Toen ik begon met studeren (lang, lang geleden), bestond het studentenwelkom nog gewoon uit een film die geprojecteerd werd op een groot scherm op de Oude Markt. Ik herinner me vaag een vertoning van Trainspotting en de beruchte toiletscène (the horror). Vandaag de dag worden de studenten gebombardeerd met allerlei informatieve standjes en foldertjes. Informatie waar we vroeger, in tijden dat KotNet nog in de kinderschoenen stond en internet op kot alles behalve een evidentie was, helemaal zelf achteraan moesten. Gsm’s kenden we niet. Neen, wij gingen bij elkaar op kot langs en als de persoon in kwestie niet thuis was, lieten we briefjes achter op de deur om hem of haar te laten weten waar we gingen feesten. Computers zag je enkel en alleen in de computerlokalen. En als je een taak moest maken op de pc, was het aanschuiven geblazen om een plekje te bemachtigen.
Mijmerend liep ik donderdagnamiddag rond op het Ladeuzeplein. Ik kuierde tussen studenten die op de warme tegels in de herfstzon naar de optredens zaten te luisteren en studenten die hun gegevens achterlieten bij een infostandje in de hoop iets te winnen. Het plein lag bezaaid met folders en afval. Het begin van een nieuw academiejaar, jonge mensen vol goede voornemens en gespannen verwachtingen. Jong en trappelend van ongeduld in de overtuiging dat de wereld aan hun voeten ligt.
Na al die jaren die mij ondertussen scheiden van het studentenbestaan zou ik nog steeds zonder verpinken met hen willen ruilen. Al denk ik dat ik niemand meer ga kunnen wijsmaken dat ik een generatiegenoot ben.