Omdat we de vakantie niet wilden beginnen met een torenhoog slaapgebrek, was de afspraak: geen wekkers deze ochtend. Het lukte ons zowaar om tot half elf uit te slapen. Jammer genoeg schrok ik wakker met de wetenschap dat ik op het werk één los eindje was vergeten vast te knopen. Achja, de wereld zal er niet door vergaan, maar het is wel een beetje vervelend. Het lijkt erop dat ik dus weer even nodig zal hebben om de omschakeling werk-vakantie te maken.
Na in het hotel wat folders met info over Dresden bekeken te hebben, was het al bijna middag. We sloegen het ontbijt over en stapten een sushizaak binnen met de originele naam Sushi&Wein, gelegen op een paar meter van ons hotel. 9,5 euro per persoon voor all you can eat sushi. Er bestaan slechtere deals op de wereld. En voor zo’n lage prijs viel de sushi best goed mee.
Na het middagmaal stapten we in de drukkende hitte naar de Zwinger, een prachtig barok gebouw daterend uit 1732. We wandelden onder de Kronentor naar de grote binnenplaats en bewonderden de grote verscheidenheid aan beelden die de balustrades sierden. Na een kijkje genomen te hebben bij het Nymphenbad (een barokke fontein), werd de hitte mij even te veel. Misschien was het een combinatie van slaapgebrek en de hitte of had ik wat te veel sushi gegeten. Feit is dat ik het gevoel had dat alle energie uit me weggestroomd was en ik me niet in staat achtte nog een vin te verroeren. Twee flesjes van een halve liter water later, voelde ik me weer beter.
We zochten de verkoeling op van de Hofkirche. Een kerk die net als het overgrote deel van Dresden de verwoestende nacht van 13 op 14 februari 1945, toen Britse en Amerikaanse vliegtuigen met brandbommen de stad in as legden, niet overleefde. De barokke kerk werd echter heropgebouwd en doet nu dienst als katholieke kathedraal in het protestantse Dresden.
Tijd voor een bezoekje aan de andere oever van de Elbe. We liepen over de Augustusbrücke richting Neustadt waar de Goldenen Reiter, blinkend op z’n paard ons verwelkomde. Net als de rest van Dresden, ontkwam de Neustadt niet aan de verwoestingen van de tweede wereldoorlog en daardoor heeft dit stadsdeel, volgens mijn reisgids, zijn vroegere glans verloren. Toch was ik gecharmeerd door de mooie schaduwrijke laan met platanen waarlangs winkels en restaurants gelegen waren. We kochten in een plaatselijke supermarkt nog enkele liters water (door de airco op het werk ben ik die hitte niet meer gewoon) en keerden op onze stappen terug.
Een reis is niet volledig zonder boottochtje. Stipt om vijf uur vertrok onze stoomboot voor een Stadtrundfahrt op de Elbe. Het werd een zalig ontspannend tochtje en ik voelde me weer helemaal de oude. De gids gaf uitleg in het Duits en in het Engels. Al vergat ze soms de Engelse vertaling, toch kon ik de uitleg goed volgen. Ik denk dat de mensen hier heel duidelijk spreken, want ik versta ze beter dan verwacht. Om te vieren dat ik de kleine inzinking van vlak na de middag overwonnen had, dronk ik een glaasje sekt. Mijn vriend zocht verkoeling bij een Eiscaffé.
De gids op de boot legde uit dat Dresden qua oppervlakte de derde grootste stad van Duitsland is, al heeft de stad slechts een half miljoen inwoners. Dit heeft tot gevolg dat Dresden een heel groene stad is met veel open ruimte. Het water van de Elbe wordt tegenwoordig steeds schoner. Dat konden we met eigen ogen zien, want overal langs de oevers zaten mensen pootje te baden en werd er gezwommen. De oevers zijn zeer groen en op de meeste plaatsen niet ingedijkt.
We voeren langs enkele prachtige kastelen, gelegen op heuvels die over de Elbe uitkeken. Op die heuvels worden druiven voor witte wijn geteeld. Ongetwijfeld zal het mooie weer dit jaar voor een goede oogst zorgen. Aan het Blaues Wunder, een blauw geschilderde hangbrug van 141,5 meter lang, gebouwd in 1891-1893 keerde onze boot om. Op het einde van de rit genoten we ter afsluiting van het Canaletto-zicht op de torens van de stad. Boottochtjes en ik, dat klikt altijd. 😉
Na de boottocht trokken we richting het oude stadsgedeelte. Aan de balie van het hotel had men ons gezegd dat het zaterdag Museumnacht was. We besloten te profiteren van het feit dat de belangrijke musea tot 1 uur ‘s nachts open bleven en kochten een ticketje voor het Grünes Gewölbe in het Residenzschloss. Een collega had me op het hart gedrukt dat ik dit zeker niet mocht missen, maar ik had niet verwacht zo’n pracht en praal te zien.
Het lijkt wel of alle wonderen in de wereld verzameld zijn in het Grünes Gewölbe: de grootste groene diamant, prachtig gedraaid ivoor (uit een tijd dat het nog niet illegaal was in ivoor te handelen), kunstig bewerkte kersenpitten (jawel!) met meer dan honderd gezichtjes op, slechts goed waarneembaar met een vergrootglas, fabelachtige juwelen, drinkbekers met wondere wezens, bewerkte kokosnoten en struisvogeleieren, zeeschelpen verwerkt tot fabeldieren, een magnifieke maquette waar je gerust een dag naar kon kijken om steeds nieuwe details te ontdekken, goud, zilver, edelstenen, halfedelstenen, bergkristal,… Het is te veel om op te noemen en jammer genoeg was het strikt verboden te fotograferen, waardoor de herinneringen aan al dit moois langzaam zullen vervagen.
Het grappige is dat er ter gelegenheid van de museumnacht een quiz was. Mijn vriend en ik kregen allebei een blaadje in de hand gedrukt met daarop vragen in het Duits. Hierdoor lieten we ons echter niet ontmoedigen en met wat hulp van medebezoekers slaagden we erin alle vragen op te lossen. En nu weet ik meteen wat het Duitse woord voor hagedis is Eidechse. Alle deelnemers kregen een prijs. Die van ons bestond uit een button met een gouden drankenkop. Fier als een pauw spelden we dit ereteken op.
Terwijl de zon haar laatste stralen over Dresden uitstrooide, beklommen wij de Hausmannsturm van het Residenzschloss. Op het terras bovenaan hadden we een magnifiek uitzicht over de stad en haar rivier. In de verte hoorden we gejuich. Een doelpunt voor Duitsland tijdens de kleine finale tegen Uruguay. De hemel kleurde rood en er werd druk gefotografeerd om dit schouwspel digitaal te vereeuwigen.
Na het bezoek aan het Residenzschloss stelden we vast dat het al half tien was en we, op de sushi ‘s middags na, niets meer gegeten hadden. We zochten een plaats op het dichtsbijzijnde terras van een restaurant met de weinig Duitse naam Palais Bistro. Gelukkig was de keuken nog open en werd er niet veel later een lekkere canard à l’orange voor onze neus gezet. Terwijl we zaten te eten liep de match tegen Uruguay ten einde en barstte er een luid gejuich los in de stad. Overal hoorden we vuurwerk knallen en auto’s reden toeterend door de straten. Duitsland eindigt derde in de wereldbeker voetbal 2010.
Na het eten was onze pijp uit en keerden we terug naar het hotel.
Gouden drankenkop of gouden drakenkop? 😀
Een lapsus, zoals ze zeggen, 😉
wow ik wil ook een massa sushi aan die prijs. njam
[…] Zaterdag 10 juli 2010 – Eerste dag in Dresden […]