Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen: ik vond ‘De begraafplaats van Praag’ een dikke tegenvaller. Als grote Umberto Eco fan (‘De Slinger van Foucault’ en ‘De Naam van de Roos’ behoren tot de beste boeken die ik ooit gelezen heb) spijt het me oprecht dat dit boek me niet aansprak.
Voor mij zit het probleem van ‘De begraafplaats van Praag’ in het feit dat dit geen roman is, maar een geschiedenisles. En hoewel ik geschiedenis bijzonder boeiend vind (zeker de geschiedenis van de negentiende eeuw, die de aanloop vormt naar alle dramatische gebeurtenissen in de twintigste), ontbrak in dit boek een duidelijke verhaallijn. Hoofdpersonage Simonini wordt gebruikt als een soort rode draad om de geschiedkundige feiten aan mekaar te rijgen waar Eco het over wil hebben. En hoewel ik enorm voor respect heb voor Eco’s kennis van de materie, moet ik toegeven dat de voortdurende scheldtirades aan het adres van de Joden mij op den duur erg begonnen tegen te steken, al besef ik maar al te goed dat dit historisch correct is.
Ook het trucje met de drie vertelstandpunten kon mij maar matig bekoren. Het leek gewoon een manier om zoveel mogelijk feiten in één boek te krammen en de ontknoping kon ik ook al van mijlenver zien aankomen.
Jammer, jammer.