Om met de deur in huis te vallen: de titel van het boek is voor mij een vlag die de lading niet dekt. De triptiek vertelt achtereenvolgens de verhalen van een vrouw uit een gemengd Frans-Afrikaans gezin die terugkeert naar Senegal voor een hereniging in zeer trieste omstandigheden met haar vader van wie ze vervreemd is, een Fransman die door zijn eigen stommiteit zijn job in Senegal kwijtraakt en daardoor met zijn Afrikaanse vrouw en zoon naar Frankrijk dient terug te keren waar hij er niet in slaagt zijn draai te vinden en tot slotte een Senegalese vrouw die voordat haar kinderwens in vervulling gaat, op veel te jonge leeftijd weduwe wordt en door haar schoonfamilie verstoten wordt. Alleen het derde verhaal toont volgens mij een werkelijk sterke vrouw die zich eerst lijdzaam opstelt, maar naarmate het verhaal vordert en het lot ongenadig afrekent met haar, steeds haar waardigheid en eigenwaarde behoudt, zelfs al wordt ze in de prostitutie gedwongen.
In het eerste verhaal lijkt het hoofdpersonage zich eerder te laten meedeinen op de golven van het bestaan dan zelf bewuste keuzes te maken. Een nieuw samengesteld gezin dat haar ongelukkig maakt, ontvlucht ze door te gehoorzamen aan haar vader, een man die haar altijd als minderwaardig behandeld heeft. Met dit hoofdpersonage had ik het het moeilijkst om haar drijfveren te volgen. Ze leek mij eerder passief dan actief en het moment dat de zeer sterke band die ze met haar eigen dochter heeft in het verhaal doorgeknipt wordt, vond ik huiveringwekkend. Hoe kan een moeder zo eenvoudig afstand van haar dochter nemen?
Het tweede hoofdpersonage begreep ik het beste. Door zijn eigen handelen heeft hij zijn beloftevolle toekomst in Senegal verpest en het respect van zijn vrouw verkwanselt. Hij keert hals over kop terug naar Frankrijk, waar hij zich wentelt in zelfmedelijden, maar zelf geen enkele stap onderneemt om een betere toekomst voor hemzelf of zijn gezien op te bouwen. Of zijn vrouw een sterke vrouw is, dat komen we in dit verhaal niet te weten. Wel lijkt ze een vrouw te zijn die zelf op zoek gaat naar haar eigen geluk, maar dan toch de beslissende stap om de één of andere reden niet zet.
Wat de drie verhalen gemeen hebben is een diepe tristesse en een ondraaglijke zwaarheid. Het lot drukt als een molensteen op de schouders van de personages die niet meer doen dan dit lot gewillig dragen. Wellicht omdat vechten geen zin heeft? Of omdat ze uitgevochten zijn? Vrolijk werd ik er alleszins niet van. Onder de indruk was ik dan weer wel, van de prachtige taal en het magisch-realistische sausje dat zeer gedoseerd gebruikt wordt om het boek wat pittiger te maken. Het boek was uit voordat ik er erg in had en eindigde voordat de drie verhaallijnen samen kwamen, iets wat ik wel verwachtte, want de drie verhalen, hoewel zeer verschillend, zijn losjes gelinkt met elkaar. En zo bleef ik toch wat op mijn honger zitten.
Natuurlijk was dit boek een geschenk van mijn lieve tante, een sterke vrouw naar wie ik altijd erg heb opgekeken. Benieuwd welk boek er dit jaar voor mij onder de kerstboom zal liggen.