Vroeg uit de veren (wakker om half zes, opgestaan om half zeven), want er wachtte ons een rit van een uur naar Laplace. Daar aangekomen bleek dat we ons voor niets gehaast hadden. De swamp tour was met een half uur verlaat en werd ingekort. Bovendien moesten we de boot delen met een bende schoolkinderen. Reden genoeg om een reduction op de prijs te vragen én te krijgen. Gelukkig bleken de schoolkinderen een bende tieners te zijn. Een hele opluchting. 😉
De rondleiding was zeer toeristisch, maar daarom niet minder leuk. De gids was heel erg enthousiast en wist veel te vertellen over de fauna en de flora die we in de swamp en de bayou te zien kregen. Een swamp is trouwens niet hetzelfde als een bayou. Een swamp is een plaats met stilstaand water, terwijl het water in een bayou zeer traag stroomt en zelfs in twee richtingen (afhankelijk van de getijden) kan stromen.
Tijdens onze boottocht zagen we alligators à volonté. Op een gegeven moment was onze boot omsingeld door maar liefst tien alligators. Alligators blijken echter veel minder goede springers te zijn dan de krokodillen die we in Australië zagen. Ofwel waren ze overvoed, want veel moeite deden ze niet om de stukjes kip aan het uiteinde van de stokken vast te krijgen.
Onze gids legde ons het verschil uit tussen een alligator en een krokodil. Bij een alligator steken alleen de tanden uit de bovenkaak naar buiten. Bij een krokodil zowel die van de boven- als van de onderkaak. Bovendien zien krokodillen mensen als een lekker hapje, terwijl alligators het eerder op honden en kleinere prooien gemunt hebben. En de krokodillen die wij gezien hebben in Australië waren een serieus maatje groter dan de alligators in Laplace.
Leuk was dat we zelf een mini-alligator mochten vasthouden. Het dier was twee jaar oud en gaf er duidelijk niet veel om dat hij van hand tot hand doorgegeven werd. De meisjes-scholieren lieten zich met de nodige gilletjes overtuigen om het beestje vast te houden. En zelfs kleine F zat even met een alligator op schoot. Een ideale photo-opportunity.
Op het einde van de rondvaart schudde de gids nog even een flauw toeristengrapje uit zijn mouw. Nadat hij verschillende keren gewaarschuwd had voor slangen liet hij via een ruk aan een touwtje een nepslang tussen de scholieren vallen. Er werd gegild dat het geen naam had en daarna gelachen van opluchting. Een doorzichtig grapje, maar wel geslaagd.
Na het boottochtje dat toch een goede twee uur duurde, trokken we opnieuw naar Baton Rouge om kleine K op te halen die bij een vriendin van L gebleven was. In de namiddag luierden we een beetje ten huize K en L.
Rond half vijf hadden we afgesproken met vriend K die rechtstreeks van zijn werk naar de LSU campus zou komen. Vriend K heeft niet zoveel verlofdagen (Amerikaanse werknemers zijn op dat vlak allemaal slecht bedeeld) en kon daardoor geen vrijaf nemen tijdens ons bezoek. Jammer, want hij heeft een heleboel leuk uitstapjes gemist.
De LSU campus biedt onderdak aan de mascotte van het American Football team. Dat de mensen in Louisiana zot zijn van American football valt duidelijk te zien aan de afmetingen van het Football stadium. Werkelijk reusachtig. Alleen jammer dat we het niet konden bezoeken. De mascotte kregen we echter wel te zien: een prachtige tijger in zijn eigen persoonlijke paradijsje. Ondertussen was de temperatuur opgelopen tot 36 graden. Veel actie zat er dus niet in de tijger.
Voor het avondmaal trokken we samen met K en de drie kindjes naar Boutin’s. L liet ons in de steek voor een avondje uit met de vrouwen van de club waar ze lid van is. L heeft voor hun verblijf in Amerika loopbaanonderbreking genomen en is lid van een “Moms and tots”-club. Een leuke manier om nieuwe mensen te leren kennen.
Ook zonder hun mama gedroegen de kinderen zich prima. We aten catfish en kregen hush puppies (corn bread) als appetizer. We verbaasden ons over de grootte van de porties. Ik had stevige honger, maar de schotel was gewoon te groot voor mij. Vriend K verzekerde mij echter dat je op den duur went aan dit soort porties. En veel Amerikanen nemen de overschot gewoon mee naar huis. Iets wat wij Europeanen nooit doen.