‘t Was weer van dat. Anderhalf uur gezever, een half uurtje rap rap de rechtspraak van het Hof van Cassatie overlopen. Voor de tweede keer het bijzonder boeiende verhaal van de botsing van onze assistent mogen aanhoren (hij stond stil, voor een rond punt dan nog wel en dan reed er toch geen onverlaat in op zijn Jaguar, zeker!), een preek gekregen dat onze generatie juristen “het” moest doen en met “het” bedoelde hij dan de wereld verbeteren. Allez, niet dat ik iets tegen het verbeteren van de wereld heb (alles behalve), maar waarom moeten de jongeren dat doen? Waarom doet hij dat zelf niet? Verbeter de wereld, begin bij jezelf?
Oh my god, ik heb mij zo geërgerd. Echt een paar keer serieus op mijn tong moeten bijten. Ik weet het, laf van mij, maar ik moet nog puntjes van die mens krijgen. En het is belangrijk geen vijanden te maken op belangrijke plaatsen (en dan heb ik het niet over zijn positie als assistentje, ik twijfel er niet aan dat die kerel het als advocaat ver zal schoppen). Het is een ontstellend kleine wereld en ik heb al genoeg mensen op hun tenen getrapt. 😉
De povere inhoud van het werkcollege stond alleszins in schril contrast met de zeer interessante uiteenzetting van Karel Van Miert over de Europese Commissie deze middag. Niet dat ik veel wijzer ben geworden over het kluwen van Europese instellingen, maar de mens kan wel een publiek boeien. En hij schuwde de kritiek niet. Zo vond Van Miert dat de uitbreiding met die Oost-Europese lidstaten er te snel is gekomen en plaatste hij zware vraagtekens bij het eventuele toetreden van Turkije. Een boeiend relaas van een insider.