De wekker stond om vier uur. Geheel overbodig, want we waren beiden al om drie uur klaarwakker. Schrik om door de wekker heen te slapen en ons vliegtuig te missen, waarschijnlijk. We waren dus ruimschoots op tijd in de luchthaven om onze huurwagen in te leveren. Bij het kantoor van Hertz bleek echter dat de ons beloofde cheque van 400 australian dollar (de waarborg die we cash moesten betalen omdat de credit card van mijn vriend het tijdelijk liet afweten) niet in het kantoor aanwezig was. Maar geen probleem, ze zouden die cheque achterna sturen naar ons thuisadres. Nogmaals uitgelegd dat ons thuisadres in België was en dat het voor ons nadelig zou zijn om daar de cheque te innen. Het meisje in het kantoor was zeer vriendelijk en beloofde dat ze de manager zou vragen om zo snel mogelijk naar ons terug te bellen om het één en ander geregeld te krijgen.
Een beetje misnoegd gingen we naar de incheckbalie. Bleek dat ons vliegtuig pas om zeven uur zou vertrekken en niet om half zeven zoals op onze papieren stond. Hoera, een half uurtje langer om te profiteren van het gratis internet op de luchthaven. Helaas vliegt zo’n uurtje internetten veel te snel voorbij als je wat foto’s wil uploaden en van commentaar voorzien. De vlucht zelf was uneventful. Naar goede gewoonte zaten we weer aan de nooduitgang. Als er ooit iets misloopt op een vliegtuig, zullen we zeker weten hoe de nooddeuren te openen. 😉 Na een vlucht van nog geen twee uur, zetten we voet aan de grond in Cairns, onze laatste bestemming op Australische bodem. Wat we zouden doen in Cairns lag nog niet vast. We hadden enkel twee nachten in een hotel geboekt. De resterende zes dagen moesten we nog logies vinden.
We dropten onze valiezen in het hotel en trokken er meteen op uit. We wilden Cairns verkennen en wat ideeën opdoen over hoe we de rest van onze vakantie zouden invullen. Ons eerste wapenfeit in Cairns: met een cocktail voor onze neus bekomen van de vlucht. Cairns is een zonnige havenstad die uitgegroeid is tot de ideale uitvalsbasis voor het toerisme naar het regenwoud en het Great Barrier Reef. Cairns heeft een prachtige esplanade langs de rand van de zee met aan de ene kant restaurantjes en langs de andere kant een strook groen die grenst aan de zee. Bij onze eerste wandeling over de houten boardwalk langs de kustlijn was het laag tij en werd een weidse moddervlakte blootgelegd. Een echt strand vind je in het centrum van Cairns niet. Je zal ook niemand in zee zien zwemmen, omdat er zoveel gevaarlijke kwallen in het water aanwezig zijn. Om de inwoners toch een beetje verfrissing aan te bieden, is er een publiek openluchtzwembad vlak aan de zee. Heel bijzonder. De temperatuur was er ook veel draaglijker dan onze laatste dagen in Katherine en Darwin.
We lunchten in the Raw Prawn aan de Esplanade. Voor een zeer schappelijke prijs hadden we een voorgerecht en een hoofdgerecht, vergezeld van een glaasje huiswijn. Vlak naast ons restaurant was er een boekingskantoor met allerlei info over uitstappen en bezienswaardigheden in en rond Cairns. Na de lunch gingen we er een kijkje nemen. Het kantoor had een overvloed aan folders waardoor kiezen niet gemakkelijk was. Van twee dingen waren we zeker: het Great Barrier Reef en het regenwoud moesten we gezien hebben. We werden geholpen door een zeer vriendelijk meisje dat een quasi onstuitbare woordenvloed produceerde. Het leek wel of ze elk van de aanbiedingen in de brochures persoonlijk had gedaan of dat liet ze althans zo uitschijnen. Op haar aanraden boekten we een cruise van drie dagen met de Reef Encounter en een 4WD dagtrip naar het regenwoud. In één moeite besloten we de overige dagen in het hotel waar we verbleven bij te boeken. De nog niet opgevulde dagen konden we dan nog later bekijken.
Nu ons verblijf in Cairns meer vaste vorm had aangenomen, brachten we de rest van de dag op ons gemak door met wat slenteren en winkelen. We kochten handdoeken en een nieuwe zwembroek voor mijn vriend. In dezelfde winkel op verschillende tijdstippen, tot grote hilariteit van de winkeluitbater. Kwestie van met de juiste uitrusting op cruise te kunnen gaan. We gaven onze ogen de kost in de kleurrijke nightmarkets van Cairns waar je souvenirs kon kopen, neptattoos laten zetten, schoonheidsproducten uittesten, ijsjes kopen en zelfs een Chinese massage krijgen. In een zijstraat van de esplanade kocht ik een ijsje met vanille en baileys met daaronder professioneel geplette malthesers. Tegenwoordig moet je je ijs niet meer zelf tot een lekker smurrie mengen, men doet dat voor jou. 😉
Voordat we het beseften was het avond. We dronken een cocktail aan de bar van het hotel en slaagden erin nog net een tafeltje te bemachtigen in het Balinese restaurant van het hotel. Een Balinees restaurant is heel bijzonder, omdat het in de Balinese cultuur erg ongebruikelijk is om uit eten te gaan. Het was de eerste maal dat mijn vriend en ik ons aan deze keuken waagden en het bleek een meevaller. Balinees deed me erg aan Thais denken, met een vleugje Indisch erdoor. Al waren de gebruikte kruiden anders. Mijn vriend had eendengehakt in bananenbladeren en ik hield het bij een noedelsoepje. Niet te zwaar, want ik wilde een goede nachtrust.
Na het eten begon ik aan de zware al te lang uitgestelde taak van het kaartjes schrijven, terwijl mijn vriend uitgeteld op bed lag. Als jullie je afvragen waarom er zo weinig tekst op onze kaartjes stond, dit is de reden. 😉
Kaartje goed ontvangen, bedankt! En idd, wel heel erg weinig (leesbare) tekst 😉