Opgestaan met de hoop op beter weer. Het zag er ‘s ochtends nog stevig bewolkt uit en nu en dan viel er een druppeltje. Gelukkig goot het niet meer zoals de dag voordien. We beseften dat we de climb waarschijnlijk op onze buik konden schrijven. De top van Ayers Rock zouden we niet bereiken. Jammer, maar goed, veiligheid eerst. Al had ik soms de indruk dat men nogal snel de klim verbood met de veiligheid van de toeristen als excuus.
Uluru en Kata Tjuta Nationale park werden in 1985 in eigendom overgedragen aan de aboriginals op voorwaarde dat de Australische staat voor 99 jaar het domein in erfpacht zou krijgen. Momenteel wordt het park bestuurd door zes aboriginals en vijf blanken. Uluru is een heilige plek voor de aboriginals en, alhoewel ze de beklimming niet verbieden, hebben ze liever niet dat toeristen zich eraan wagen. In de brochures staat dat ze niet willen dat iemand verongelukt op hun heilige berg. Naar mijn gevoel, zullen ze daarom de veiligheidsrichtlijnen steeds verstrengen tot het beklimmen eerder uitzondering dan regel wordt.
Als alternatief voor de beklimming besloten we eerst de rondleiding onder begeleiding van een ranger te doen en daarna de basewalk, een stevige wandeling van een tiental kilometer rond de rots. Op weg naar de rots gaven we twee Duitse meisjes een lift. Zij wilden net als wij de basewalk doen, maar hadden geen wagen om op eigen krachten bij het startpunt te geraken. De Duitse meisjes waren net afgestudeerd aan de middelbare school en hadden nu een sabbatjaar ingelast. Een jaartje om de wereld rond te trekken. Als dat niet mooi is. Australië was hun eerste stop en daarna zouden ze nog Hawaï en California aandoen. Ik had bijna aan ze gevraagd of ze geen extra reisgezel wilden. 😉
Onze ranger was een geval apart: superzenuwachtig en bijna niet te verstaan doordat hij zo stil praatte. Het was een jonge kerel die vertelde dat hij hier nog maar drie maanden was. Hij had geen geluk met onze groep, want niemand had vragen en de reactie op zijn verhalen was eerder flauwtjes. Ik had met hem te doen en heb dan zelf maar enkele vragen gesteld. Hij vertelde ons wat over de bijzondere flora van de plek, wees struiken aan waar eetbare dadels aan groeiden, toonde een boom waarvan de aboriginals de bast gebruikten om gereedschappen mee te maken en vestigde onze aandacht op het bizongras dat geïmporteerd werd uit Zuid-Afrika en in de Australische woestijn een ideale bodem gevonden had. Elk jaar komen vrijwilligers met de hand gras uittrekken om het de wildgroei van het bizongras binnen de perken te houden. Er zijn toffere manier om je vakantie te besteden…
De ranger vertelde ons enkele legenden van de aboriginals en toonde ons de symbolen die je kon herkennen in de kriskras over elkaar gezette rotstekeningen. Sommige grotten die heel veel tekeningen bevatten, deden dienst als school voor de aboriginal jongens. Aan de hand van illustraties en verhalen werd hen uitgelegd volgens welke richtlijnen ze moesten leven. De tekeningen gebruiken een heel eigen beeldtaal die ook nu nog terug te vinden is in de kunst van de aboriginals.
Na de rondleiding begonnen we aan de basewalk. Stel je een breed verhard pad van een tiental meter voor op supervlak terrein waar gemakkelijk een auto op kan rijden, dat is het pad dat we volgden. De wandeling was een fluitje van een cent en je kon Ayers Rock langs alle kanten bewonderen. De rots ziet er van dichtbij anders uit dan ik had verwacht. Ik dacht dat de rots een grote massieve blok steen zou zijn, maar het zandsteen van de rots zit vol met gaten, spleten en vreemd gevormde grotten. Heel bijzonder. Je ziet ook duidelijk aan de zwarte verkleuringen van de rots waar het water naar beneden komt. Aan de voet van de rots zijn er twee kleine poelen die bijna altijd water bevatten (al had de ene poel voor de regenbui heel lang droog gestaan) en waar we het lustige gekwaak van kikkers konden horen.
Ik moet toegeven dat de wandeling het laatste half uur wel wat saai begon te worden. Rots, rots en nog eens rots. Het spannendste wat er gebeurde was een vervelend steentje in onze sandalen. We hadden het op den duur wel gehad.
Na de wandeling namen we een middagpauze in het cultural centrum van de aboriginals.