Vandaag na veertien dagen paasvakantie (nuja wat heet vakantie, elke dag braafjes naar het werk geweest) eindelijk weer mijn creatieve ik aan het woord gelaten in de zaterdagse tekenles. De tekenjuffrouw zag er bijzonder blozend uit na een weekje snowboardvakantie. Ze had haar eerste ervaringen op het gladde bord zelfs zonder al te veel builen en blauwe plekken doorstaan. Toch wel petje af, daar waar ik totaal geradbraakt terug gekomen ben van mijn eerste poging-tot-snowboarden-vakantie, heeft mijn juffrouw het fluitend overleefd, ondertussen ook nog eens drie kinderen tussen vijf en tien op sleeptouw nemend. Mijn tekenjuffrouw is werkelijk multi-talented. 😉
Enfin, ik ging het dus niet over skivakanties hebben, maar over tekenen. Als kind deed ik bijna niks anders. Thuis, in de les, tijdens het telefoneren, altijd was ik wel iets aan het tekenen. (Ooit zelfs eens als straf vijf bladen vol met bloemetjes moeten tekenen, maar da’s een ander verhaal.) Maar ja, hoe gaat dat als je ouder wordt? Andere interesses duiken op, verantwoordelijkheden, dikkere cursussen, studentenverenigingen, een lening af te betalen, u kent het wel. En ja, dat tekenen dat kwam er niet meer van.
Maar ergens bleef het zeuren in mijn achterhoofd. En op mijn (nooit korter wordende) TODO-lijstje stond tekenles met stip op nummer één. Tot mijn vriend mijn gezaag beu werd en mij naar de kunstacademie stuurde: “Ga gewoon eens een les meevolgen en zie of het iets voor jou is.” En ja, het was iets voor mij. Na de eerste les zijn er nog vele gevolgd.
En zo komt het dat ik nu elke zaterdagvoormiddag mijn broodnodige slaap opoffer om gezellig te gaan tekenen. En koffieklets te houden met de juffrouw en de andere leerlingen, natuurlijk. 😉