel veel barnsteen kopen. Maar voordat we de pier op liepen, moesten we eerst onze rammelende magen sussen. We kwamen toevallig op het terras van het restaurant van het Sheraton hotel terecht. Poepsjiek bleek, toen ik even later naar het toilet ging, al vielen de prijzen van het eten goed mee. Ik had in limoen gemarineerde vis en mijn vriend had varkenshaasje. Het was lekker, maar de porties mochten toch net iets groter zijn.

Op naar de pier! Bleek dat we eerst een paar złoty moesten betalen voordat we erop mochten. Vanuit commercieel oogpunt natuurlijk zeer interessant, want welke toerist wil nu niet die pier op? We betaalden dan ook zonder morren en toonden ons kaartje aan de oma’s die aan de ingang zaten. Beetje vreemd wel, maar kom.

Op de pier was het gezellig kuieren tussen massa’s toeristen. Opvallend: Polen vinden het blijkbaar normaal om gewoon in hun bh op straat rond te lopen. Verschillende jonge en zelfs wat oudere dames gezien die in hun bh rondliepen alsof het het bovenstukje van een bikini was. En ja, ik kan heus wel het onderscheid maken tussen een bh en een bikini. Voor mij niet gelaten, natuurlijk. De bh’s van tegenwoordig mogen gezien worden.

Na ons wandelingetje op de pier konden we ons niet langer bedwingen en staken we onze voeten in de Oostzee. Zalig! De zeebries, de zon, het zilte water aan onze voeten, we genoten. We wandelden langs de waterkant tot we wat dorstig werden en we een strandterras opzochten om die dorst te lessen met twee milkshakes. Zo’n namiddagje aan zee kan verschrikkelijk deugd doen.

Tijd om terug te keren naar Gdańsk voor het avondeten. Mijn reisgids raadde ons restaurant.Pod Łososiem aan dat al sinds de 17de eeuw bestond. Een restaurant met zo’n traditie moest ik natuurlijk geprobeerd hebben. Het restaurant is gelegen in een prachtig pand met een mooie gevel en een overdadig interieur. Het interieur met hout en schilderijen en allerlei antiquiteiten is op zich al de moeite van het bezoek waard.

Het eten viel echter een beetje tegen. Niet dat het slecht was of zo, maar vergeleken met de dag ervoor was het maar heel gewoontjes. Te zoute soep, vis in een te zoute saus met wat gekookte groenten en aardappelen. De bediening deed zijn best om chic en voornaam over te komen, maar liet op cruciale momenten steken vallen. Zo kwam er een koppel Duitsers na ons binnen die door de portier naar hun tafel begeleid werden. De portier wilde de kaarsen aan tafel aansteken, maar zijn aansteker weigerde dienst. In plaats van gewoon een nieuwe aansteker te gaan halen, bleef hij maar prutsen. Op een zeker moment probeerde hij zelfs de aansteker aan onze kaarsen te doen branden. En de wijnen op de wijnkaart waren echt schandalig duur. Zelfs naar Belgische normen waren ze zwaar overprijsd. Neen, voordat ze hier een ster zullen krijgen, is er nog heel veel werk aan de winkel.

We sloten de avond af met (alweer) een wandeling over de Długi Targ en de Długa. Ok, de twee straten van de voormalige Koninklijke Route zijn supertoeristisch, maar het is er aangenaam kuieren. Ik liet me verleiden om een ijsje te kopen aan één van de kraampjes die om de zoveel meter opgesteld stonden. Het ijsje was vooral speciaal door de vorm. Het werd in het hoorntje gespoten zoals een softijsje, maar het was van structuur steviger dan softijs. Daardoor kon het ijs mooi opgedraaid worden tot meer dan tien windingen boven op het hoorntje. Zo kreeg het ijsje het uitzicht van een soort gigantische drol. :-) Het was verder een simpel ijsje, maar wel een grappig gezicht.

Meest romantische moment van de avond: mijn vriendje die een roosje voor mij kocht. Niet dat dat voor mij hoefde, maar ik was er toch heel blij mee. Als afsluiter dronken we nog een smoothie (ik) en een glaasje wijn (hij) op een terrasje. Tegen het eind van deze vakantie zijn we experts terrasjes doen. 😉

Dinsdag 20 juli – Gdańsk

Na een uitgebreid ontbijt in het hotel, trokken we richting centrum. In mijn gids stond een wandeling uitgestippeld in de buurt van het Radunakanaal dat in 1338 gegraven werd. Jammer genoeg bleken zowat alle kerken op onze route in de steigers te staan. De grote Catharinakerk had een paar jaar geleden gebrand en men was druk bezig met de herstellingen.

Het bijzonderste gebouw op onze wandeling was de Grote Molen. De Grote Molen was één van de grootste industriële gebouwen in middeleeuws Europa. Hij werd gebouwd tijdens het bewind van de ridders van de Duitse orde en omstreeks 1380 voltooid. Vroeger brachten achttien grote waterraderen molenstenen in beweging waarmee graan werd gemalen. Het gebouw werd verwoest in de tweede wereldoorlog, maar na de oorlog gerestaureerd.

Men heeft geprobeerd de Grote Molen een nieuwe bestemming te geven door er een winkelcentrum in onder te brengen, maar dit is gedeeltelijk mislukt. Toen wij er waren, zagen we vooral leegstand en winkels die het duidelijk moeilijk hadden klanten aan te trekken. Gdańsk heeft enkele grote, moderne winkelcentra waarmee dit kleine centrum duidelijk niet kon concurreren. Ik kreeg er hetzelfde gevoel als in de gallerij van de Kinepolis in Leuven. De omgeving is gewoon niet geschikt voor commerciële activiteit en nieuwe winkels zijn gedoemd om ten onder te gaan. Erg jammer.

Onze wandeling was vlugger gedaan dan verwacht en we trokken richting Ulica Mariacka. Onderweg viel me op dat de huizen erg Hollands aandedeen. De huizen waren smal met symmetrische ramen opgedeeld in ruitjes en bestaande uit meerdere verdiepingen, Ze hadden ook vaak trapgevels. Bepaalde straten zou je in zijn geheel naar Amsterdam kunnen verplaatsen zonder dat iemand iets in de gaten zou hebben.

Gdanks en omgeving zijn bekend voor de barnsteen en dat zullen we geweten hebben. In de Ulica Mariacka verdrongen de kraampjes met barnsteen elkaar om de aandacht van de toerist te krijgen. Hangers, oorbellen, kettingen, armbandjes, in elk mogelijk juweel wordt barnsteen verwerkt. Hoewel we niet de intentie hadden iets te kopen, genoten we van het slenteren tussen de kraampjes en de mooie huizen. We besloten in deze straat te lunchen op een verhoogd terras met uitzicht op de andere toeristen die voorbij wandelden.

In de Ulica Mariacka moet je niet zijn voor de verfijnde keuken, het aanbod aan gerechten is beperkt tot eenvoudige Poolse kost, maar dat kan zeker zo goed smaken. Ik nam een traditioneel Pools gerecht: gołąbki (koolbladeren gevuld met gehakt en geserveerd met tomatensaus) en mijn vriend bestelde worst. Hilariteit toen het gerecht van mijn vriend geserveerd werd: een bord met een grote worst op en daarnaast een streepje ketchup en een streepje mosterd. En dat was het. Gelukkig werden er bij mijn gevulde koolbladeren wel groenten gegeven. Het smaakte me alleszins en ook mijn vriend was tevreden met zijn worst.

Oja, ik moet jullie nog verklappen hoe je als toerist met honderd procent zekerheid een glimlach op het gezicht van de Poolse bediening kan toveren. Je zegt gewoon: “Proszę rachunek?” (uitspraak: prosjè rachoenek, betekenis: de rekening, alstublief) en tadaa: een grote glimlach verschijnt. Wij hebben dit verschillende keren uitgeprobeerd en het werkte elke keer. Eerst dachten we dat het kwam omdat we het helemaal verkeerd uitspraken, maar we hebben het gevraagd aan het meisje dat ons bediende in de Ulica Mariacka en ze zei dat we het prima uitspraken. Blijkbaar appreciëren Polen het als je een beetje moeite doet om enkele woorden Pools te spreken.

Na het middagmaal gingen we naar de grote Mariakerk. De Mariakerk waarvan de bouw begon in 1343 is de grootste uit baksteen opgetrokken middeleeuwse kerk van Europa. Zoals zoveel gebouwen in Gdańsk werd ook deze kerk na de oorlog helemaal heropgebouwd. De kerk bevat talloze mooi kunstwerken waarvan het speciaalste de astronomische klok was die door Hans Düringer gemaakt werd, maar helaas niet meer functioneerde.

We zagen dat er de mogelijkheid was om de toren van de kerk te beklimmen. De gelegenheid om Gdańsk vanuit de hoogte te bekijken, konden we natuurlijk niet laten liggen. Heel veel trappen en gepuf later (het was weer erg warm) stonden we boven op een uitkijkplatform samen met een ganse school kinderen met oranje sjaaltjes die ter plekke een geschiedenisles kregen van hun begeleider. Met een beetje wringwerk konden we genieten van een adembenemend uitzicht.

We zetten onze wandeling verder richting de rivier Wisła. Langs de kaden vonden we nog meer kraampjes met barnsteen, allerlei mogelijke prullaria en toeristen, heel veel toeristen. Het viel op dat de meeste toeristen in Gdańsk Duitsers waren. Gdańsk, voor de Duitsers Danzig, heeft een bewogen geschiedenis en is meermaals in Duitse/Pruissische handen geweest. Oude historische opschriften zijn ook allemaal in het Duits.

Daarna was het weer tijd om bootje te varen! Aan de kade lag het piratenschip The Black Pearl aangemeerd. Je zou wel gek zijn om niet van de gelegenheid gebruik te maken om mee te varen met zon berucht schip. Zeker als je weet dat er aan boord live Poolse klassiekers gebracht worden. 😉

Het was een leuk tochtje. We voeren met de boot langs de haven van Gdańsk tot aan het schiereiland Westerplatte. De haven van Gdańsk met haar scheepswerf staat bekend als de plaats die de vakbond Solidariteit voortbracht. Vakbondsleider Lech Wałęsa werd na de val van de Berlijnse muur president van Polen. In de markteconomie van na 1989 heeft de scheepswerf het echter niet kunnen redden. Tijdens de tocht waren de sporen van verval duidelijk zichtbaar. Veel gebouwen stonden leeg en er was akelig weinig bedrijvigheid in wat toch een grote haven is.

We hadden de gelegenheid om in Westerplatte de boot te verlaten, maar besloten omdat we al wat hongerig begonnen te worden hiervan geen gebruik te maken en de volgende dag met de wagen naar deze plek terug te keren.

Tijdens ons tochtje hadden we op de andere oever van de Wisła (de oever waar je niet struikelde over de barnsteenverkopers) een prachtig terrasje in de zon gezien wat ons een ideaal leek om ons avondmaal te nuttigen. De toeristische oever lag ook al helemaal in de schaduw en we wilden graag zo lang mogelijk van de zon genieten. Het terras lag op een wandeling van een half uurtje verwijderd, maar dat vonden we geen van beiden erg.

Het terras van hotel Królewski bleek een geweldige meevaller te zijn. Het was er rustig en zonnig en de gerechten waren overheerlijk. Ik nam als voorgerecht een kippenbouillon met een soort pannenkoek erin en als hoofdgerecht vis met garnalen en appel en gember. Mijn vriend nam de garnalen met knoflook en de kippenpraline geserveerd met geitenkaas, een gerecht dat door de koks van Hotel Królewski bereid was tijdens het wereldkampioenschap barbecue in, jaja, België. Bij dit alles dronken we een flesje Duitse rode wijn.

We genoten terwijl we de zon langzaam achter de gebouwen op de andere oever zagen zakken. En voordat jullie denken, amai dat moet daar nogal wat gekost hebben. Het tegendeel is waar. In Polen liggen de prijzen voor het eten gevoelig lager dan bij ons. Om jullie een idee te geven, mijn hoofdgerecht kostte 12 euro en in totaal gaven we voor deze maaltijd waarbij we als aperitief nog twee cocktails dronken zo’n 66 euro uit.

Tijdens de wandeling terug naar het stadscentrum genoten we nog na. Op de Długi Targ, een brede verkeersvrije straat bleek dat de Ulica Mariacka helemaal niet de meest toeristische straat van Gdańsk was. Man, man, wat een volk. En overal verkopers van prullaria: ballonnen, mechanische hondjes met evil lichtgevende ogen, rare speelgoedjes, lichtgevende en gewone zonnebrillen, pruiken, mechanische kikkers, bloemen en oja, barnsteen… Je kon er een portret laten maken, een neptattoo laten zetten of je naam in fake Japanse letters laten schrijven.

Gezellig was dan weer dat de straat vol met terrasjes stond. Ideaal om een geslaagde dag af te sluiten. Ik had niet meer zoveel zin in drank, maar een yoghurtijsje kon er nog wel in. Al bleek dit ijsje achteraf een beetje tegen te vallen. Mijn vriend bestelde dapper vier shotjes wodka. Maar dat was niet zo’n goeie keuze. Het was ook een beetje dom van ons. Wie bestelt er nu roze Absolut wodka in Polen? Oh well, we lieten het niet aan ons hart komen en wandelden na een mooie dag door het avondlijke Gdańsk naar ons hotel terug.

Maandag 19 juli 2010 – Van Wrocław naar Gdansk

Tip voor mensen die op zoek zijn naar logies in Wrocław: wij waren supertevreden over het Arthotel. Kleine, maar propere kamer, zeer goede bedden, zalige douche met voldoende druk op de waterleiding en een werkelijk overdadig ontbijt. Je moet wel zien dat je op tijd opstaat, want de lekkerste dingen zijn voor de vroege vogels. Nog nooit zoveel soorten fruit bij het ontbijt gegeten: grote en kleine blauwe bessen, aardbeien, frambozen, banaan, appel, kiwi, perzik, abrikoos, meloen, enzovoort. Er waren pannenkoeken, beignets, verschillende lekkere (maar zware) Poolse gebakjes, zeker zes verschillende soorten vis, waaronder zalm, worst, eieren, groenten, kaas in tien verschillende soorten, ontbijtgranen, vruchtensappen… Enfin, een aanrader dus.

Omdat we een lange dag voor de boeg hadden, vertrokken we ‘s ochtends vroeg. Er stond ons een rit van ettelijke uren (bijna 7 uur volgens Googlemaps en naar onze ervaring is Googlemaps altijd wat optimistisch) te wachten die ons naar het noorden van Polen zou brengen. Onderweg zagen we onze allereerste oude windmolens, typisch voor de streek van Wielkopolska. Om de windmolens te kunnen fotograferen, stopten we op een parking met meer gaten dan asfalt bij een pieterig klein eethuisje dat iemand daar leek vergeten te hebben.

Onze eerste stop van de dag was Gniezno, de eerste hoofdstad van Polen en nu vooral bekend voor haar 14-de eeuwse gotische Maria-Hemelvaartskathedraal. Maar voordat we die kathedraal van binnen gingen bekijken, zochten we een plaatsje op een terras voor ons middagmaal. De straat die naar de kathedraal leidde was bezaaid met terrasjes, we hadden keuze zat. Men was hier duidelijk gewoon aan toeristen, want alle gerechten op de kaart waren in het Engels vertaald. Ik at een soepje met noedels en mijn vriend een pizza.

In de kathedraal konden we de interessantste religieuze bezienswaardigheid echter niet bekijken. De beroemde laat-12de-eeuwse bronzen deuren die episodes van het leven en het martelaarschap van de Heilige Adalbert uitbeeldden, was pas om half vier te bekijken. En dat zou ons dan 20 złoty kosten. Daar wilden we liever niet op wachten, aangezien we al langer over de afstand Wrocław-Gniezno hadden gedaan dan gehoopt. Het Poolse verkeer vergt soms stalen zenuwen.

Volgende en belangrijkste stop voor vandaag: Biskupin. Op een eiland in het Biskupinskie-meer werden overblijfselen aangetroffen van een 2500 jaar oude versterkte nederzetting uit de Ijzertijd. De nederzetting was volledig van hout gemaakt (ook de straten waren met houten balken geplaveid) en werd maar liefst 150 jaar lang bewoond. Archeologen denken dat op een gegeven moment ongeveer 1000 mensen in deze nederzetting gewoond moeten hebben.

Door de stijgende waterspiegel (jaja, ook toen waren er al climat changes) kwam de nederzetting onder water te staan en raakte ze bedekt met een laag slijk. Dit is de reden dat de overblijfselen zo goed bewaard zijn gebleven. Pas in 1934 werden de historische resten ontdekt door een plaatselijke onderwijzer. Biskupin is de oudste nederzetting van Polen en één van de meest interessante prehistorische vindplaatsen in Europa.

In Biskupin heeft men op basis van de archeologische vondsten delen van de nederzetting zo waarheidsgetrouw mogelijk gereconstrueerd. Mijn vriend en ik hadden een audiovisuele gids gehuurd die ons in detail uitleg gaf bij de reconstructies. Al was de gids meer audio- dan visueel. Veel meer dan enkele foto’s werden er niet getoond op de pda die we meekregen. Ik had op z’n minst enkele filmpjes verwacht en van interactiviteit was er al helemaal geen spraken, tenzij je het ingeven van de volgende nummer interactiviteit noemt. Een gemiste kans.

Ik vond Biskupin zeker de moeite waard, al hield ik even mijn hart vast toen we onze auto op de parking parkeerden en de weg naar de ingang bezaaid zagen met eettentjes en souvenirshops, wat een soort pretparkgevoel creëerde. Maar eens je de ingang voorbij was, verdween dit helemaal en kon je je echt in de tijd laten terugvoeren. Enige minpunt: die dekselse muggen die in mij een feestmaal zagen. En ik, die na zoveel slechte ervaringen met muggenbeten, nog altijd mijn lesje niet geleerd heb en telkens weer vergeet muggenmelk te kopen (een extra puntje voor op onze reiswiki).

Na ons bezoek aan Biskupin gingen we weer op weg. We genoten van de weidse landschappen en zagen verschillende ooievaars op hun nest zitten boven op verlichtingspalen. Maar we zagen niet alleen ooievaars, de smalle boswegeltjes die uitkwamen op de weg waren ook het werkterrein van hoertjes. Langs de kant van de weg, met een flesje water wachten op klanten en wachten tot je pooier je ‘s avonds weer komt ophalen. Ik had er medelijden mee, met die kortgerokte en hooggehakte meisjes in the middle of nowhere.

Onderweg brachten we ook een bezoek aan een Poolse carwash. Uiteraard met de uitleg van de bediening enkel in het Pools. Gelukkig was er een vriendelijke Poolse die met de nodige handgebaren ons uitlegde hoe het spul werkte. Geld in smijten, op de knop duwen en spuiten, simpel. :-) Met de hogedrukreiniger probeerden we al het aangekoekte vuil van maanden van onze auto te verwijderen. We slaagden daar slechts gedeeltelijk in, maar het was wel tof dat ik nu opnieuw door de zijruit kon kijken. (Neen, ik overdrijf niet, die auto was echt zo vuil. Het resultaat van maandenlang buiten staan onder bomen die een kleverige vloeistof afscheiden en gebrek aan goesting om naar de carwash te gaan.)

De honger en het late uur maakten een volgende stop noodzakelijk. We stopten in het stadje Chełmno. Je zag de bewaker van de parkeerplaats waar we onze auto zetten, zich duidelijk in de haren krabben: zo’n nummerplaat had hij beslist nog nooit gezien. We begaven ons richting centrum, want we wisten dat Chełmno een mooi stadhuis had met daarrond een groot plein. We verwachtten daar zeker te kunnen eten. Viel dat even tegen. Er stonden wel enkele tafeltjes op het plein, maar je kon er enkel drinken.

Gelukkig stond er een pijl die ons naar een zijstraat voerde met maar liefst twee restaurants, waarvan de eerste eerder een broodjesbar. In naar ons aanvoelen het enige restaurant van de stad zetten we ons aan een tafeltje. We hadden duidelijk bekijks, maar toch zaten we niet in een gebeid zonder toeristen, want ook hier was de kaart in het (google translate) Engels vertaald.
We namen allebei een specialiteit van het huis: een gevulde pannenkoek met pikante kip. Pikant was het niet en echt lekker ook niet, maar hey, voor 29 zloty mag een mens niet klagen en ik had wel het gevoel iets authentiek te eten. 29 zloty dat is iets meer dan zeven euro voor twee hoofdgerechten, drank inbegrepen. Een mens vraagt zich af hoe laag de lonen in Polen liggen om daarop winst te kunnen maken.

Bij het verlaten van Chełmno werden we getrakteerd op een prachtige zonsondergang waarvan de gloed nog lang in de lucht bleef hangen. We reden verder naar het noorden en hoopten dat we snel in Gdansk zouden zijn.

Nog een fait divers over de Poolse wegen. Auto’s moeten er blijkbaar overdag met de lichten aanrijden. Het duurde even voordat we door hadden waarom al die wagens maar naar ons bleven knipperen. Ik vermoed dat er zware boetes staan op het niet aanzetten van de lichten. Het nut om onder een stralend zonnetje met de lichten aan te rijden ontgaat me een beetje. Misschien verdient het feit dat fietsers ‘s nachts zonder licht vlak naar de drukke baan rijden meer aandacht…

Zo rond half twaalf waren we in Gdansk, blij dat we eindelijk een bed zagen.