Een culturele week

Bij de start van het culturele jaar vallen er altijd interessante premières mee te pikken en toevallig vielen een aantal voorstellingen en events die ik zeker niet wilde missen samen in één week. Dus zo kwam het dat ik mij zondagavond liet meevoeren door de jeugdige monoloog Stand Up in OPEK, maandagavond even moest slikken bij de atonaliteit van het openingsconcert van het Festival van Vlaanderen in de PDS, woensdag omvergeblazen werd door de theatervoorstelling Leni en Susan in de Schouwburg en zaterdag een glaasje schuimwijn dronk op de onthulling van de toren Eerste Verstoring van Ief Spincemaille.

Een goed gevulde week die mijn sluimerende liefde voor theater opnieuw deed opflakkeren. Misschien zal 2014 niet alleen de geschiedenis ingaan als het jaar met de slechtste zomer ooit, maar ook als het jaar waarin yab het theater herontdekte.

Anciaux op de vingers getikt

Applaus voor de Inspectie van Financiën die het aandurft vragen te stellen bij het huidige en toekomstige cultuurbeleid van Anciaux (Bertje voor de bomma’s). Let wel, op zich vind ik het streven naar meer cultuurparticipatie zeer lovenswaardig, maar ik denk dat de Inspectie van Financiën terechte vraagtekens stelt bij de huidige invulling hiervan. Als ik zie wie soms wel en soms niet een subsidie krijgt, dan krijg ik het gevoel dat het beslist geen kwaad kan om op goede voet met de minister te staan om wat geld toegestopt te krijgen. Terwijl naar mijn gevoel het toekennen van subsidies op basis van objectieve criteria moet gebeuren. Natuurlijk is het in de cultuursector moeilijk om objectieve criteria te definiëren, maar men moet ten alle prijze vermijden dat het toekennen van subsidies op een loterij begint te lijken. Cultuurparticipatie ja, willekeur neen.