Aan het ontbijt spraken we verder af met het koppel dat we de dag voordien tijdens de after party hadden leren kennen. Eerst wilde ik met de trein naar de Batu Caves gaan, maar om het treinstation te bereiken, moesten we eerst tien minuten stappen naar het dichtstbijzijnde metrostation en dan nog een flink stuk de metro nemen. Onze nieuwe vrienden en hun slimme achtjarige dochter hadden echter tickets om die dag om 15u de Petronas Twin Towers te bezoeken. Het leek ons makkelijker en sneller om gewoon de taxi te nemen.
De behulpzame bedienden van ons hotel zorgden voor een busje waar we met z’n vijven in konden en we vertrokken met een blij gemoed naar de Batu Caves. Onderweg leerden we het koppel beter kennen. Zij was geboren in Sri Lanka, was tijdens haar jeugd verhuisd naar Londen, had na haar huwelijk in de golfstaten gewoond en nu leefden ze met heel het gezien in Jakarta. Zij had haar HR-job opgegeven om voor haar dochter te zorgen, omdat haar echtgenoot daarop stond en het was duidelijk dat haar dochter het middelpunt van haar wereld was. Ik vond het wel een beetje jammer dat zo’n knappe en intelligente vrouw haar job had opgegeven, maar werd gerustgesteld toen ik hoorde dat ze veel vrijwilligerswerk deed en ook balletles gaf (ze was afgestudeerd aan de Royal London Ballet School). Hij was een IT-er afkomstig uit Indonesië die zowat overal ter wereld al gewerkt had, o.a., maar niet uitsluitend in security. En hun dochter was duidelijk hoogbegaafd. Zo’n slim en beleefd meisje. Ongelooflijk.
Ik voelde me wel een beetje saai, in vergelijking met hun globetrottende levensstijl. Het lijkt me geweldig om een tijd in het buitenland te wonen, je helemaal te kunnen onderdompelen in een nieuwe wereld, een nieuwe taal onder de knie te krijgen (want, we moeten daar eerlijk in zijn, door één keer per week een paar uurtjes les aan het CLT te volgen, zal je een taal nooit écht beheersen). Wat is de wereld groot en wat heb ik nog maar een klein stukje van die wereld gezien! En wat heb ik een weinig avontuurlijke jeugd gehad, daar onder die Limburgse kerktoren…
De Batu Caves zijn een groot grottencomplex en één van de populairste attracties in de buurt van KL. De grotten werden wereldberoemd toen de Amerikaanse naturalist William Hornaday ze in 1878 ontdekte. Hij was diep onder de indruk van de omvang en de schoonheid van de grootste grot en vergeleek deze met een grote kathedraal. Rond 1895 werd deze grot ingericht als heiligdom, gewijd aan de hindoegod Heer Murugan. Al snel werden de grotten het belangrijkste bedevaartsoord van Maleisische hindoes.
De ingang van de grotten wordt gedomineerd door een 43 m hoog gouden beeld van Heer Murugan. Het beeld alleen al is de moeite om ervoor naar de grotten af te zakken. Maar dan begint het pas. 272 treden brachten ons naar de Cathedral Cave, 100 m hoog en gedeeltelijk verlicht door lichtbundels die door gaten in het dak schenen. Een extra attractie vormden de makaken die zich duidelijk er goed thuis voelden in de grotten en op de trappen. De beestjes hadden totaal geen schrik van ons en zagen er heel aaibaar uit. Toch vermeden we de dieren aan te raken, want die tandjes zagen er erg scherp uit en het blijven wilde beesten.
Onder de Cathedral Cave lag de Dark Cave waar de Malaysian Nature Society op regelmatige tijdstippen rondleidingen organiseerde. Mijn vriend en ik wilden graag de grotten in trekken, maar ik zag dat ons vrouwelijk gezelschap aarzelde. Het dan maar tactisch gespeeld en de dochter gevraagd: “Zou jij het niet cool vinden om de grotten te bezoeken?” Natuurlijk was het antwoord ja. 😉 En toen moest de mama wel mee. Het werd een interessante tocht waarbij de nadruk lag op het geven van informatie over de unieke diersoorten die hier onder de grond leefden. We kregen allemaal een klein zaklampje en dat was echt wel nodig, want op sommige plekken was het pikdonker. We werden extra op het hart gedrukt om de zaklamp niet naar boven te schijnen: we zouden de vleermuizen wel eens kunnen opschrikken en niemand wil vleermuizenpoep op zijn kop krijgen.
Die vleermuizenpoep is trouwens een essentieel onderdeel van het ecosysteem van de grotten. Guano is een rijke voedingsbodem voor heel wat kleine diertjes. En die kleine diertjes zijn op hun beurt dan weer voedsel voor grotere dieren. Aangezien de vleermuizen de enige dieren zijn die de grotten verlaten, zijn zij de enige die energie uit de buitenwereld mee naar binnen brengen. Neem de vleermuizen weg en het leven in de grotten sterft uit.
We zagen tijdens onze tocht spinnen, kakkerlakken, duizendpoten, vleermuizen, een hond die al ettelijke jaren in de grotten leefde, maar helaas geen slang. Blijkbaar kom ik enkel slangen tegen als ik er niet op beducht ben.
De immense grotten die door de kracht van het water werden uitgeslepen waren écht de moeite. Zeker niet overslaan als je de Batu Caves bezoekt, het is het inkomgeld meer dan waard! De schoonheid van de natuur, daar kan geen enkele tempel tegenop…
Toen we terug buiten in het zonlicht stonden, bekende onze nieuwe vriendin dat ze het op sommige momenten echt benauwd had gehad. Toch knap dat ze niet rechtsomkeer gemaakt heeft en haar angst overwon om deze tocht samen met ons te beleven. Ik denk wel dat ze de helm die we uit veiligheidsoverwegingen moesten opzetten een beetje vies vond, want ze haalde snel hand sanitizer boven en deelde die maar al te graag met ons. We durfden niet echt weigeren. 😉
Een taxi voor vijf personen vinden om ons terug te brengen naar KL bleek echter minder voor de hand te liggen. Na een beetje rondgevraagd te hebben en ook tevergeefs Myteksi geprobeerd te hebben, besloten we ons dan maar op te splitsen. We dankten ons gezelschap voor de fijne tijd en beloofden elkaar de volgende dag (onze laatste al) bij het ontbijt terug te zien.
We vroegen aan de taxichauffeur om ons af te zetten bij de Petronas Twin Towers, want we wilden graag de food court daar proberen. Rond twintig na twee waren we op onze bestemming, mijn maag rommelde al flink. Gelukkig betekent een food court gegarandeerd snel eten. Ik ging voor een sizzler met noodles en kip, terwijl mijn vriend niet kon weerstaan aan de verleiding en een plaatselijke hamburgerketen uittestte. Het was blijkbaar een erg populaire keten, want mijn eten was al op tegen dat hij met zijn hamburgers aan mijn tafeltje bijschoof.
Ondertussen was het verschrikkelijk hard beginnen regenen, dus bleven we even in het winkelcentrum rondhangen tot de bui over was. We kochten allebei een smoothie en boy, dat moet zowat de beste smoothie zijn die ik in mijn leven gedronken heb. Banaan en chocolade, een hemelse combinatie.
Toen de hemelsluizen eindelijk dichtgingen, namen we de metro naar China Town. Ik wilde mijn vriend graag de Hindoetempel laten zien die ik één van de vorige dagen bezocht had en hem een beetje de sfeer van China Town laten opsnuiven. Uit nader onderzoek van mijn reisgids bleek ook dat ik in die buurt enkele tempels had overgeslagen. Shame on me! Dus bezochten we samen de Sin Sze Si Ya Temple, verstopt in een nauw straatje en gebouwd in een vreemde hoek ten opzichte van de straat, wellicht om de principes van de feng shui te respecteren. Een beetje een bizarre plek die voor een deel volgestouwd was met rommel.
We liepen verder langs de Sri Maha Mariamman Temple naar de Chan See Shu Yuen Temple. In onze reisgids zag dit er een veelbelovende tempel uit met mooie friezen. Helaas is de tempel erg in verval geraakt. Hier en daar vingen we nog wel een glimp op van de vroegere pracht en praal van de tempel, maar als men niet dringend aan de restauratie begint, dreigt dit alles verloren te gaan.
Ondertussen was het ongeveer vijf uur in de namiddag. We liepen terug naar China Town terwijl boven onze hoofden (alweer) een gigantisch onweer losbrak. We geraakten min of meer droog in het overdekte stuk van China Town, waar de verkopers druk bezig waren al hun waren uit te stallen voor de avondrush. Mijn vriend vond het verschrikkelijk: die drukte, al die kleine kraampjes volgestouwd met rommel, de verkopers die ons elke meter aanspraken. Dus besloten we er maar de brui aan te geven en met de metro naar ons hotel terug te keren.
Terug in het hotel trokken we onze badkledij aan en gingen we een paar baantjes zwemmen in het zwembad. Het bleef ondertussen stevig regenen, wat best wel voor een bijzondere sfeer zorgde bij het zwembad. De strandstoelen waren leeg en we hadden het zwembad bijna helemaal voor ons alleen. Romantisch! De eerste keer in mijn leven dat ik gezwommen heb in de regen.
We waren oorspronkelijk van plan rond half zeven naar de Twin Towers terug te gaan omdat deze volledig in het roze verlicht zouden worden als sensibiliseringsactie rond borstkanker. Er zou ook een 3D laser show plaatsvinden, maar met al de nattigheid die uit de hemel viel, besloten we dat maar te skippen.
Na onze zwempartij namen we op ons gemak een douche en genoten van elkaar. Pas rond half tien kregen we een beetje honger. We besloten een gebakje te gaan eten in het hotel. Ik had een chocoladetiramisubol. Niet dat ik veel tiramisu proefde, maar hey, chocolade, need I say more.
We hadden ondertussen een berichtje gekregen van de twee heren waarmee we in Singapore hadden opgetrokken dat ze in een bar Highland Park zaten te drinken. Een gloednieuwe bar die Drink University heette, dat moesten we natuurlijk proberen. Eerlijk, de whisky was lekker (uiteraard), maar de bar viel tegen. Bijna geen volk, het was er ijskoud, de muziek stond veel te luid, wat ok geweest zou zijn als er gedanst werd, maar er werd niet gedanst. Zelfs de hoertjes (mannelijk en vrouwelijk) zaten zich te vervelen op hun stoel. Eén van de hoertjes probeerde een paar keer bij ons groepje, maar ze ving telkens bot.
Toen de fles leeg was, besloten we op te krassen. Een bar zonder volk op een vrijdagavond, dat is geen goed teken. Heer nummer één vond het welletjes (waarschijnlijk was hij de reclame van heer nummer 2 voor de diensten van de Aziatische hoertjes beu) en wij beslisten nog ergens anders iets te gaan drinken. We vonden een terrasje waar ik een daiquiri bestelde en waar we het af- en aankomen van de hoertjes en hun klanten in de love hotels konden gadeslaan. Ik snap dat de meeste vrouwen die deze job uitoefenen weinig keuze hebben, maar het blijft een vreemd concept voor mij: betalen voor seks.
Rond half twee namen we afscheid en liepen mijn vriend en ik terug naar het hotel. De nachtelijke temperaturen waren erg aangenaam en in de verte zagen we de roze verlichte torens. Ik keek ernaar uit om de roze torens te fotograferen. Deden ze toch wel net de lichten uit toen mijn vriend en ik nog maar vijf minuten stappen verwijderd waren. Qua slechte timing kon dit tellen. Doodjammer. En een reden om eens goed te vloeken.
[…] het ontbijt namen we afscheid van onze vrienden en hun lieve dochter. Zij zouden die middag al terugkeren naar Jakarta, wij hadden nog een dagje […]
[…] Lumpur, waar je om te beginnen helemaal geen schrik moest hebben om gehackt te worden en waar we echt fijne mensen leerden […]