Grmbl. Mijn pseudo-vakantie is alvast slecht begonnen. Gisterenavond hadden mijn vriend en ik afgesproken met een kameraad om iets te gaan eten in het Leuvense. Op zijn kosten, want wij hadden tijdens zijn afwezigheid een beetje op zijn appartement gepast (computers rebooten en post ophalen, voornamelijk).
Hij was een beetje aan de late kant, dus we hadden ons gezellig op een terrasje aan de Professor gezet en alvast een cocktail als aperitief gedronken. Toen onze vriend (laten we hem voor het gemak E noemen) aankwam, heeft hij nog een sapje gedronken en zijn we beginnen discussiëren over welk restaurant wij met onze klandizie zouden verblijden. E is een moeilijke eter, dus een geschikt restaurant vinden, is niet altijd even voor de hand liggend. Onze toch wel gewaagde keuze (E had dit restaurant nog nooit betreden) viel op de Kapsiki in de Parijsstraat.
Anyway. Het was een heerlijke maaltijd en met een lekker glas wijn erbij kwamen de gesprekken vlot op gang. De discussie dreigde even uit de hand te lopen toen E en ik over politiek begonnen, maar mijn vriend herinnerde ons eraan dat een vorig gesprek over ditzelfde onderwerp ook danig uit de hand gelopen was. 😉 Dus kozen we een ander onderwerp. Nog een dessertje om de maaltijd in stijl af te sluiten: een overheerlijke gekaramelliseerde ananas met citroensorbet voor mij, een crème brulée voor E en een caipirinha voor mijn vriend.
Tot dan toe niks aan de hand. Bij het vertrekken merkte ik echter dat mijn handtas nergens meer te bekennen was. Mijn mooie, splinternieuwe, knalroze handtas. En ik wist het direct: laten staan op het terras van de Professor. Mijn vriend en E zeiden dat ze zich niet konden herinneren dat ik een handtas bij had. Maar ik kon mij nog goed voor de geest halen dat ik mijn handtas in de stoel naast mij gezet had.
Enfin, dadelijk naar dat terras teruggekeerd, maar ondertussen waren er natuurlijk al enkele uren over gegaan. Geen spoor meer van mijn handtas (en geloof mij, dat knalroze valt op). Binnen gaan informeren of een eerlijke klant misschien mijn handtas had gevonden. Niks.
Ok, ik was niet honderd procent zeker dat ik mijn handtas wel degelijk bij mij had (laten we het steken op de vermoeidheid van de voorbije dagen), dus voor de zekerheid toch maar eens op ons appartementje gaan kijken. Niks natuurlijk. En daarna herinnerde ik mij weer dat ik nog naar kleingeld had gezocht om een ventje dat popcorn verkocht een euro te geven. Dus jawel, ik had mijn handtas wel degelijk op het terras laten staan. Stupid me.
Dus hup, voor de derde keer in 2005 (en we zijn nog niet eens in de helft) naar het politiekantoor. Aangifte doen. Papiertje krijgen en ondertussen mezelf vervloeken voor mijn slordigheid en onachtzaamheid. En ook een beetje de mensheid die zomaar andermans zaken wegneemt, terwijl iedereen weet dat het verlies van een portefeuille zo’n ellende is. Gelukkig zaten er geen sleutels in mijn handtas. Enkel mijn portefeuille en een gsm. De gsm was al oud en gebruikte ik toch niet zoveel, dus daar kan ik zonder. De portefeuille daarentegen.
Nu, ik hoop dat ik even veel geluk heb als de vorige twee keren en dat mijn portefeuille weer opduikt (ontdaan van bankkaarten en geld natuurlijk). Maar ik vrees er een beetje voor. De eerste twee maal werd ik bestolen door professionele dieven. Nu heeft waarschijnlijk iemand gewoon die handtas meegenomen die open en bloot lag te blinken op een stoel. Haal het geld en de gsm eruit en smijt de handtas in een afvalcontainer.
Allez, ik zit dus nu weer zonder papieren. Fun fun fun.
[…] Die keer op het terras van De Professor […]