Deze week zat ik ‘s middags bij drie jonge vrouwelijke collega’s aan tafel. Alle drie hadden ze nog niet zo lang de schoolbanken achter zich gelaten. En ik schrok er eerlijk gezegd van hoe stereotiep ze in hun denken waren. De klassieke rollenpatronen blijven de bovenhand halen. Ik had gehoopt dat dit rollenpatroon langzaam zou verdwijnen in de jongere generaties, maar neen, mannen moeten vooral stoer en macho zijn en goed zorgen voor hun vrouwtje. En het huisje, boompje, kindje-ideaal is onuitroeibaar. Natuurlijk weet ik wel dat er in sé niets mis is met huisje, boompje, kindje, en het is niet dat ik zo’n spannend leven heb of zo. Maar zo’n jonge meisjes, die moeten toch nog eerst wilde plannen maken? Van het leven genieten? De wereld willen veranderen? Grootse dromen hebben? Het lijkt soms alsof ik jonger van geest ben dan zij.
Juist. Wat zelfs de hardst feestende studenten gaan in het weekend naar huis en geven zich over aan de sociale codes van hun families en dorpen. Of gaan weer bij pa en ma wonen als ze klaar zijn met studeren en (nog) geen partner hebben. Het ergste is, ze weten het niet….
Ik had die dromen ook, eens afgestudeerd en onder het ouderlijk gezag uit. (Niet over de wereld veranderen, zulke ambities heb ik nooit gehad.) Maar toen werd ik verliefd en verdween elk ideaal als sneeuw voor de zon. Nu is mijn enige doel sparen zodat ik makkelijker en vaker bij hem kan zijn. Erg hè? Hoewel ik bij gelegenheid zeker geen ‘nee’ zeg tegen een goei feestje, een lekker etentje enzovoorts!
Ik ben nu nog student en ik denk dat die grootse dromen nu veel vlugger worden doorprikt dan vroeger. Misschien worden we nu te vroeg volwassen gemaakt?