Na een supersnel ontbijt met pannenkoekjes, fruit en ijs, werden we om tien na zeven stipt opgehaald door de vriendelijke gids/chauffeur van Billy Tea Safaris met de meest indrukwekkende bakkebaarden die ik ooit gezien heb. (En mijn vriendje was stiekem een beetje jaloers op de superlange paardenstaart die vanonder zijn hoed kwam piepen. Lang haar, it’s a way of life.) Het voertuig dat ons richting het regenwoud ten noorden van Cairns zou voeren, was een stevig uit de kluiten gewassen busje met vierwielaandrijving.
Het regenwoud ten noorden van Cairns is geklasseerd als werelderfgoed. Ik had dan ook erg uitgekeken naar deze trip. Helaas kreeg mijn goede humeur even een opdoffer te verduren door de aanwezigheid van een SuperIrritanteVent in ons busje. De SuperIrritanteVent had zich in de stoel achter ons genesteld en de hele rit naar het noorden konden we genieten van de geluiden die hij produceerde. Om de honderd meter ontsnapten een “Jezus” of “Oh my god” en zelfs een “Shit” aan zijn stembanden. Nu durf ik zelf ook wel eens krachttermen gebruiken, maar ik zweer jullie dat er geen enkele aanleiding bestond om deze woorden als een soort mantra te mompelen.
Naast de krachttermen konden we ook genieten van gekuch en keelgeschraap. Erg sexy! De SuperIrritanteVent had ook een aantal tics. Hij zat voortdurend in zijn borsthaar te krabben en vond het nodig om het schuifraampje in het busje nu eens open, dan weer dicht, dan weer open, dan weer dicht te doen. Erg goed voor de regeling van de airco in het voertuig. Ik zweer het jullie, bij dit specimen van de menselijke soort verzonk het gedrag van de rare Hollander uit Batchelor in het niets.
Gelukkig ging de SuperIrritanteVent na de korte stop in Mossman op een andere plaats in het busje zitten, waardoor het gekuch en ge-Jezus en geschraap wat minder overheersend werden en ik mijn aandacht op het mooie voorbijflitsende landschap kon vestigen en niet op het verbijten van mijn ergernis. Toch bleef dit exemplaar van de menselijke soort mij op een bepaalde manier fascineren.
Onze eerste echte stop was Daintree River. In Mossman waren we enkel gestopt om wat exotisch fruit te kopen (waarover later meer). Yep, een rivier, jullie raden het al, alweer een cruise. Al viel er op deze cruise veel minder te zien dan op de voorgaande cruises. Ik besef dat we op dat vlak erg verwend geweest zijn, maar vond het jammer voor de andere toeristen die blijkbaar nog geen enkele krokodil gezien hadden. Op heel de rondvaart zagen we welgeteld één babykrokodil (enfin, ik zag niks, maar de bootbestuurder hield vol dat er een krokodil zat en de foto’s met de telelens achteraf bewezen zijn gelijk). De vogels hadden zich ook allemaal verstopt, wat het voor de bestuurder niet zo makkelijk maakte er een interessante trip van te maken. Gelukkig was er de exotische vegetatie waarover hij het één en ander wist te vertellen.