Zondag zijn we naar de opendeurdag van Abdij Keizersberg geweest. Vreemd toch dat we tijdens al die jaren in Leuven nog nooit een bezoekje aan deze abdij gebracht hebben en dat terwijl ik een grote liefde heb voor deze sacrale gebouwen. Het is een trend die je wel vaker ziet, mensen die verre reizen maken en het moois vlak voor hun neus negeren. Nu steek ik niet onder stoelen of banken dat ik graag verre reizen maak, maar ik probeer dit te compenseren door een gezonde aandacht aan de dag te leggen voor de mooie dingen in mijn buurt. België is een minilandje, maar heeft op het vlak van cultuur en ja, zelfs natuur, zeker het één en ander te bieden.
Dus toen mijn vriend enkele weken geleden mij erop attent maakte dat Abdij Keizersberg op 30 september een opendeurdag hield, kruiste ik die dag meteen aan in mijn agenda. Veel te vroeg naar mijn goesting (het wii-feestje had langer geduurd dan verwacht) kropen we de dag zelf uit ons bed. Het oorspronkelijk plan was te voet naar de abdij te trekken. Een goeie klim ga ik immers nooit uit de weg. Doordat ik echter moeilijk uit mijn bed raakte en we absoluut de Gregoriaanse mis om 10.00u wilden bijwonen, moesten we de wagen nemen om niet te laat te komen.
Bij de abdij aangekomen, was het even zoeken naar een parkeerplaatsje, we waren duidelijk niet de enige die op zondagochtend naar de mis trokken. De kerk zat goed vol. 70 à 80 procent van de aanwezigen, was ouder dan zestig. Mijn vriend en ik sprongen tussen al dat grijze haar serieus in het oog. Denk dat we, met uitzondering van een paar kleuters, veruit de jongste aanwezigen waren. De mis was behoorlijk indrukwekkend. De mooie gezangen van het mannenkoor vulden de ganse ruimte en toen de gelovigen invielen (bijna iedereen zong mee), kreeg ik, doorwinterd atheïst, toch even kippenvel. Zeer, zeer mooi. Een echte belevenis.
Minder mooi vond ik de stukken uit het evangelie die werden voorgelezen. Veel stukken die over schuld en boete gingen, over branden in de hel en zo. Ik kan me voorstellen dat deze teksten in vroeger tijden de gelovigen een heilige schrik voor de zonde aanjaagden. De gekozen stukken schetsten een beeld van een onvergevingsgezinde god die elke misstap van zijn volgelingen genadeloos afstraft in het hiernamaals. Gelukkig milderde de priester de inhoud van de teksten door ze op een symbolische manier te verklaren. Maar toch.
Na de Gregoriaanse mis gingen de deuren van de abdij open. De abdij is nog redelijk recent. Ze vierde dit jaar haar honderdjarig bestaan en ademt dus niet de sfeer van ouderdom en eeuwigheid uit die je bijvoorbeeld wel in het de Abdij van ‘t Park vindt. Het gebouw op zich is echter meer dan interessant genoeg. In de eerste plaats omdat de plek waar de abdij gebouwd is, de Keizersberg, een zeer rijke geschiedenis heeft. In de dertiende eeuw werd op deze heuvel een burcht gebouwd, die eeuwen later als verblijfplaats diende voor de jonge Keizer Karel die de burcht later verfraaide en uitbreidde. In de achttiende eeuw was de burcht echter in verval geraakt en beval keizer Jozef II de afbraak. Alleen de schoormuur en de 36 meter diepe waterput (die we op politiebevel niet mochten bekijken) bleven gespaard.
De heuvel heeft echter niet alleen een seculiere geschiedenis. Aan de oostelijke zijde van de heuvel, “Wolvenberg” genoemd, bouwden de graven van Leuven in 1187 een huis voor de Tempelridders. Na de opheffing van de orde van de Tempeliers, vestigden de Hospitaalridders van Sint-Jan zich in deze commanderij tot de komst van de Fransen in 1789. De kerk van de commanderij werd afgebroken en de gebouwen van de commanderij verkocht. Het eeuwenoude kloostergebouw werd helaas helemaal vernield tijdens het nachtelijke bombardement van mei 1944.
Het indrukwekkendste vertrek in de abdij vond ik de bibliotheek. Zeer oude en interessante boeken, waarvan de handgeschreven fiches te raadplegen zijn in een prachtige houten fichekast. De bibliotheek van de abdij bezit ongeveer 250.000 boeken. Je kan de bibliotheek alleen consulteren na een afspraak gemaakt te hebben.
Na wat rondgewandeld te hebben in de kloostergang en de verschillende vertrekken, pauzeerden we even in de eetzaal met een stukje taart en een goudgeel aperitiefwijntje (voor mij) en een Keizersberg bier en een boterham met abdijkaas (voor mijn vriend). Kanttekening: in de abdij zelf werd nooit bier gebrouwen, de abdij leende slechts zijn naam aan dit streekproduct. We zaten nog maar net aan tafel toen twee nonnetjes ons vervoegden. Toen we zeiden dat we ‘s ochtends naar de mis waren geweest, kon ik zien dat ze onder de indruk waren. Je zag ze zo denken: “D’r zijn dan toch nog jonge mensen die naar de mis gaan.” 😉
Bij het verlaten van de abdij passeerden we allerlei standjes met christelijke en iets minder christelijke producten. We konden het niet laten en schaften ons een mooie uitgave over bier van het Davidsfonds aan. We kochten ook een flesje van de lekkere goudgele aperitiefwijn. Leuk voor als we gasten hebben.
Conclusie: breng zeker eens een bezoekje aan Abdij Keizersberg. Voor de liefhebbers van liturgische gezangen is het bijwonen van de Gregoriaanse mis zeker een aanrader.
Ik heb in m’n eerste jaar h.o. (zowat 11 jaar geleden) in Keizersberg een filmpje gedraaid (oefening) en er bovendien twee nachten gelogeerd (werkgerelateerd uiteraard ;)). Mjaaa ‘t deed me ergens ook wel iets die sfeer die er hangt, maar drie dagen zou voor mij teveel van het goeie geweest zijn… Wel een schoon zicht ‘van daarboven’! 😉
@casper: Ha, en is dat filmpje nog ergens te bezichtigen? (bij voorkeur op Youtube of zo)
nee yab, toen bestond m.i. youtube nog niet, en het was een oefening, geen eindwerk, dus kwestie van mezelf niet al te belachelijk te maken, laat ik het zo..:)
(nu begin ik zelfs nog te twijfelen of ik het nog wel zelf heb, slordige ik)
@casper: Ik vind dat je dat op youtube moet zetten! Soms moet een mens al eens met zichzelf kunnen lachen. 😉