Gisteren zijn mijn vriend en ik op bezoek geweest in het nieuwe appartementje van mijn vriendin B. Ze heeft eindelijk haar boeltje bijeen gepakt en daarmee heeft ze de deur van haar relatie nu definitief achter zich dicht getrokken. En ze zag er verdorie goed uit. Helemaal blij dat de knoop was doorgehakt. En ook de kindjes leken zich goed aangepast te hebben aan de nieuwe situatie.
We hadden afgesproken dat we pizza zouden meebrengen, want dat lusten de kindjes ook graag. Dan moest ze geen speciale inspanningen doen om eten voor ons te voorzien. Want het leven als mama alleen met twee kleine kindjes is niet evident. Ze was heel blij dat we er waren. Dat ze eens van face to face haar hart kon luchten. We hadden eigenlijk al wat eerder tijd moeten vrijmaken om haar nieuwe appartementje te gaan bezoeken, maar ‘k zag er wat tegenop. Het lijkt me allemaal niet eerlijk verdeeld: ik heb een goeie relatie, een goeie job, binnenkort (allez, we blijven hopen) een splinternieuw appartement en zij zit in zo’n situatie. Gelukkig houd ze de moed erin.
Momenteel doen zij en haar vriend beroep op bemiddeling om de loshangende eindjes aan mekaar te knopen, maar dat blijkt niet erg op te schieten. Gelukkig zijn ze erin geslaagd een co-ouderschapregeling voor de kinderen uit te werken en hebben ze afgesproken elkaar niet zwart te maken waar de kinderen bij zijn. Enfin, hij schuift natuurlijk de schuld van de relatiebreuk volledig op B, want zij is de slechte en zij heeft hem misbruikt, gepluimd en uitgebuit. Terwijl B nu ocharme elke euro in drie zou moeten kappen om gewoon te overleven en haar huishuur te kunnen betalen. ‘t Is straf.
Mijn vriend en ik hadden er op voorhand besproken of we B wat geld zouden toestoppen. Ik probeer geldzaken en vriendschap meestal goed van elkaar te scheiden. Maar in dit geval vond ik dat we toch een uitzondering moesten maken. Per slot van rekening kon ze het geld heel erg goed gebruiken en we geven toch ook geld aan goede doelen, dus waarom niet bijspringen als een vriendin wat hulp nodig heeft?
Op het eind van de avond gaven we dus onze envelop aan B. Ik had expliciet op de envelop geschreven dat het geld voor de kindjes was, dan had ze minder redenen om hem te weigeren. Het was echt een emotioneel moment. We wilden graag dat ze het aannam en je zag dat B eigenlijk vond dat ze het niet kon aannemen. Gelukkig konden we haar overtuigen het geld te houden.
Toen we naar huis gingen, voelde ik me heel warm van binnen. Ik ben er zeker van dat ons geld B zal helpen om haar leven terug op de rails te krijgen. Ze komt er wel. Ze is nog jong en veerkrachtig. Ze heeft twee mooie en brave kindjes. Nu een goeie job om wat inkomsten binnen te krijgen en dan kan ze aan de rest van haar leven beginnen.