En waar zitten wij? Ergens tussen Grobbendonk en Leuven, dodelijk vermoeid en met een pijnlijk hoofd van vier uur kwissen voor het goede doel (lees: voor het wielerclubje van de broer van mijn vriend). Nu, al goed dat we heelhuids thuis geraakt zijn. Alleen jammer dat we nu keihard stinken naar de rook. Bah bah bah. En nog douchen voordat ik in bed kruip, zie ik niet meer zitten. Het zal nu al afzien worden, morgen in de tekenles.