Als tegengewicht voor een bijzonder kinderrijk weekend (een babyborrel op zaterdag en een familiebijeenkomst bij de ouders van mijn vriend op zondag), gingen mijn vriend en ik naar The Wolf of Wallstreet, de film waarin het woord “fuck” een recordaantal keer voorkomt. Een cocktail van seks, geld en corruptie, wie kan daaraan weerstaan?
Altijd al een fan geweest van Martin Scorsese en deze film is echt fenomenaal. Briljante acteerprestatie van Leonardo Dicaprio ook, niet te geloven dat dezelfde man ooit nog Romeo vertolkt heeft in mijn favoriete Baz Lurhmann film. Het aalgladde hoofdpersonage is immoreel in de overtreffende trap maar met een charme die hem tegelijkertijd aantrekkelijk maakt, hoe verwerpelijk zijn daden ook zijn.
Cinematografisch is The Wolf of Wallstreet een fantastisch werkstuk, al mocht de film voor mij wel wat korter zijn. Meer dan drie uur in het pluche van een cinemazetel doorbrengen, was wat van het goeie te veel. Al heb ik me geen moment verveeld, daar krijg je immers de tijd niet voor, want je wordt gewoon overspoeld door een golf van ongelooflijke gebeurtenissen.
Amper te geloven dat deze non-fictie is, trouwens. Nu, waarschijnlijk heeft Jordan Belfort zijn levensverhaal wel wat opgesmukt, maar toch. Onvoorstelbaar dat iemand zo lang mensen kan oplichten zonder dat er consequenties aan zijn daden verbonden zijn. En dat op het einde boontje om zijn loontje komt, daar ben ik nog niet zo zeker van, want met de inkomsten uit zijn boek en nu de bijhorende film, zal Jordan Belfort er ongetwijfeld opnieuw warmpjes inzetten.
Wie beweerde er ook alweer dat het leven eerlijk was?