Het leek ons verstandig na de uitspattingen van de vorige dag zo lang mogelijk uit te slapen. Alhoewel dat niet kon verhinderen dat we allebei met een licht kadergevoel opstonden. We zetten onze wekker vlak voor het einde van het ontbijt en konden zo nog wat scrambled eggs en ander lekkers meepikken, ideaal tegen de kater.
Na het ontbijt namen we opnieuw de tram naar het stadscentrum. Ik wilde graag de mummies van het Kapucijnenklooster gaan bekijken die we de dag voordien gemist hadden. Daar aangekomen, bleek echter dat we toen beter iets verder gekeken hadden dan onze neus lang was, want door onderhoudswerken was de crypte enkele maanden gesloten. Teleurstelling alom!
Gelukkig vielen er elders in Brno nog dode mensen te bewonderen. Heel veel dode mensen zelfs. Het Ossuarium van Brno is na dat van Parijs het tweede grootste van gans Europa. Wat dit Ossuarium zo bijzonder maakt, is dat het pas herontdekt werd in 2001. Tot dat moment had niemand er een idee van dat er zich zo’n 50.000 lichamen vlakbij de Sint-Jacobskerk bevonden.
Het Ossuarium was enorm indrukwekkend, een confrontatie met je eigen sterfelijkheid. Men had na een grondige schoonmaakbeurt de beenderen en doodshoofden een nieuwe plek gegeven. De drie kelders waren voorzien van sfeervolle verlichting en de moderne kunstwerken vormden een mooi contrast met de oude beenderen. Ik hield enorm van de muziek van Miloš Štědroň die speciaal voor deze plek gecomponeerd werd. Een plek om aan introspectie te doen.
Na het bezoek aan het Ossuarium was het al tijd voor het middagmaal. Veel honger hadden we nog niet, maar een pannenkoek en een smoothie gaan er altijd wel in. We bestelden een pannenkoek bij Poe-Poe (leuke fastfood plek waar al het eten vlak voor je neus bereid wordt) en aten die ook daar op.
Lang had onze lunch niet geduurd, maar toen we buiten stapten, zagen we dat de straten nat waren. Net een regenbui gemist. Onze timing had niet beter kunnen zijn.
We wandelden naar Špilberk kasteel en kochten een kaartje voor een bezoek aan de kazematten en de toren. Het museum in het kasteel was helaas gesloten tijdens de winter. We waren de enige bezoekers in het kasteel. Heel bijzonder gevoel om met z’n tweeën in de kazematten rond te dolen en je voor te stellen hoe verschrikkelijk het leven van de gevangen die hier opgesloten zaten, geweest moest zijn. Een gedeelte van de kazematten deed tijdens de bezetting van Brno in de tweede wereldoorlog dienst als schuilkelders voor de Duitsers.
Ook hier waren de weergoden ons goed gezind. Terwijl wij in de kazematten ronddoolden, trok er een hagelbui over Brno. We moesten een kleine oversteek maken van het ene naar het andere gedeelte van het kasteel door de hagel, maar verder hielden we het droog. Net toen we begonnen aan de beklimming van de toren was de bui alweer overgetrokken en zette de zon de stad in een prachtig avondlicht.
Het uitzicht vanaf de toren van Špilberk was nog beter dan het uitzicht vanaf de torens van de kathedraal. Ik maakte tientallen foto’s van het bijzondere licht, de ijzig koude wind trotserend.
Terug op de begane grond moesten we dringend opwarmen. Gelukkig moesten we niet lang zoeken naar een geschikte
plek: er was een café in het kasteel zelf. Een thee en een warme wijn hielpen onze lichaamstemperatuur op peil te krijgen. Aan een tafeltje vlak bij ons zat een Tsjechische heer een pintje te drinken. Hij sprak ons aan om te vragen vanwaar we kwamen. Toen hij België hoorde vallen, was zijn eerste reactie: “Oei, is het daar niet gevaarlijk?” Jaja, de reputatie van België als terrorismehoofdstad van Europa is zelfs tot in Tsjechië doorgedrongen. We stelden de heer gerust dat dat heel goed meeviel en dat al die berichten in de media met een stevige korrel zout genomen moesten worden.
Het was binnen zo lekker warm dat we langer in het café bleven plakken dan we oorspronkelijk van plan waren. Bijgevolg was het al donker toen we buiten kwamen. We maakten wat nachtfoto’s en besloten vervolgens op ons gemak vanaf het kasteel te wandelen naar restaurant The Pavillon.
We waren alweer ruim voor onze reservatietijd ter plaatse, dus maakten we nog een ommetje in de buurt en belandden we zo in een groot shopping centrum waar één of ander event aan de gang was terwijl verder alle winkels gesloten waren.
The Pavillon is een reconstructie van een paviljoen in functionalistische stijl dat in de jaren werd afgebroken om plaats te maken voor een theater. Het paviljoen werd in de jaren 90 een beetje verderop volledig heropgebouwd. Het paviljoen is een mooi en elegant bouwwerk met een hoog plafond, grote ramen en veel ruimte.
Opnieuw werden we bediend door een erg vriendelijke ober. Onze ober sprak dan wel geen Nederlands, maar zijn Engels was perfect. Gelukkig was de degustatiemenu een paar gangen korter dan die bij Borgo Agnese. Culinair hoefde dit restaurant alvast niet onder te doen voor Borgo Agnese. De gerechten waren heerlijk, met als uitschieter de combinatie van hert en inktvis. Een echte topper.
De ober vertelde ons dat de chefkok nog samengewerkt had met Gordon Ramsay. Als referentie kan dat uiteraard tellen. Gelukkig bestond de degustatiemenu ditmaal slechts uit zeven gangen en was ook de hoeveelheid wijn iets bescheidener. Mijn vriend had zelfs nog een plaatsje over voor een digestiefje: een glas Becherovka, een soort kruidenlikeur uit Tsjechië, waar ik persoonlijk niet echt wild van werd.
Dit aten wij:
- Corn Fed Chicken Roulade, Wild Mushrooms, Peanuts And Cantaloupe Melon
- Broccoli Soup, Parsley, Marinated Stem, Nut Bread And Comté Cheese
- Grilled Tuna With Sichuan Pepper, Black Rice Venere, Chervil, Cauliflower Pureé With Saffron
- Grilled Beef Fillet, Beetroot Consommé, Pine Nuts And Basil Mayonnaise
- Blood Orange Sorbet
- Deertopus – Grilled Saddle Of Deer, Asian Style Octopus, Pickled Ginger, Oyster Mushrooms And Pak Choi
- Coconut Crème Brûlée, Pineapple Ragout, Pineapple And Caramel Sorbet
We waren zelfs nog prima in staat om met de tram naar het hotel terug te sporen. Voorlopig niets dan lof over de Tsjechische keuken!