Vandaag stond er een reis terug in de tijd op het programma. We bezochten twee plantations: Laura plantation en Oak Alley plantation.
Beide plantations bevonden zich op een uurtje rijden van onze uitvalsbasis in Baton Rouge. De GPS had een beetje moeite om onze bestemming te vinden, maar uiteindelijk kwamen we mooi op tijd aan.
De rondleiding op Laura plantation duurde ongeveer anderhalf uur. De gids vertelde over de boeiende geschiedenis van het huis en haar bewoners. De plantatie werd decennialang geleid door sterke Creoolse vrouwen. De gids hielp ook meteen een misverstand uit de wereld over de term Creools. Creools in de oorspronkelijke betekenis, zoals die gehanteerd wordt in Louisiana, wil niet zeggen “van gemixt bloed”, maar wel “katholiek en geboren in Noord-Amerika”.
De plantage werd gerund met behulp van slaven. Voor de eigenaars van de plantage was zo’n slaaf een hele investering die moest renderen. Door de Code Noir , opgelegd door de koning van Frankijk, werden er echter grenzen opgelegd aan wat de eigenaars met hun slaven konden doen. Zo waren ze bevoorbeeld verplicht om hun leven lang voor hun slaven te zorgen. Alle slaven werden katholiek gedoopt en moesten de zondagsrust respecteren.
De vrouwen die president waren van de plantage hadden de zware verantwoordelijkheid om voor hun bedrijf én hun ganse familie te zorgen. Laura, het meisje dat voorbestemd was om de plantage over te nemen, weigerde echter. Zij koos ervoor zich los te maken van de Creoolse levenswijze en een echte Amerikaanse te worden voor wie individualiteit op de eerste plaats komt. Bovendien had ze het lef om met een niet-katholiek te trouwen. Iets wat haar familie haar nooit vergeven heeft.
De tweede plantage die we bezochten was Oak Alley. We lunchten er met een slaatje, een gumbo en een po-boy (een gigantisch broodje smos). Voor de kinderen waren er frietjes en chicken nuggets. Oak Alley werd genoemd naar de prachtige driehonderd jaar oude eiken die langs de laan naar het huis staan. Het huis was als een decor uit een sprookje. De magnifieke omgeving werd al voor talrijke films gebruikt.
De rondleiding in Oak Alley plantation vond ik minder interessant dan die in Laura plantation. Er werd niets verteld over het leven van de slaven en het harde leven op de plantage. Er werd enkel wat verteld over de levensgeschiedenis van de vorige bewoners van het huis. Het huis was mooier ingericht dan Laura plantation, maar niet met de originele meubels. Het meisje in Creoolse klederdracht dat ons rondleidde, gaf de indruk een van buiten geleerd lesje op te dreunen. De kindjes F en K gedroegen zich voorbeeldig en konden op veel vertederende blikken rekenen.
Na de rondleiding dronken mijn vriend en ik een mint julep, een drank op basis van bourbon, muntsiroop en heel veel ijs. Heel lekker en verfrissend. Daarna ging het terug richting Baton Rouge. De kinderen waren moe en echt veel hebben een vijfjarige en een tweejarige natuurlijk niet aan zo’n historische rondleidingen. Bovendien wachtte hen nog een rit van een uur in de wagen. Met kinderen reizen, het vraagt wat aanpassingen.
Thuis gekomen aten we aardbeien, de officiële vrucht van de staat Louisiana, met platte kaas. Heerlijk in dit warme weer. Onze gastheer was helaas in minder goede doen. Hij had slecht nieuws gekregen over zijn zaken aan het thuisfront. Ik heb geprobeerd wat advies te geven, maar eerlijk gezegd, zag het er niet goed uit. Hopelijk neemt hij een goede advocaat onder de arm en valt er toch nog iets te regelen.
De fauna in Baton Rouge heeft het niet echt op mij begrepen. Ik sta helemaal onder de muggenbeten. En niet van die kleine beten, neen, gigantische rode bulten die jeuken als gek. En ik maar moeite doen om niet te krabben. Bovendien kreeg ik tijdens mijn ochtendlijke douche gezelschap van een kakkerlak. Naakt en nat zette ik het op een gillen. Gelukkig blies het beest snel zijn laatste adem uit, waarna ik het samen met gigantisch veel toiletpapier door het toilet spoelde. Rust in vrede.