Ik kan het niet langer ontkennen, de kloof tussen mij en mijn vrienden die mama of papa zijn geworden, wordt langzaamaan breder. Vorige zaterdag werd ik nog maar eens met de neus op de feite gedrukt. We zijn toen met twee bevriende koppels en drie kindjes naar de speeltuin geweest. ‘t Is vaak moeilijk om een gemeenschappelijke grond voor een gesprek te vinden. “Hoe is’t op het werk?” “En met de verbouwingen?” En dan zijn we uitgepraat. Zij willen natuurlijk dolgraag praten over hun kindjes en de vorderingen die ze maken. En voor een deel kan ik daar wel in meegaan. Ik speel met de kindjes, feliciteer ze als ze iets goed doen en lach met hun gekke bekken.
Maar de kloof blijft groeien. En die kloof wordt alleen maar groter met dat de kindjes ouder worden en een eigen willetje krijgen. Mijn leefwereld en de leefwereld van mijn vrienden-ouders is zó verschillend. De dingen die mij boeien en passioneren, zijn voor hen vaak niet te vatten. Vreemd is dat. Ze gaan ook niet meer op stap of een avondje naar de film. Ze nemen geen uitgebreid diner in een goed restaurant. Ze gaan niet op city trip. De wondere wegen van het internet, mijn tweede thuis, verkennen ze niet. Dat gaat niet, daar is geen tijd voor als je kinderen hebt. Studentenverenigingen zijn ze al lang ontgroeid.
Misschien ligt het voor een deel ook aan mezelf. Ik blijf me maar student voelen en geen werkmens. Ik geraak niet gewend aan de routine van een “volwassen” bestaan. Ik heb voorlopig geen behoefte om mezelf voort te planten. Mijn vriend en ik vormen een fijne twee-eenheid en dat mag, wat mij betreft, zo blijven.
Misschien wordt het beter als hun kinderen wat ouder en zelfstandiger zijn.