Vandaag heb ik de inhoud van het kleingeldzakje in mijn portefeuille nog eens grondig bestudeerd.
Drie jaar geleden, toen de euro nog nieuw en spannend was, heb ik mij opgegeven voor het eurodiffusie-project. Dat project had een aantal mooie mathematische modelletjes opgesteld waarmee ze voorspellingen deden over de diffusie van de muntjes in de verschillende lidstaten. Ik ga hier niet heel de theorie uiteenzetten, maar voor België kwam het erop neer dat na acht maanden meer dan de helft van de munten uit andere lidstaten afkomstig zouden zijn.
Enfin, dat geldt misschien voor mensen die aan de grens wonen, maar hier in Leuven blijft de overgrote meerderheid van de munten gewoon Belgisch. Op drie jaar tijd heb ik 15 metingen ingevoerd (ok, ik ben niet altijd de trouwste invoerder) en dit zijn mijn gemiddeldes:
België: 80,7%
Nederland: 6,6%
Frankrijk: 6,1%
Duitsland: 3,5%
Spanje: 1,7%
Italië: 0,6%
Luxemburg: 0,6%
Portugal: 0,3%
Blijkbaar zijn de Belgische muntjes erg honkvast.
Ik heb ook s de proef op de som genomen:
– het enige briefje in mijn portefeuille (20 €) is alvast een buitenlander, het serienummer begint met een P, kwam deze week ergens uit een geldautomaat en blijkt dus een Hollander te zijn.
– 1 €: één Albereke
– 0.50 €: een Spanjaard
– 0.10 €: twee Alberekes en één Oostenrijker (heb moeten opzoeken van waar die kwam ;-))
– 0.05 €: twee Alberekes
Ik zou ‘t iets regelmatiger moeten nakijken om representatief te zijn, maar ik heb toch regelmatig buitenlanders op zak, dikwijls zelfs meer dan 50 %
Tja, Gent zal meer een wereldstad zijn dan Leuven. 😉 Nochtans droppen ze hier in Leuven tegenwoordig veel bussen met buitenlandse toeristen af.