Ongeveer een week geleden, in volle examenstress, had ik voor gisteren (woensdag) een uitstapje naar de Supercity gepland. We zouden met wat vrienden naar X-men, the last stand gaan kijken. Een ideaal après-examen-filmpje: gemakkelijk verhaaltje, wat special effects en een hoop mooie mensen, soms hoeft dat echt niet meer te zijn. Jammer genoeg strooide de programmatie van de Supercity roet in het eten. Vorige week stond X-men nog drie keer per dag geprogrammeerd, deze week de grote verdwijntruc: geen X-men meer.
Zware teleurstelling bij mezelve. ‘k Had nu toch echt mijn zinnen gezet op vliegende mensjes en ontploffingen (en neen in United 93 had ik echt geen zin). Gelukkig heeft mijn vriendje een firmawagen en is de kinepolis van Brussel niet zo ver (jaja, ‘k weet het, er zit al genoeg ozon in de lucht en ‘t is schandalig dat we voor een folietje van mij helemaal naar Brussel rijden, maar hey, ik ben een vrouw, ik heb recht op folietjes!)
Een mailtje gestuurd naar de overige filmliefhebbers om hen van de verandering in de plannen op de hoogte te brengen en hen vriendelijk een lift aan te bieden in onze voiture met airconditioning. Alles onder controle (of dat dachten we toch). Helaas was dat gerekend buiten een paar toevalligheden als daar zijn: het in gebruik nemen van een nieuwe versie van webmail bij de KULeuven, een hardnekkig afstaande GSM en een veel te lang op Gasthuisberg blijven hangende kameraad.
Dus vertrokken we minus één persoon naar Brussel, waar het lekker rustig was in de filmzaal en ik mij heb kunnen vergapen aan de flitsende lichtjes van het Atomium. (Ik ben dol op flitsende lichtjes.) En de film zelf? Wel, die voldeed volledig aan mijn verwachtingen. Niet al te moeilijk verhaaltje (als je de gaten in het verhaal met de mantel der liefde bedekt), wat leuke special effects en de blote bast van Wolverine (hoera!). Perfect om te ontstressen. En ik ben er nu helemaal van overtuigd, ik moet mij ook een paar vleugels groeien.
Daarna zijn we nog een paar cocktails gaan drinken op een terrasje in Leuven en hebben we onze verdwaalde vierde man teruggevonden. Eind goed, al goed. (Behalve deze ochtend dan, toen ik het mij weer erg beklaagde dat ik zo laat in bed lag.)