De koning met de grijze ogen

Mijn Russische solo-voordracht kon op iets minder enthousiasme rekenen dan ons Spaans gedicht. Niet geheel onverwacht, want het was duidelijk dat onze Poolse caballero moeilijk te overtreffen zou zijn. Ik vond het organisatorisch ook wat minder dan maandag. Er waren nu twéé podia, in plaats van één. Wat an sich een goeie beslissing was, want er was maandag echt te weinig ruimte voor al de toeschouwers. Maar de locatie voor het tweede podium was alles behalve ideaal: vlakbij de kille hoofdingang en de valven die een goed uitzicht belemmerden. Het publiek was ook zeer ongelijk verdeeld. Denk dat het merendeel in het gezellig warme gedeelte stond en aan ons podium enkel de klassen stonden die zelf een gedicht voordroegen.

Daarbovenop was er een enthousiaste secretariaatsmedewerker die haar kans schoon zag en na elk optreden van een klas gedichten naar eigen keuze kwam voordragen. Uiteraard heb ik niets tegen poëzieminnende secretariaatsmedewerkers, maar is het niet de bedoeling de leerlingen zelf de gelegenheid te geven een gedicht naar voren te brengen? Na het zoveelste optreden van de secretariaatsmedewerker begon het een beetje genant te worden.

Eén van mijn klasgenootjes Russisch wilde last minute nog een lied brengen, met banjobegeleiding, maar laat ons zeggen dat mijn andere klasgenootjes dit niet echt zagen zitten. Vijf minuten voorbereidingstijd voor een optreden is dan ook echt te weinig, zeker als je een moeilijke Russische tekst moet zingen. En niemand had zin om af te gaan op dat podium. Misschien iets voor volgend jaar.

Persoonlijk ben ik trotser op mijn Russisch gedicht dan op het Spaanse, waar ik maar één lijntje moest zeggen. Russisch kan soms een echte tongbreker zijn, maar ik had goed geoefend en het kwam er heel vlot uit. Ik herinnerde mij mijn vroegere dictielessen en probeerde de dichtregels langzaam en met afwisselende intonatie uit te spreken, zodat ook de luisteraars die geen Russisch konden, er iets aan hadden. Het onderwerp van het gedicht was ook lekker dramatisch, dus dat paste perfect. Ik was alleszins zeer blij met de complimenten die ik achteraf van de leerkracht Russisch (een native speaker) kreeg.

Volgend jaar doe ik zeker opnieuw mee.

Сероглазый король

Слава тебе, безысходная боль!
Умер вчера сероглазый король.
Вечер осенний был душен и ал,
Муж мой, вернувшись, спокойно сказал:
“Знаешь, с охоты его принесли,
Тело у старого дуба нашли.
Жаль королеву. Такой молодой!…
За ночь одну она стала седой”.

Трубку свою на камине нашел
И на работу ночную ушел.
Дочку мою я сейчас разбужу,
В серые глазки ее погляжу.
А за окном шелестят тополя:
“Нет на земле твоего короля…”

Dit is het Russische gedicht van Ахматова Анна Андреевна dat ik zal voordragen tijdens de gedichtenweek in het CLT. Uiteraard was ik de enige vrijwilliger in de klas die bereid was om op een podium te gaan staan met een microfoon. Het is grappig hoe de aanpak van de juffrouw Russisch hemelsbreed verschilt van die van de juffrouw Spaans (niet toevallig één van de initiatiefnemers). In de Spaanse les hebben we al twee keer vijftig minuten aan de vier gedichten besteed die we in groep zullen brengen. De juffrouw Spaans heeft me zelfs zo enthousiast gekregen dat ik in een vlaag van verstandsverbijstering een kartonnen zwaard en toren gefabriceerd heb. En vandaag heb ik daar nog een nep witte roos aan toegevoegd. Spijtig dat er geen prijzen te winnen zijn voor de beste act. 😉

De juffrouw Russisch is daarentegen maar een matig minnaar van de gedichtenweek. We hebben het gedicht dat ik moet brengen nog geen enkele keer gelezen in de les en ze heeft de andere leerlingen helemaal niet aangemoedigd om deel te nemen. Ik zal dus in mijn uppie in het Russisch moeten declameren. Al een geluk dat ik een goed verstaanbare, zij het gezongen, youtube-versie van het gedicht gevonden heb. Aan de andere kant, wie zal het weten als ik al die vreemde woorden verkeerd uitspreek? Buiten mijn klasgenootjes en de weinig studenten Russisch van de hogere jaren. Als ik de mist in ga, zal het tenminste met overtuiging zijn.

Een nieuw academiejaar

En voor het eerst sinds mensenheugenis zal ik niet meer ingeschreven zijn als student aan de KUL. Al hou ik nog een beetje de schijn op door twee taalcursussen te volgen aan het CLT, het is toch niet hetzelfde.

Het doet een beetje zeer dat mijn studentenkaart dit jaar niet vernieuwd zal worden. Zo’n zeer dat ik de laatste week al ettelijke beschrijvingen van aanvullende opleidingen en andere masters heb zitten doornemen en hard zit te twijfelen of ik me uit nostalgische redenen toch niet voor één vakje zou inschrijven. Een volledig jaar van 60 studiepunten volgen, zie ik momenteel niet zitten en daarvoor heb ik ook al te veel plannen gemaakt die onverenigbaar zijn met examens. Ik denk dat een sabbatjaar op studievlak geen kwaad kan, maar wie weet, volgend jaar? En dan te bedenken dat ik, toen ik in mijn laatste jaar rechten zat, zo hard gezworen heb dat ik nooit meer een universitaire opleiding bij zou doen. 😉

Uitzonderingen, uitzonderingen

Toen ik dit jaar startte met Japans en Russisch tegelijkertijd, heb ik altijd gezegd dat Russisch gemakkelijker was dan Japans. Maar daar begin ik nu toch wat aan te twijfelen. Op grammaticaal vlak lijkt het Japans veel simpeler. Werkwoorden vervoegen, daar doen ze niet aan mee. Naamvallen ook niet. Ok, je zit mte de drempel van die twee vreemde schriften en het memoriseren van totaal nieuwe woorden. Het zal waarschijnlijk ook nog wel even duren voordat ik drieduizend kanji in mijn hoofd gestopt heb en daarmee een Japanse krant kan lezen.

Maar ojee, al die uitzonderingen in het Russisch… Vandaag hebben we de nominatief meervoud van zelfstandige naamwoorden gezien. Een hoop regeltjes, maar dat op zich viel nog mee, tot we hoorden hoeveel uitzonderingen er op die regeltjes waren. Een collectieve zucht ging doorheen het klaslokaal. Dat wordt Russisch blokken op de trein en mezelf zo ver mogelijk uit de buurt houden van verleidingen in de vorm van meeslepende romans. Of het moest een Russische roman zijn. 😉

Een nieuwe juf

Vorige zaterdag was het de eerste les Russisch van het tweede semester. Blijgezind trok ik richting de les (hoe weinig ik ook geslapen heb, ik trek altijd blijgezind naar de Russische les) terwijl de stad rondom mij ontwaakte.

Groot was de verrassing toen bleek dat onze lieve blonde juffrouw O met het sexy Russische accent vervangen was door een soort tante nonneke op leeftijd. Geheel onverwacht was deze plotse gedaanteverwisseling echter niet. Juffrouw O had in het begin van het jaar meegedeeld dat ze een vervangster was. De mevrouw die normaal de lessen Russisch gaf, was al een dik half jaar ziek en zou waarschijnlijk na de kerstvakantie terugkeren.  ‘t Is niet echt mooi van mij, maar stiekem hoopte ik dat die mevrouw nog wat langer ziek zou blijven, gewoon omdat juffrouw O helemaal mijn hart gestolen had.

Helaas, aan alle mooie liedjes komt een eind. En daar was ze dan, juffrouw C, terug uit ziekteverlof na een jaar afwezigheid. Het was even een aanpassing, maar ik vond dat ze het erg goed deed. Het moet voor haar ook niet gemakkelijk zijn om na zo’n lange afwezigheid weer voor een klas te staan. En om dan in het midden van het jaar voor de leeuwen geworpen te woren en een erg populaire juffrouw te moeten vervangen, niet eenvoudig. Er was in onze groep wat gemor, enkele leerlingen smeedden zelfs plannen om over te stappen naar een andere groep waar juffrouw O wel nog lesgeeft. Ik ga dit zeker niet doen. Juffrouw C verdient een eerlijke kans.

Russische les

‘t Is nog steeds grote liefde tussen mij en de Russische taal. Ik denk dat ik stiekem een beetje verliefd aan het worden ben op de juffrouw en dan met name op haar ongebreidelde enthousiasme om ons zo goed mogelijk Russisch aan te leren. Ik kan haast niet wachten tot ik genoeg Russisch onder de knie heb om naar Rusland te gaan. Benieuwd naar het land en de inwoners.

De juffrouw Japans

Was weer in goeie doen gisteren. Cha-o-tisch. Niet te doen. Cd’tje vergeten. Knoeien met wisselgeld voor de werkboeken, knoeien in het taallabo, niet goed uitleggen wat de bedoeling van een oefening is, enzovoort. En elke zin die ze zegt, wordt gevolgd door een beetje raar, ironisch lachje. Ik weet niet goed of ze nu met haar eigen geknoei lacht of dat het gewoon een zenuwtrekje is. Ik vermoed dat laatste. Van de bissers hebben we vernomen dat het vorig jaar nóg grotere chaos was. Er is dus alleszins verbetering waarneembaar. 😉