Gisteren was een zware werkdag voor mij. Ik was namelijk verplicht om mijn afdeling te vertegenwoordigen op de Leuvense studiedag gaming. Jullie begrijpen ongetwijfeld dat ik zwaar tegen mijn zin de Wii-controller ter hand nam en enkel en alleen vanuit wetenschappelijk oogpunt mij opgeofferd heb om de EyeToy uit te proberen. En op die mat waar je in een paar minuten zoveel mogelijk stappen/sprongen moest verzamelen, stond ik te springen omdat dit conditiebevorderend werkt. En die X-box controller hield ik enkel en alleen vast om mijn collega een plezier te doen. En dat ik ‘s middags mij te goed deed aan de -overigens voortreffelijke- hapjes, had enkel tot doel mijn hersencellen van de nodige brandstof te voorzien. En dat glaasje wijn diende om de tong wat losser te maken om zo in de namiddag optimaal in vorm te zijn wanneer er gebrainstormd moest worden rondom beleidsaanbevelingen. Jullie merken het, een zware, zware dag.
Voor wie het nog niet wist: games zijn niet alleen leuk, ze kunnen ook dienen voor educatieve doeleinden, conditiebevorderend werken en sociaal contact stimuleren. Niet iedereen die shooters speelt, gaat vervolgens als een gek met een geweer zwaaiend de straat op. Neen, de meerderheid van de gamers zijn gewoon goed aangepaste mensen die heus wel het onderscheid kunnen maken tussen geweld in een spelletje en in de echte wereld. ‘t Is maar dat u het weet.