Ik heb nog niks verteld over mijn uitstapje van woensdag naar het Europees Hof van Justitie.
In een notendop:
– te vroeg moeten opstaan (gelukkig stond mijn vriendje mee op, gedeelde smart is halve smart),
– nog een oogje dichtgedaan op de bus (ik had een plek voor twee personen ingenomen en mijn meest ontoegankelijke gezicht opgezet zodat er zeker niemand naast mij zou gaan zitten),
– bij het uitstappen gemerkt dat vriendin D op de tweede bus zat, heel leuk om nog eens te kunnen bijbabbelen met haar, want het was maanden geleden dat we elkaar nog gezien hadden,
– een zaak bijgewoond over intellectuele eigendom en gerechtelijke samenwerking binnen de EU (saai, saai, saai, al een geluk dat er voor een deel in het Italiaans gepleit werd, kon ik mijn taalvaardigheid nog wat oefenen),
– op de terugweg gestopt in een wegrestaurant om de hongerige magen van twee bussen studentjes te vullen,
– hard meegeleefd met D die problemen heeft met de geschifte ex van haar vriend,
– blij geweest dat ik na een te lange busrit weer in Leuven was.
Enfin, ik stel het nu wel een beetje karikaturaal voor. Ik vond het best wel interessant om het Europees Hof van Justitie in het echt te zien. Maar ik had een iets imposanter gebouw verwacht en de pleidooien in de zaak bleven maar duren en ik had gewoon heel veel honger en iedereen weet dat ik niet te genieten ben als ik honger heb. Gelukkig had ik een stuk chocolade mee naar binnen gesmokkeld (het was uitdrukkelijk verboden te eten in de rechtszaal) en daar heb ik mijn suikerniveau een beetje mee op peil kunnen houden. En dat vroege opstaan en die lange busrit, dat was er toch echt te veel aan.