Ik durf het bijna niet neerschrijven op deze blog: toen ik eergisteren het bericht van die aanslagen in Irak las, was mijn eerste reactie er eentje van onverschilligheid. Een vermoedelijk dodental van 500 mensen en het raakte mijn koude kleren niet. Die reactie heeft mij aan het denken gezet, want een tweetal jaar geleden zou zo’n bericht mij emotioneel zeer erg hebben aangegrepen. Misschien komt het door de aanhoudende stroom slecht nieuws uit Irak. Er overheest bij mij een gevoel van gelatenheid: d’r valt toch niks aan te doen. Het gebeurt zelfs meer en meer dat ik de berichten uit Irak gewoon oversla. Slechtnieuwsmoeheid die mij niet alleen treft, want het valt op dat de berichten over Irak steeds korter worden en meer naar achteren in de krant verschuiven.
Ik kan niet gelukkig zijn met dat gevoel van gelatenheid en onverschilligheid. De hoop opgeven is het ergste wat er kan gebeuren. Hoe uitzichtloos de situatie ook lijkt, er valt iets aan te doen. Er móet iets aan te doen vallen. De mensen in Irak hebben recht op een normaal leven, een leven zonder angst. Maar hoe ze uit dit moeras moeten geraken, ik zou het niet weten. Zou iemand het weten? Kan de staat Irak nog blijven bestaan? Zullen de verschillende partijen erin slagen vreedzaam naast elkaar te leven? De toekomst zal het uitwijzen. Belangrijk is dat ik dat gevoel van onverschilligheid kwijtraak. De inwoners van Irak hebben mijn aandacht en mijn medeleven nodig. ‘t Is niet veel, maar ‘t is beter dan niks.
dat gebeurd jammergenoeg met het grootste deel van de mensheid, wij willen geen aanslepend slecht nieuws. Een paar keer slecht nieuws, en dan een oplossing, dat is wat wij willen… en als we dat niet krijgen, gaan we het verdringen, het niet meer aan ons laten komen, want er komt geen oplossing aan
verschrikkelijk eigenlijk, maar het is de reden dat ik vandaag geen krant kocht, soms kan een mens er niet tegen, soms blijft hij onverschillig
Ik herken het gevoel. Ik werk zelf ook in de media en ik geef toe ook wij besteden steeds minder aandacht aan Irak. Deels omdat – zoals je zelf bewijst – ‘het publiek’ minder geïnteresseerd is maar ook – moet ik jammer genoeg toegeven – omdat ik persoonlijk wat hetzelfde gevoel heb als jij.
zo’n gevoel is typsich menselijk want het is toch maar ver van je bed, maar toch, ik kan me niet voorstellen om in zo’n stad te meoten leven, of constant vrezen voor je leven…
ik zag onlangs ER Bagdad de speodafdeling van het amerikaanse leger, oppevlakkig dacht ik daar voro: hoe meer die manne op hun doner krijgen hoe beter, tot je dan de gruwel van de oorlog ziet. mensne zijn mensen en wat doen ze mekaar aan, die verschrikkelijke bomaanslagen, dag in dag uit, je stater niet meer bij stil, weeral een god ja, maar als ik er bij stil sta dan wordt ik ongelofelijk woedend van onmacht…
Je reactie getuigt helemaal niet van onverschilligheid, wél van machteloosheid. Het is die machteloosheid die zo deprimerend werkt.
Ik merk dat ik me steeds vaker begin af te sluiten voor de ellende op tv. Het is dus niet zo dat het me niks doet, eerder integendeel; ik kan er niet meer tegen.