Ik zat op een natte en koude dag in een bistro in Luxemburg een slechte quiche te eten terwijl ik naar het verkeer keek dat zich een weg baande door de drukke straten en werd opeens getroffen door de zinloosheid van dit alles. De ratrace, het harde werken, de ambities, higher, better, faster. Uitkijken naar de dag die komt, elke dag die voorbij raast een stap dichter bij de dood. Tot stof en as zult gij weder keren, de indruk die je meende achter te laten onzichtbaar in het harde licht van de eeuwigheid. De onverschillige leegte waarin zonnen en planeten zich wentelen. De onbeduidendheid van een mensenleven.
Ik knipperde met mijn ogen. Het moment gepasseerd. Business as usual.