Omdat ik tegenwoordig een cursus column schrijven volg, dacht ik, waarom de resultaten van de cursus niet met jullie delen? Het is zonde om ze op mijn harde schijf te laten verpieteren. Dus bij deze. Ter info: ik plaats de originele versie van de column, zonder deze aan te passen aan de commentaren van de lesgeefster.
Nummer 166 van 349. Per toeval ontdekt in het Leuvense stadsarchief in een nog niet gearchiveerde collectie. Een schoolschriftje met daarin op elke bladzijde drie kolommen met getypte woorden. Naast elk getypt woord, in een sierlijk handschrift daterend uit de tijd dat schoonschrift nog een vak op school was, een woord in het Leuvense dialect (‘t leives). De bladen van het schriftje zijn vergeeld en fragiel.
Een fascinerende vondst die de stadsarchivaris meteen tot actie aanzet. Zoals zo vaak het geval is, gaat het toeval hier met de hoofdrol lopen, want de echtgenoot van diezelfde stadsarchivaris is de trotse auteur van een doctoraat over dialecten. De beschrijving van het boekje doet meteen een belletje bij hem rinkelen.
Het schriftje blijkt een uniek stukje erfgoed. Eentje met vele broertjes. 348 om precies te zijn. Elk schriftje de neerslag van een ander dialect uit Vlaanderen. Jarenlang zorgvuldig bewaard in een archief in Gent. De noeste arbeid van vele vrijwilligers die in de jaren 1885-86 in opdracht van de Leuvense hoogleraar Pieter Willems hun dialect optekenden. Een hele opdracht, die meerdere maanden in beslag nam.
De auteur van nummer 166 is een 24-jarige Leuvense kantoorbediende. Karel Verschueren, een doorsnee naam van iemand die wellicht een doorsnee leven leidde. Niet meteen iemand die vingerafdrukken op de geschiedenis heeft achtergelaten.
Meer dan honderd jaar nadat de jongeling Verschueren het schriftje invulde, misschien tijdens zijn middagpauze, of trouw elke dag ‘s avonds voor het slapen gaan, duikt het op een onverwachte plek weer op. Hoe dit schriftje in het stadsarchief verzeild raakte, blijft een raadsel dat wellicht nooit ontsluierd zal worden.
Deze gelukkige vondst biedt de historici van vandaag een boeiend inzicht in de Leuvense spreektaal van twee eeuwen geleden. Een ontbrekend puzzelstuk. Een document van historisch belang. Met dank aan de vrijwillige inzet van Karel Verschueren.
Na zijn omzwervingen in Leuven keert het schriftje terug naar zijn broertjes in Gent. Het zal een blij weerzien zijn na al die jaren. En Karel Verschueren, die zal voor altijd onsterfelijk zijn. Zijn handschrift versteend in woorden die over vijftig jaar niemand meer zal spreken.
De bladzijden van het schriftje zullen gedigitaliseerd worden, zodat het harde werk van Verschueren ontsloten kan worden voor de komende generaties. Of hoe een schriftje een venster naar een bijna vergeten verleden kan zijn.